Ministerie van Algemene Zaken

Speech van de minister-president van Nederland, dr. Jan Peter Balkenende, buitengewone openbare zitting van De Nationale Assemblee ter gelegenheid van de viering van dertig jaar onafhankelijkheid van de Republiek Suriname, Paramaribo, 25 november 2005

Meneer de Voorzitter,

Precies dertig jaar geleden werd Suriname onafhankelijk. Het is goed om dit feit samen te vieren.

Onze paden liepen sinds 1975 niet altijd parallel. Maar het wederzijdse gevoel van verwantschap is steeds gebleven. We verloren elkaar niet uit het oog. En - wat belangrijker is - we verloren elkaar niet uit het hart.

Het is dan ook een voorrecht om op deze bijzondere dag enkele woorden te mogen spreken tot u, de gekozen vertegenwoordigers van het volk van Suriname. Ik ben blij met deze gelegenheid die u mij geeft.

Dit is een feestelijke dag. Een dag ook van emoties. Wij allen beleven die op onze eigen manier. Het is goed vandaag samen te zijn. Onze vriendschap is sterk. Het betekent veel voor mij om vandaag uitdrukking te mogen geven aan die vriendschap.

Nederland en Suriname delen een bewogen geschiedenis. Vanaf het moment dat de eerste Nederlanders hier kort na 1600 neerstreken tot aan de onafhankelijkheid op 25 november 1975. En ook in de jaren daarna.

Er is veel gebeurd in die eeuwen dat zijn sporen heeft nagelaten.

De lange en voor de mensen in dit land bijzonder harde periode van de slavernij, die duurde tot 1863.

Daarna de komst van vele duizenden mensen uit China, India en Java die hier als arbeider een nieuw bestaan zochten.

In de 20ste eeuw groeide het politiek en economisch zelfbewustzijn van Suriname. Maar de band met Nederland leed daar niet onder. We vergeten nooit dat honderden Surinamers tijdens de Tweede Wereldoorlog vrijwillig meededen aan de strijd tegen Japan en Duitsland, onder meer als kanonniers op Nederlandse schepen. Anton de Kom was betrokken bij het verzet in Nederland en betaalde daarvoor met zijn leven.

We zijn met elkaar verstrengeld. Er lopen tal van zichtbare en onzichtbare lijnen tussen onze landen.

Ik denk in de eerste plaats aan de hechte persoonlijke banden. Ruim 300.000 Nederlanders zijn van Surinaamse afkomst. Zij houden nauw contact met hun familie en vrienden in het moederland. Dat geeft een bijzondere diepgang en intensiteit aan onze betrekkingen.

Ik denk ook aan de culturele invloeden over en weer. Wat zou het natte en soms wat kille Nederland zijn zonder de warmbloedige Surinaamse inbreng in onze cultuur?

Mensen als de cabaretier Jörgen Raymann, de schrijfsters Astrid Roemer en Cynthia MacLeod en de architect Lucien Lafour vinden in Nederland veel weerklank. Omgekeerd is het veelzeggend hoe populair Nederlandse boeken, tijdschriften en televisie-uitzendingen hier zijn.

Ik denk aan de sport. Wat zou het Nederlandse voetbal eigenlijk voorstellen zonder de supertalenten die Suriname ons schonk? Gullit, Rijkaard, Seedorf, Davids. En de nieuwe generatie loopt zich al warm: Errol Emanuelson en Romeo Castelen.

En ik denk aan de taal. Niet voor niets is uw land geassocieerd lid van de Nederlandse Taalunie. Het mooiste en bloemrijkste Nederlands kun je horen in Suriname. U verrijkt het Nederlands. Vorige maand werden vijfhonderd woorden van Surinaamse origine toegevoegd aan de Woordenlijst Nederlandse Taal.

Suriname is een land van vele culturen, tradities en godsdiensten. Een land dat zich in de loop van zijn geschiedenis heeft ontvouwd als een kleurrijke waaier.

Samen leven in een land vol verschillen is niet eenvoudig. Dat weten we ook in Nederland uit eigen ervaring.

De wijsheid heeft niemand in pacht. Maar duidelijk is wel dat voor vreedzaam samenleven in vrijheid een voortdurende dialoog nodig is. Fundamentele vragen zijn: 'Wat delen we? Waar ligt onze gezamenlijke inspiratie? Wat geeft ons de kracht om samen verder te gaan?'

Prachtig is wat de dichter Dobru daarover schrijft in zijn gedicht 'Wan bon', Eén boom.

Eén boom
Zovele bladeren
Eén boom

Eén Suriname
Zoveel soorten haar
Zovele huidskleuren
Zoveel aan talen
Eén volk

We weten allemaal dat de werkelijkheid bijna altijd weerbarstiger is dan de poëzie. Toch verdient uw land groot respect voor de manier waarop de verschillende bevolkingsgroepen samenleven en samenwerken onder vaak moeilijke omstandigheden.

Economische problemen, spanningen en uitbarstingen van geweld zijn u niet bespaard gebleven. Wat opvalt is het vermogen van de mensen in Suriname om steeds weer - ook dwars door moeilijke perioden heen - met optimisme verder te gaan en samen nieuwe wegen te vinden.

Vandaag vieren we dat Suriname dertig jaar onafhankelijk is. Er is reden om met hoop naar de toekomst te kijken.

De democratie heeft duurzaam wortel geschoten. Aan modernisering van de overheid en de economie wordt hard gewerkt. U heeft de beschikking over waardevolle natuurlijke hulpbronnen. Het opleidingspeil van de bevolking is relatief hoog. De samenwerking met andere landen in deze regio en daarbuiten wordt steeds intensiever. Dat zijn allemaal pijlers onder een betere toekomst voor Suriname.

Weest u ervan overtuigd dat Nederland de band met Suriname koestert. We hechten grote waarde aan een evenwichtige, volwassen relatie. Aan intensieve en constructieve samenwerking. Het verleden mag nooit worden vergeten. Maar samen terugkijken heeft alleen zin als je ook samen verder wilt. Nederland wil verder met Suriname. Als gelijkwaardige partners.

Meneer de Voorzitter, het Surinaamse volk is 'wan bon' volgens de dichter Dobru.

Welke boom zou hij voor ogen hebben gehad bij het schrijven van zijn gedicht?

Dat moet haast wel de kankantri geweest zijn, de Surinaamse boom bij uitstek.

Groot. Met wijd uitwaaierende takken. Een vruchtbare boom met geneeskrachtige bladeren en zaden. Een sterke boom, die een thuis biedt aan honderden soorten vogels, insecten en kleine zoogdieren. Een boom waaraan van oudsher magische krachten worden toegeschreven.

Een boom die stormen doorstaat en door de jaren fier overeind blijft.

Ik feliciteer de Republiek Suriname van harte met dertig jaar onafhankelijkheid en wens u een toekomst vol hoop en optimisme.

Onder Nederlandse jongeren wordt het woord 'mati' - 'vriend' in het Sranan tongo - steeds populairder. Een mooi woord. En een goede kandidaat voor een volgende editie van het Groene Boekje.

We moeten zuinig zijn op onze vriendschap. Van beide kanten. In het besef dat het niet alleen gaat om de relatie tussen twee overheden. Maar om twee samenlevingen die een verhaal delen. Een verhaal dat vandaag een nieuw hoofdstuk bereikt.