Rijksuniversiteit Groningen

Opinie 38 - `Schade visserij is nog te compenseren'

WIM WOLFF, HOOGLERAAR MARIENE BIOLOGIE:

Visserij bedreigt over de hele wereld de biodiversiteit van de zee. Overal gaat de mariene habitat achteruit. Maar het is nog steeds niet te laat om deze achteruitgang tegen te gaan, zegt hoogleraar Mariene Biologie Wim Wolff van de Rijksuniversiteit Groningen. `De middelen zijn er.'

De biodiversiteit van de zee, een enorme rijkdom aan planten- en diersoorten, neemt de laatste jaren snel af. Visserij speelt hierbij een grote rol. Koraalriffen verdwijnen omdat vissers door armoede gedwongen worden met dynamiet te vissen. Mangrovebossen worden gekapt voor de garnalenkweek. In de Nederlandse wateren werden in 1990 alle mosselbanken uit de Waddenzee weggevist. Tegelijkertijd streeft de wereldgemeenschap al sinds het Verdrag van Rio de Janeiro inzake de biologische diversiteit van 1992, naar de doelstelling om voor 2010 te komen tot `een significante vermindering van de huidige snelheid van het verlies aan biodiversiteit op mondiaal, regionaal en nationaal niveau'. Het lijkt er voorlopig niet op dat dit doel wordt bereikt, meent hoogleraar Mariene Biologie Wim Wolff. `De achteruitgang van de biodiversiteit blijft gewoon doorgaan.'

Balans vinden

Wolff is geen tegenstander van visserij. Met sommige vissoorten gaat het goed. Haring houdt bijvoorbeeld prima stand in de Noordzee. Ingrijpen in de natuur heeft nu eenmaal altijd effecten, zegt Wolff. `Op het land heeft de landbouw dat ook. Daar gaat het om het vinden van een balans tussen landbouw en biodiversiteit. We zijn daar redelijk ver mee. Ik ben ervan overtuigd dat we ook zoiets in zee moeten ontwikkelen. Dat kan, als we minder vissen, selectiever vissen, en zeereservaten instellen.'

In territoriale wateren en de aangrenzende 200-mijlszone (de Exclusieve Economische Zone) is het aan overheden om deze taak op zich te nemen. Maar, zegt Wolff, men beheerst deze kunst nog onvoldoende: het huidige beheer van de visserij is niet effectief. Dat heeft een aantal oorzaken. `In de eerste plaats is het voor biologen zeer moeilijk exact aan te geven hoeveel vis er kan worden gevangen. Hierdoor ontstaat er een marge voor de politiek bij het afspreken van visquota. En de neiging is om naar boven af te ronden, want dat is leuk voor de kiezers.'

Daarnaast worden quota per vissoort opgegeven. Vissers vangen echter meerdere soorten tegelijk. `Als het scholquotum is opgevist, gaan ze alleen op tong vissen. Maar dan vangen ze nog steeds tegelijkertijd schol. Die overbodige schol wordt in het beste geval dood overboord gegooid, terwijl het lijkt alsof de vissers zich keurig aan het quotum houden.' En natuurlijk zijn er vissers die de ingestelde regels overtreden. `Het is bekend dat het gebeurt. De Nederlandse visserij is relatief fatsoenlijk, maar wereldwijd gaat het om tientallen miljoenen tonnen illegaal gevangen vis.'

Technische innovatie

Voor de belangrijkste schadelijke gevolgen van visserij - overbevissing, ongewenste bijvangst en vernietiging van de zeebodem - bestaan oplossingen, zegt Wolff. Het is mogelijk om selectiever te vissen om bijvangst te voorkomen. Technische innovatie helpt daarbij. `Vissers gebruiken nu netten met kettingen om over de zeebodem te gaan. Die kettingen zijn nodig om platvissen uit de bodem te verjagen. Nu heeft men een systeem van stroomstoten ontwikkeld dat de kettingen overbodig maakt.' Een ander voorbeeld zijn stilstaande netten, waarin veel dolfijnen en bruinvissen verstrikt raken. `Op dit moment wordt geëxperimenteerd met het bevestigen van een zogenaamde `pinger' aan de netten die onderwatergeluiden maakt die dolfijnen op een afstand houden.'

Voor een vermindering van de zeebodemschade ziet Wolff maar één oplossing: het instellen van natuurreservaten onder water. `Dit begint de laatste twintig jaar van de grond te komen. Toch bestrijken alle natuurreservaten in alle wereldzeeën slechts 0,1 procent van het hele oppervlakte.'

Erg optimistisch kan de mariene bioloog dan ook niet zijn. `Je kunt allerlei goede dingen ontwikkelen tot je een situatie hebt waarmee je tevreden bent. Maar dan gebeurt er iets, een olieramp, een politieke crisis, een oorlog, en alle vooruitgang van de afgelopen jaren verdwijnt.' Een voorbeeld is het lot van de steur, gewild om zijn eitjes voor kaviaar. In de tijd van de Sovjet-Unie werd de vis met succes beheerd. Maar na het uiteenvallen van dat land werd alle vooruitgang tenietgedaan. De Russische maffia nam de visserij op steur in de Kaspische en Zwarte Zee over en trok zich niets aan van visregels. Men schat dat de steur zich momenteel op de rand van uitsterven bevindt.

`De doelstellingen van Rio de Janeiro zijn nog ver weg', concludeert Wolff. `Er moet nog een hoop gebeuren.'

Curriculum Vitae

Wim Wolff (1940) studeerde biologie in Leiden, waar hij in 1973 promoveerde. Vanaf 1965 werkte hij voor verschillende wetenschappelijke onderzoeksinstellingen, onder meer in Yerseke en op Texel. Daarna werd hij wetenschappelijk directeur van het Rijksinstituut voor Natuurbeheer in Wageningen, het huidige Alterra. Daarnaast was hij deeltijd hoogleraar Aquatische Ecologie aan de Wageningse universiteit. Wolff is sinds 1996 verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen als hoogleraar Mariene Biologie. Per 1 januari 2006 gaat hij met emeritaat.

Wolff heeft zich gedurende zijn hele carrière beziggehouden met het beheer van de biodiversiteit. Afgelopen acht jaar was hij voorzitter van het NWO programma `Sustainable Use and Conservation of Marine Living Resources', een samenwerkingsverband van biologen, economen en deskundigen in het zeerecht, dat de oorzaken onderzoekt van de problemen met de exploitatie van in zee levende hulpbronnen en daarvoor oplossingen probeert aan te dragen. /RC

Informatie

prof.dr. W.J. Wolff, tel. (050) 363 22 60 / 22 59, e-mail w.j.wolff@rug.nl (werk)