25 november 2005
25-11: Tweede brief van Hans Wiegel aan Ayaan

----------
Diever, 23 november 2005.

Geachte mevrouw Hirsi Ali,

Vanochtend las ik in de couranten dat u gisteren hebt gezegd dat het niet gelukkig was dat U mij als 'reactionair' had betiteld: 'ik was onaardig tegen Wiegel'. Inhoudelijk, zei U, niets van uw uitspraken terug te nemen. En daar gaat het nu juist om.

Aardig of onaardig zijn is in de politiek niet het belangrijkste. Reactionair ben ik, toen ik de politiek leider van de liberale partij was, vaak genoeg - in linkse kring - genoemd. Zoiets deert mij niet, integendeel.

Waar het om gaat is de inhoud van uw standpunten op het terrein van de vrijheid van onderwijs, de integratie, het omgaan met ons allochtone volksdeel. Velen in die kring - en ik deel hun mening - vinden dat U door uw opstelling geen bruggen slaat, maar wiggen drijft en kloven verbreedt.

Daardoor worden - dat is althans mijn mening - de emancipatie en de kansen van de van oorsprong allochtonen, die zich hier in Nederland thuis willen voelen en onze democratische rechtsstaat - met al zijn verworvenheden - steunen, niet bevorderd.

Gisteren zei U mij dat wij moesten praten. Ik antwoordde U dat ik daarover zou nadenken.

Of een gesprek zinvol is, hangt af van Uw opstelling in de komende tijd. Ik hoop dat U - in de beste liberale traditie - wilt kiezen voor verdraagzaamheid en respect voor andersdenkenden. Doet U dat niet, dan leidt dat tot een verscherping van tegenstellingen in ons volk.

Doet U dat wel, dan ben ik graag bereid tot een gesprek.

H.Wiegel

Eerste brief van Hans Wiegel aan Ayaan Hirsi Ali

Brief van Ayaan Hirsi Ali aan Hans Wiegel