Speech van de voorzitter van de Raad van Ministers van het Koninkrijk,
mr.dr. J.P. Balkenende, bij de Start Ronde Tafel Conferentie, 26 november
2005, Willemstad, Curaçao.
Dames en heren,
Awe ta un dia historiko. Representatives of the Kingdom, Aruba, the
Netherlands Antilles, The Netherlands, Bonaire, Curaçao, Sint Maarten, Saba
and Sint Eustatius are meeting today to discuss the future.
Onze gemeenschappelijke toekomst.
Het was onze gezamenlijke wens om deze startconferentie op een zo kort
mogelijke termijn te houden. Daarom zijn we vandaag hier. Ik dank iedereen
hartelijk voor de medewerking om dit op deze dag - een zaterdag nog wel -
en op deze korte termijn mogelijk te maken.
Wij zitten bijeen aan een opstelling van een ronde tafel. En dat is niet
voor niets. In het verleden zijn belangrijke besprekingen over onze
staatkundige verhoudingen gehouden tijdens ronde tafelconferenties. Een
goede traditie, en goede tradities moeten in ere worden gehouden. Maar wat
nog belangrijker is: een ronde tafel drukt gelijkwaardigheid uit. Er is
geen hoofd van de tafel en er zijn geen zijkanten. Alle deelnemers aan deze
tafel - aan deze conferentie - zijn gelijkwaardig. Ik zal er als voorzitter
ook op toezien dat alle deelnemers tot hun recht komen.
Als ik deze tafel zo rondkijk, zijn er nog twee woorden die bij mij naar
boven komen: verscheidenheid en verbondenheid.
Deze woorden kenmerken het Koninkrijk der Nederlanden en de verhouding van
de partners daarbinnen goed.
Het moge duidelijk zijn: wij zijn verschillend. Wij spreken thuis aan de
keukentafel andere talen. De een is opgegroeid tussen de palmbomen, de
ander tussen de tulpenvelden. De een houdt van aardappels, de ander van
funchi. En hoewel we allemaal leven met wind, water en strand, kunnen de
verschillen tussen de Noordzee en de Caribische Zee bijna niet groter zijn.
Erkenning van deze verscheidenheid is een belangrijke drijfveer bij deze
besprekingen. Ook in de bestuurlijke verhoudingen moeten we recht doen aan
die verscheidenheid. En dat is wel eens anders geweest. Binnen het
Koninkrijk is er in de loop van de jaren teveel uitgegaan van
eenvormigheid. One size fits all. Maar dat werkt niet. De centrale
boodschap van deze ronde tafelconferentie is daarom: laat de
verscheidenheid ook doorklinken in de bestuurlijke verhoudingen en de
manier waarop we samenwerken. Laten we zoeken naar maatwerk.
Ruimte geven aan de verscheidenheid kan alleen doordat er ook verbondenheid
is. We zijn niet alleen verbonden door dat ene Statuut en het al meer dan
50 jaar nauw samenwerken in koninkrijksverband. We zijn ook verbonden door
een huis: het huis van Oranje Nassau. De leden van het Koninklijk Huis, en
in het bijzondere Hare Majesteit de Koningin, hebben allemaal een plaats in
onze harten.
We delen ook een aantal fundamentele waarden als democratie, vrijheid,
solidariteit en respect. Gedeelde waarden verbinden. Zonder gedeelde
waarden is samen leven en samen werken niet mogelijk.
Het is goed te kunnen zien dat vandaag de dag de contacten alleen maar
intensiever zijn geworden. Veel Arubanen en Antillianen zijn voor korte of
langere tijd in Nederland voor werk, studie of familiebezoek. En ook veel
Nederlanders zijn hier - in het Caribische deel van het Koninkrijk -
actief. En dan heb ik het niet eens over alle uitwisselingen op sociaal-
cultureel gebied en andere samenwerkingsvormen. Dergelijke contacten over
en weer zijn een verrijking. In persoonlijke zin, maar zeker ook voor de
samenwerking binnen het Koninkrijk. Zo bouwen we samen aan een nieuwe
toekomst.
Dames en heren,
Ons Koninkrijk kun je eigenlijk zien als een mozaïek. Het bestaat uit
diverse steentjes die allemaal een eigen karakter hebben. Een eigen vorm,
kleur en omvang. Een eigen identiteit. Zo is het ook met de landen en
eilandgebieden binnen het Koninkrijk. Maar al die steentjes samen vormen
een nieuw geheel. Een mozaïek wordt bijeengehouden door cement. Voor het
Koninkrijk der Nederlanden is het Statuut het cement.
Het Statuut reguleert onze samenwerking. Een samenwerking die - gelukkig -
een keuze is. De eilandgebieden en de landen kiezen voor de band van en
binnen het Koninkrijk. En dat is een eigen vrije keuze. Het is goed dat nog
eens te onderlijnen. De keuze voor het Koninkrijk brengt niet alleen
rechten met zich, maar zeker ook verantwoordelijkheden en verplichtingen.
Vrij in keuze, maar niet vrijblijvend!
Binnen het Koninkrijk gaan we nieuwe afspraken maken over onze staatkundige
verhoudingen. Afspraken die recht doen aan de huidige inzichten en wensen
van de partners. Ook dat is een keuze. Maar daar blijft het niet bij.
In de slotverklaring van het bestuurlijk overleg van 17 september en in het
Hoofdlijnenakkoord van 22 oktober jl. is meer vastgelegd. We gaan er voor
zorgen dat de partners in de nieuwe staatkundige situatie een goede start
krijgen. Daarom worden er ook afspraken gemaakt over financieel-economische
zaken, rechtshandhaving en goed bestuur.
Gaat het de individuele partners goed, dan vaart ook het Koninkrijk daar
wel bij.
Dames en heren,
Vandaag maken we een start met onze toekomst. We schrijven een nieuw
hoofdstuk in onze gezamenlijke geschiedenis van verscheidenheid en
verbondenheid.
Ik heb alle vertrouwen in een goede afloop - voor alle partijen. Het zal
echt niet allemaal vanzelf gaan, dat besef ik heel goed. Met een stevig
debat is niets mis. Zolang we het maar doen in het belang van het
Koninkrijk als geheel en in het belang van alle partners binnen het
Koninkrijk individueel.
Zoals ons Statuut in zijn preambule stelt: 'de eigen belangen zelfstandig
behartigen, en op voet van gelijkwaardigheid de gemeenschappelijke belangen
verzorgen en wederkerig bijstand verlenen'.
Deze woorden hebben nog niets van hun betekenis verloren en kunnen dienen
als inspiratie voor de werkzaamheden waar we vandaag een begin mee maken.
Ministerie van Algemene Zaken