Ingezonden persbericht


http://www.ahold.nl/index.asp?id=1095

Persbericht resultaten Q3 2005

29 november 2005
Hoofdpunten Q3 2005: Resultaten zijn inclusief voorziening voor schikking van massa-effectenclaim ten "Exclusief invloed van schikking bedrage van EUR 896 miljoen (last van van massa-effectenclaim laten EUR 585 miljoen na belasting) Exclusief schikking is het bedrijfsresultaat resultaten over derde kwartaal met 161% gestegen significante verbetering zien" Gemengde retailprestaties onder aan- houdend moeilijke marktomstandigheden Anders Moberg, President & CEO van Ahold Desinvesteringsprogramma afgerond: bruto-opbrengsten van EUR 3,1 miljard overtreffen doelstelling Heden bekendmaking lange- termijnstrategie en financiële doelstellingen U.S. Foodservice

Q3 2005 Q3 2004 Financiële hoofdpunten Q3 2005: (12 weken) (12 weken) Netto-omzet 0,7% gestegen tot EUR 10,2 miljard; exclusief wisselkoerseffecten bedroeg de netto-omzetgroei 0,3% Netto-omzet 10,2 miljard 10,2 miljard Bedrijfsresultaat is inclusief een last van EUR 896 miljoen Netto-omzetgroei 0,7% voor schikking van massa-effectenclaim Exclusief deze schikking is het bedrijfsresultaat gestegen Netto-omzetgroei exclusief tot EUR 258 miljoen wisselkoerseffecten* 0,3% Exclusief deze schikking is het nettoresultaat gestegen tot EUR 346 miljoen Bedrijfsresultaat (638) miljoen 99 miljoen Nettokasstroom uit operationele activiteiten daalde als gevolg van aanvullende bijdrage aan pensioenregelingen Nettoresultaat (239) miljoen (134) miljoen Hoofdprioriteiten 2005: Succesvolle uitvoering van onze Road to Recovery-strate- gie inclusief afronding van ons desinvesteringsprogramma Nettokasstroom uit Implementatie van ons retailmodel om de afzet voor de operationele activiteiten 193 miljoen 380 miljoen gehele onderneming te stimuleren Verdere verbetering van operationale prestaties bij U.S. Foodservice Nettoresultaat (0,15) (0,09) Afronding van onze strategie 2006+ per aandeel
Financiële kalender 2006: Omzetbericht Q4 2005 - 12 januari 2006 9 oktober 2005 17 juli 2005** Kwartaalbericht Q4 2005 - 29 maart 2006 Jaarverslag 2005 - 13 april 2006 Nettoschuld* 6,1 miljard 6,3 miljard Aandeelhoudersvergadering - 18 mei 2006 Omzetbericht Q1 2006 - 24 mei 2006

*Zoals gedefinieerd onder Overige informatie Kwartaalbericht Q1 2006 - 21 juni 2006 **Zie presentatiewijziging besproken onder Ahold Groep ­ Hoofdpunten Omzetbericht Q2 2006 - 10 augustus 2006

Kwartaalbericht Q2 2006 - 7 september 2006

De in dit persbericht vermelde gegevens zijn niet aan accountantscontrole onderworpen. Voor uitgebreidere financiële informatie wordt verwezen naar de Geconsolideerde tussentijdse financiële overzichten ­ eerste drie kwartalen van 2005, afzonderlijk uitgegeven op 29 november 2005 en ook beschikbaar op www.ahold.nl. 2005046 IFRS is ingevoerd met ingang van het boekjaar 2005. Aholds overgangs- datum naar IFRS is 29 december 2003, het begin van het boekjaar 2004. Piet Heinkade 167­173, 1019 GM Amsterdam
Postbus 985, 1000 AZ Amsterdam Dit persbericht bevat bepaalde alternatieve financiële prestatie-indicatoren, Tel. (020) 509 5343 zoals de nettoschuld, die verder worden besproken onder Overige informatie. Pagina 1 van 15

Exclusief de invloed van de schikking van de massa-effectenclaim laten het bedrijfsresultaat en het nettoresultaat over het derde kwartaal een significante verbetering zien

Amsterdam, 29 november 2005 - Ahold heeft vandaag de geconsolideerde tussentijdse financiële overzichten over de eerste drie kwartalen van 2005 gepubliceerd. De resultaten over het derde kwartaal zijn sterk beïnvloed door de schikking van de massa-effectenclaim, die gisteren bekend werd gemaakt. Exclusief het effect van deze schikking heeft Ahold in het derde kwartaal van 2005 een stijging van de netto-omzet, het bedrijfsresultaat en het nettoresultaat gerealiseerd, ondanks de uitdagende concurrerende omgeving en gestegen energieprijzen. Het bedrijfsresultaat exclusief het effect van de schikking steeg tot EUR 258 miljoen bij een netto-omzet in het derde kwartaal van EUR 10,2 miljard, dankzij een hogere brutomarge en lagere bedrijfskosten. Het nettoresultaat exclusief het effect van de schikking steeg van een verlies van EUR 134 miljoen over het derde kwartaal van vorig jaar tot een winst van EUR 346 miljoen, onder invloed van het geringere effect van bijzondere waardeverminderingen en eenmalige posten ten opzichte van 2004. Verder hebben de inspanningen van Ahold om de nettoschuld te verlagen en de financieringsvoorwaarden te verbeteren, effect gesorteerd.

"De schikking van de massa-effectenclaim stelt Ahold in staat vooruit te kijken en zich nadrukkelijk te concentreren op haar activiteiten en de toekomstige strategie", aldus Anders Moberg, President en Chief Executive Officer van Ahold. "Exclusief het effect van deze schikking hebben wij het afgelopen kwartaal beter gepresteerd, ondanks het feit dat de retailomgeving uitdagend blijft. De winkelinvesteringen en de stroomlijning van ondermaats presterende activiteiten in de Verenigde Staten worden gecontinueerd. Er was sprake van kostendruk op de marge, maar deze werd gecompenseerd dankzij onze inspanningen op het gebied van kostenbeheersing en inkoop. Dankzij operationele efficiency is ruimte gecreëerd om nieuwe formules en marktinitiatieven te testen met het oog op implementatie in de toekomst. Dankzij zijn herpositioneringsstrategie is Albert Heijn erin geslaagd in de deflatoire Nederlandse markt de netto-omzet en het marktaandeel op te voeren. ICA boekte in Zweden soortgelijke successen dankzij kostenbesparingen en prijsverlagingen. Met de door Centraal-Europa momenteel gerealiseerde voordelen uit centrale inkoop wordt tegenwicht geboden aan de hevige concurrentie. Verder gaan we binnenkort ter versterking van onze strategische positie in Tsjechië de onlangs overgenomen Julius Meinl-winkels ombouwen naar onze Albert-formule.

U.S. Foodservice heeft de operationele prestaties in het derde kwartaal van 2005 verder verbeterd, ondanks de lagere omzet als gevolg van gediscontinueerde activiteiten en de effecten van tot recordniveau gestegen brandstofprijzen. We zijn verheugd om vandaag onze lange-termijnstrategie en -doelstellingen voor U.S. Foodservice bekend te maken. Hierin worden de keuzes uiteengezet om de winstgevende groei van deze bedrijfsactiviteit te versterken."

Stop & Shop/Giant-Landover Arena: verbeterde operationele marge De netto-omzet van deze arena nam toe met 2,6%. De identieke omzet liet echter een daling zien, als gevolg van toegenomen promotieactiviteiten van concurrenten. Dankzij de hogere brutomarge verbeterde de operationele marge tot 5,5%. De vooruitgang die werd geboekt bij het verlagen van de bedrijfskosten werd deels tenietgedaan door stijgende kosten voor gezondheidszorg en pensioenen, alsmede hogere energiekosten. De arena heeft in het derde kwartaal zes winkels geopend en twee gemoderniseerd. Daarnaast zijn acht Super-G-winkels in New Jersey omgebouwd naar de Stop & Shop-formule. Stop & Shop heeft een campagne gelanceerd voor de biologische voedingsmiddelen van het huismerk Nature's Promise, die wat betreft de wijze van marktbenadering in de toekomst als voorbeeld kan dienen.

Giant-Carlisle/Tops Arena: effect van bijzondere waardeverminderingen De netto-omzet van deze arena was stabiel, exclusief de omzet van 198 gedesinvesteerde gemakswinkels. Giant-Carlisle heeft wederom sterk gepresteerd, tot uitdrukking komend in een gestegen marktaandeel en een groeiende identieke omzet. Als gevolg van de omzetontwikkeling en bijzondere waardeverminderingen boekte Tops een verlies. Herdefiniëring van de kernmarkten van Tops en initiatieven om de winstgevendheid van winkels te verbeteren, moeten dit verlies helpen ombuigen. Tops heeft als onderdeel van haar rationalisatieprogramma tot en met het derde kwartaal van 2005 negen winkels in Ohio gesloten en zeven winkels in het oosten van New York verkocht.

Pagina 2 van 15

Herpositionering van waardepropositie in Nederland De netto-omzet van de Albert Heijn Arena steeg in de deflatoire Nederlandse retailmarkt met 3,3%. Dit ging gepaard met aanzienlijke groei van het marktaandeel dankzij de continuering van het herpositioneringsprogramma door Albert Heijn. Deze ontwikkeling werd deels tenietgedaan door druk op de drogisterijmarkt, waardoor de netto-omzet van Etos daalde. De daling van het bedrijfsresultaat in Q3 2005 is voornamelijk toe te schrijven aan toegenomen promotieactiviteiten, resulterend in een operationele marge van 4,3%, licht lager dan de tendens die in 2005 tot en met het derde kwartaal werd opgetekend. Als onderdeel van de volgende stap in zijn herpositioneringsstrategie is Albert Heijn werkt momenteel aan de voorbereidingen voor de introductie van het prototype van de volgende generatie winkels.

Schuitema heeft aangetoond dat de strategie succesvol is, met een stijging van de operationele marge, en een omzetgroei van 0,9% in een dalende markt.

Centraal-Europa Arena: positie versterkt
Het marktaandeel van de Centraal-Europa Arena heeft zich positief ontwikkeld vergeleken met recente kwartalen. De netto-omzet in lokale valuta's steeg met 5,8%, exclusief de gedesinvesteerde Poolse grote hypermarkten. De brutomarge steeg als gevolg van de desinvestering van de Poolse grote hypermarkten. De identieke omzet daalde als gevolg van hevige concurrentie, terwijl voordelen uit de meer gecentraliseerde inkoop werden aangewend om prijsverlagingen door te voeren om de concurrentiekracht te versterken. Het negatieve bedrijfsresultaat is verder verbeterd. De overname van de Julius Meinl-winkels werd op 1 oktober 2005 afgerond en we zullen binnenkort in 54 van de 56 winkels de Albert-formule introduceren.

U.S. Foodservice: prestaties verder verbeterd
De netto-omzet van U.S. Foodservice daalde met 1,2% tot USD 4,3 miljard (Q3 2004: USD 4,4 miljard). Het besluit van de onderneming om bepaalde activiteiten te discontinueren had een negatief effect van circa 2,5% op de netto-omzet. Het bedrijfsresultaat steeg met USD 24 miljoen vergeleken met Q3 2004, en de operationele marge liet een verbetering zien tot 1,2%. Naast prijs- en inkoopinitiatieven en verbeteringen in de klantenmix was U.S. Foodservice opmerkelijk succesvol bij het verlagen van bedrijfskosten, waarmee de significante negatieve invloed van de tot recordniveau gestegen brandstofprijzen werd gecompenseerd. Het bedrijfsresultaat over zowel Q3 2005 als Q3 2004 bevatte incidentele baten.

Versterkte financiële positie levert bijdrage aan verbetering nettoresultaat De nettorentelasten daalden met EUR 29 miljoen, of 18,5%, voornamelijk als gevolg van lagere rentelasten door schuldreductie. Tevens profiteert Ahold van gunstiger leningvoorwaarden dankzij de nieuwe kredietfaciliteit die in mei van dit jaar tot stand kwam. De lagere brutoschuld was voornamelijk toe te schrijven aan de aflossing, in juni, van de obligatielening van EUR 1,5 miljard, coupon 6,375%. Aan het einde van het derde kwartaal bedroeg de nettoschuld EUR 6,1 miljard, vergeleken met EUR 6,3 miljard aan het einde van het tweede kwartaal. Ahold blijft zich richten op versterking van de vermogensstructuur. In Q3 2005 werd de onderdekking van pensioenverplichtingen verlaagd door een pensioenbijdrage van EUR 236 miljoen. Bovendien hebben we op 20 oktober 2005 de succesvolle afronding bekendgemaakt van de tenderprocedure voor bepaalde uitstaande obligaties ter waarde van circa EUR 1 miljard. Hierdoor zullen de brutoschuld en de rentelasten in de toekomst verder afnemen.

Road to Recovery: desinvesteringsprogramma afgerond, juridische procedures uit het verleden geschikt Ahold heeft met de schikking van de massa-effectenclaim de laatste materiële juridische procedure afgehandeld met significante financiële consequenties voortvloeiend uit de in ons persbericht van 24 februari 2003 bekendgemaakte feiten. Het desinvesteringsprogramma is inmiddels afgerond. Met de totale bruto-opbrengst van EUR 3,1 miljard uit hoofde van desinvesteringen heeft Ahold haar oorspronkelijke doelstelling overtroffen. Wij blijven streven naar onze doelstelling om te voldoen aan criteria voor een `investment grade'-rating. Het is echter onzeker of we hier uiterlijk aan het einde van het jaar in zullen slagen. Op dit moment werken we hard aan de realisatie van de operationele doelstellingen voor onze foodretailactiviteiten voor het boekjaar 2006, te weten een netto-omzetgroei van 5%, een operationele marge van 5% en een rendement op de nettoactiva van 14%, ondanks het feit dat deze doelstellingen in het huidige macro-economische klimaat steeds uitdagender worden. Daarnaast verwachten we dat de operationele marge van U.S. Foodservice, vóór bijzondere waardevermindering van goodwill, uiterlijk in 2006 meer dan 1,7% zal bedragen. Ahold is ook verheugd om de lange-termijnstrategie en financiële doelstellingen van U.S. Foodservice bekend te maken in een afzonderlijk, vandaag uitgebracht persbericht.
Pagina 3 van 15

Ahold Groep Hoofdpunten

Nettoresultaat:
· De netto-omzet steeg in Q3 2005 met 0,7% vergeleken met Verkorte winst- en verliesrekening
in miljoenen euro's, tenzij anders vermeld hetzelfde kwartaal vorig jaar. Exclusief wisselkoerseffecten steeg de netto-omzet met 0,3%. Q3 2005 Q3 2004 Mutatie · Het bedrijfsresultaat werd positief beïnvloed door een hogere in % Netto-omzet 10.249 10.181 0,7% brutomarge. Het totaal van de verkoopkosten en algemene Bedrijfsresultaat (638) 99 beheerskosten was in Q3 2005 significant hoger, inclusief een als % van de netto-omzet (6,2%) 1,0% toevoeging van EUR 896 miljoen aan voorzieningen, met Financiële baten en lasten (112) (262) 57,3% Belasting resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening betrekking tot de schikking van de massa-effectenclaim. In het 282 (35)

Aandeel in resultaat JV's en deelnemingen 40 29 37,9% bedrijfsresultaat over Q3 2005 is de vrijval van de voorziening Aandeel van derden in groepsresultaat (5) 5 Resultaat uit beëindigde bedrijfsactiviteiten 194 30 546,7% in verband met de gerechtelijke procedure inzake D&S (EUR 37 Nettoresultaat (239) (134) (78,4%) miljoen) opgenomen. In Q3 2004 werden een dotatie aan de Nettoresultaat per aandeel (in EUR) schadereserve (EUR 43 miljoen) en een bijzondere -gewoon (0,15) (0,09) -verwaterd waardevermindering (EUR 43 miljoen) van een lening aan (0,15) (0,09)

Williams & Humbert, onze voormalige Spaanse joint venture,

verwerkt.
· De belastingbate over Q3 2005 bedroeg EUR 282 miljoen bij een negatief resultaat vóór belastingen van EUR 750 miljoen, resulterend in een effectieve belastingdruk van 37,6% (Q3 2004: -21,6%). Het resultaat vóór belastingen over Q3 2004

werd in belangrijke mate beïnvloed door niet-aftrekbare posten, met name de reële-waardeverandering van de ICA-putoptie (EUR 131 miljoen) en de bijzondere waardevermindering van een lening aan Williams & Humbert (EUR 43 miljoen).
· Het aandeel in het resultaat van joint ventures en deelnemingen steeg voornamelijk als gevolg van de gunstige resultaten van ICA.


· Het resultaat uit beëindigde bedrijfsactiviteiten bevatte het boekresultaat op de desinvestering van CARHCO en Deli XL.

Financiële baten en lasten: Financiële baten en lasten · De daling van de nettorentelasten met EUR 29 miljoen, of in miljoenen euro's, tenzij anders vermeld 18,5%, hield voornamelijk verband met het netto-effect van de lagere rente op leningen en de lagere brutoschuld, voornamelijk Q3 2005 Q3 2004 Mutatie als gevolg van de aflossing van de obligatielening van EUR 1,5 in % Rentebaten 20 miljard op 8 juni 2005, en de vervanging van de kredietfaciliteit Rentelasten (148) (171) 14 42,9%

Nettorentelasten van december 2003 door de kredietfaciliteit van mei 2005, (128) (157) 13,5%

Valutakoersverschillen 16 18,5% 26 (38,5%) tegen gunstiger voorwaarden. Daarnaast was de daling in Overige financiële baten en lasten - (131) mindere mate toe te schrijven aan een hoger gemiddeld Totaal financiële baten en lasten (112) (262) 57,3% uitstaand saldo liquide middelen.
· De significante verbetering van de overige financiële baten en lasten hing samen met de reële-waardeverandering in Q3 2004 uit hoofde van de ICA-putoptie (last van EUR 131 miljoen).
· De valutakoersverschillen voor Q3 2005 bevatten de reële- waardeverandering van afgeleide instrumenten die niet in aanmerking kwamen voor hedge accounting (EUR 7 miljoen ten opzichte van EUR 25 miljoen in Q3 2004) en overige valutakoerswinsten.

Pagina 4 van 15

Ahold Groep Hoofdpunten

Nettoschuld:
· De nettoschuld daalde van EUR 6,3 miljard aan het einde van Nettoschuld
in miljoenen euro's, tenzij anders vermeld Q2 2005 tot EUR 6,1 miljard aan het einde van Q3 2005, hoofdzakelijk als gevolg van de opbrengsten uit de 9 oktober 17 juli Mutatie desinvestering van CARHCO en Deli XL, deels tenietgedaan 2005 2005 in % door een aanvullende bijdrage aan pensioenregelingen. Leningen 5.550 5.592 Financiële-leaseverplichtingen 1.728 1.708 · Op de vervaldatum, 14 september 2005, werd de Cumulatief preferente financieringsaandelen 666 666 obligatielening van CZK 3 miljard (EUR 103 miljoen) afgelost. Totale langlopende schuld 7.944 7.966 Kortlopende leningen 699 704 · Het valutakoersresultaat op de nettoschuld was gering. Kortlopend deel van leningen 111 205 · Presentatiewijziging: tot en met Q2 2005 rubriceerde Ahold Kortlopend deel van financiële-leaseverplichtingen 102 94 Brutoschuld 8.856 8.969 (1,3%) uitgeschreven, maar nog niet aan banken aangeboden Af: overige liquide middelen* 2.745 2.654 3,4% cheques onder crediteuren. Met ingang van Q3 2005 worden deze cheques in mindering gebracht op de liquide middelen. In Nettoschuld 6.111 6.315 (3,2%) de vergelijkende balans per 17 juli 2005 is derhalve een bedrag *Liquide middelen exclusief kassaldo:
Liquide middelen 3.019 3.107 van EUR 182 miljoen geherrubriceerd, wat resulteerde in een Kassaldo 274 453 toename van de nettoschuld met hetzelfde bedrag. Overige liquide middelen 2.745 2.654

Nettokasstroom:
· De nettokasstroom uit operationele activiteiten daalde in Q3 Nettokasstroom 2005 met EUR 187 miljoen vergeleken met Q3 2004, in miljoenen euro's, tenzij anders vermeld
voornamelijk door een aanvullende bijdrage aan pensioenregelingen van EUR 236 miljoen in de Verenigde Q3 2005 Q3 2004 Mutatie in % Staten, die de toename van de kasstroom uit operationele Nettokasstroom uit operationele activiteiten 193 380 (49,2%) activiteiten vóór werkkapitaalmutaties tenietdeed. Nettokasstroom uit investeringsactiviteiten 45 (344) Nettokasstroom uit financieringsactiviteiten (123) (32) (284,4%) · De nettokasstroom uit investeringsactiviteiten nam aanzienlijk toe met EUR 389 miljoen, als gevolg van de desinvestering van Nettokasstroom uit operationele, investerings- en financieringsactiviteiten 115 4 activiteiten in Q3 2005 (EUR 379 miljoen), en ten opzichte van Q3 2004 lagere investeringen in vaste activa (EUR 78 miljoen), deels tenietgedaan door nieuwe overnames (EUR -34 miljoen) en lagere ontvangsten uit hoofde van desinvesteringen van vaste activa (EUR -23 miljoen).
---

De nettokasstroom uit financieringsactiviteiten weerspiegelt hogere uitgaven in verband met de aflossing van de obligatielening van CZK 3 miljard (EUR 103 miljoen).

Pagina 5 van 15

Ahold Groep Samenvatting per segment

Netto-omzet per segment:
· De netto-omzet van de Stop & Shop/Giant-Landover Arena Netto-omzet per segment
in miljoenen euro's, tenzij anders vermeld steeg met 2,7%. De identieke omzet van Stop & Shop daalde met 0,3%, terwijl de identieke omzet van Giant-Landover met Q3 2005 Q3 2004 Mutatie in % 2,3% afnam. Stop & Shop/Giant-Landover Arena 2.994 2.916 2,7% · De netto-omzet van de Giant-Carlisle/Tops Arena daalde met Giant-Carlisle/Tops Arena 1.113 1.142 (2,5%) Albert Heijn Arena 1.457 1.411 3,3% 2,5%. De netto-omzet in de Tops­gebieden daalde, Centraal-Europa Arena 434 423 2,6% Schuitema 708 702 0,9% voornamelijk door de desinvestering van de gemakswinkels en Totaal retail 6.706 6.594 1,7%
- - het rationalisatieprogramma van onze winkelportefeuille. U.S. Foodservice 3.543 3.587 (1,2%) · De netto-omzet van de Albert Heijn Arena steeg met 3,3%. De
- -

Ahold Groep 10.249 10.181 0,7% netto-omzet van Albert Heijn steeg met 3,5%, voornamelijk toe te schrijven aan grotere volumes als gevolg van een toename Groei van de netto-omzet exclusief wisselkoerseffecten 0,3% van het aantal transacties.
· De netto-omzet van de Centraal-Europa Arena steeg met 2,6%. Exclusief wisselkoersefffecten daalde de netto-omzet met 4,9%.
· De netto-omzet van Schuitema steeg met 0,9%.
· De netto-omzet van U.S. Foodservice daalde met 1,2%. Het effect van het besluit van de onderneming tot discontinuering van bepaalde activiteiten bedroeg circa 2,5%.

Bedrijfsresultaat per segment:
· Het bedrijfsresultaat van de Stop & Shop/Giant-Landover Arena Bedrijfsresultaat per segment
in miljoenen euro's, tenzij anders vermeld steeg met EUR 57 miljoen, voornamelijk als gevolg van een Q3 2005 Q3 2004 Mutatie hogere netto-omzet, in combinatie met lagere kosten en hogere in % brutomarges. Stop & Shop/Giant-Landover Arena 166 109 52,3% Giant-Carlisle/Tops Arena (17) (2) (750,0%) · Het negatieve bedrijfsresultaat van de Giant-Carlisle/Tops Albert Heijn Arena 62 79 (21,5%) Arena verslechterde met EUR 15 miljoen, hoofdzakelijk als Centraal-Europa Arena (12) (31) 61,3% Schuitema 27 3 800,0% gevolg van hogere bijzondere waardeverminderingen. Totaal retail 226 158 43,0% · Het bedrijfsresultaat van de Albert Heijn Arena daalde met U.S. Foodservice 43 23 87,0% EUR 17 miljoen. Deze daling was voornamelijk toe te schrijven aan toegenomen promotieactiviteiten, die drukten op de Group Support Office (907) (82) brutomarge van Albert Heijn. De hieruit voortvloeiende toename Ahold Groep (638) 99 van de volumes resulteerde in hogere kosten voor logistiek.
· Het negatieve bedrijfsresultaat van de Centraal-Europa Arena verbeterde met EUR 19 miljoen, voornamelijk in verband met een bijzondere waardevermindering van EUR 21 miljoen in Q3 2004.


· Het bedrijfsresultaat van Schuitema steeg met EUR 24 miljoen, voornamelijk als gevolg van hogere brutomarges, en een afname van bijzondere waardeverminderingen met EUR 9 miljoen.
· Het bedrijfsresultaat van U.S. Foodservice verbeterde, dankzij een gestegen brutomarge en lagere bedrijfskosten. De gestegen brutomarge was het gevolg van prijs- en inkoopinitiatieven en bescheiden verschuivingen in de klantenmix naar `street'-klanten. De bedrijfskosten daalden, doordat gestegen brandstofprijzen gecompenseerd werden door andere kostenbesparingen.
· Het bedrijfsresultaat van het Group Support Office (GSO) werd negatief beïnvloed door de schikking van de massa- effectenclaim ten bedrage van EUR 896 miljoen. Q3 2004 bevatte een bijzondere waardevermindering van EUR 43 miljoen met betrekking tot een lening aan Williams & Humbert, onze voormalige Spaanse joint venture. Bovendien bevatte Q3 2005 een vrijval van een voorziening van EUR 37 miljoen met betrekking tot de rechtszaak van D&S c.s. in verband met Disco's overname van Supermarket Ekono S.A. in 2000. Pagina 6 van 15

Stop & Shop/Giant-Landover Arena Analyse

Operationele hoofdpunten: Stop & Shop/Giant-Landover Arena - kerncijfers per kwartaal · De positieve ontwikkeling van het marktaandeel van Stop & in miljoenen dollars, tenzij anders vermeld Shop hield aan, met name in de regio Metro New York. Het Mutatie Q3 2005 Q3 2004 in % marktaandeel van Giant-Landover bleef stabiel. Netto-omzet 3.658 3.564 2,6% · De arena opende in Q3 2005 zes winkels, waarvan twee ter vervanging van andere winkels. Conform de eerdere Identieke-omzetgroei (0,7%) aankondiging werden vier Super G-winkels in New Jersey Vergelijkbare-omzetgroei (0,3%) permanent gesloten. Daarnaast werden twee winkels Bedrijfsresultaat 201 133 51,1% gemoderniseerd en zijn acht Giant-Landover-winkels in New Jersey onder de merknaam Super G overgegaan naar de Bedrijfsresultaat als % van de netto-omzet 5,5% 3,7% 1,8%-pt merknaam Stop & Shop, als onderdeel van de herstructurering Aantal winkels 568 553 2,7% van Giant-Landover. Netto-omzet Bedrijfsresultaat als % van de netto-omzet · De Stop & Shop/Giant-Landover Arena is een 6000 8.0% advertentiecampagne begonnen, met onder meer televisie- en 5000
6.0%

4000 radioadvertenties, gericht op Nature's Promise, het huismerk 3000 4.0% van biologische producten. Deze campagne zal als basis 2000
2.0% dienen voor toekomstige merkontwikkeling. 1000
0 0.0%

Q3 2004 Q4 2004 Q1 2005 Q2 2005 Q3 2005 Netto-omzet:
· De netto-omzet van de arena over Q3 2005 steeg met 2,6% ten opzichte van Q3 2004.
· De identieke omzet van Stop & Shop daalde met 0,3%. Exclusief de netto-omzet van benzineverkopen daalde de identieke omzet met 1,2%, voornamelijk als gevolg van toegenomen promotieactiviteiten van concurrenten. De netto- omzet per transactie steeg, terwijl het aantal transacties vergeleken met dezelfde periode vorig jaar daalde.
· De identieke omzet van Giant-Landover daalde met 2,3%, hoofdzakelijk door toegenomen promotieactiviteiten van concurrenten. De netto-omzet per transactie steeg, terwijl het aantal transacties afnam ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar.
· De vergelijkbare omzet van Stop & Shop bleef nagenoeg op hetzelfde niveau als in dezelfde periode vorig jaar, terwijl de vergelijkbare omzet van Giant-Landover afnam met 1,6%.
· De netto-omzet van Peapod bleef sterk groeien.

Bedrijfsresultaat:
· Het bedrijfsresultaat van de arena was in Q3 2005 USD 68 miljoen hoger dan in Q3 2004, dankzij de combinatie van een hogere netto-omzet, lagere kosten en hogere brutomarges.
· De gestegen brutomarge vergeleken met Q3 2004 kwam in vrijwel gelijke mate voor rekening van de segmenten kruidenierswaren en versproducten, en hing samen met verbeteringen in de verkoopmix en merchandising- programma's. Bovendien heeft een geringere derving bij versproducten bijgedragen aan een hogere brutomarge.
· In Q3 2005 bevatten de bedrijfskosten bijzondere waarde- verminderingen van EUR 2 miljoen voor vaste activa. In Q3 2004 bevatten de bedrijfskosten integratiekosten van USD 10 miljoen, en een last van USD 45 miljoen uit hoofde van de toerekening aan de Stop & Shop/Giant-Landover Arena van een dotatie aan de schadereserve voor de Amerikaanse activiteiten. Daarnaast werden in Q3 2004 bijzondere waardeverminderingen van USD 24 miljoen verwerkt voor vaste activa. Pagina 7 van 15

Giant-Carlisle/Tops Arena Analyse

Operationele hoofdpunten:
· Giant-Carlisle heeft opnieuw sterk gepresteerd, voornamelijk Giant-Carlisle/Tops Arena - kerncijfers per kwartaal in miljoenen dollars, tenzij anders vermeld dankzij een significante stijging van de netto-omzet. Deze werd Mutatie Q3 2005 Q3 2004 deels tenietgedaan door ongunstige resultaten en bijzondere in % waardeverminderingen van winkels bij Tops, met name in de Netto-omzet 1.361 1.396 (2,5%) regio Northeast Ohio. Identieke-omzetgroei (0,7%) · Giant-Carlisle voerde het marktaandeel op vergeleken met Q3 Vergelijkbare-omzetgroei 0,7% 2004, terwijl het marktaandeel van Tops daalde, grotendeels Bedrijfsresultaat (21) (2) (950,0%) als gevolg van de rationalisatie van de portefeuille en de aanhoudende negatieve identieke-omzetgroei. Bedrijfsresultaat als % van de netto-omzet (1,5%) (0,1%) (1,4%-pt) · De Giant-Carlisle/Tops Arena verkocht in Q3 2005 zeven win- Aantal winkels 267 481 (44,5%) kels, sloot er één, verplaatste er twee en moderniseerde er vijf. Netto-omzet Bedrijfsresultaat als % van de netto-omzet 2500 5.0% · Giant-Carlisle blijft nieuwe huishoudens winnen en de netto- 4.0% omzet per transactie opvoeren, voornamelijk via de klantenloya- 2000
3.0% liteitsprogramma's, effectief prijsbeleid en promotieactiviteiten. 1500 2.0%


· Northeast Ohio van Tops bleef gebukt gaan onder de zwakke 1000 1.0%

0.0% economie en sterke concurrentie. Tops heeft het 500 -1.0% rationalisatieprogramma van de winkelportefeuille voortgezet, in 0 -2.0%

Q3 2004 Q4 2004 Q1 2005 Q2 2005 Q3 2005 het kader van de focus op de kernactiviteiten om zo het succes op lange termijn te verbeteren. In verband hiermee werden negen supermarkten in Northeast Ohio gesloten en werden zeven van de 31 winkels in de regio Eastern New York die voor desinvestering in aanmerking komen, verkocht in Q3 2005.

Netto-omzet:
· De netto-omzet van de Giant-Carlisle/Tops Arena daalde met
2,5% tot USD 1,4 miljard (Q3 2004: USD 1,4 miljard). Exclusief de 198 gemakswinkels die in Q2 2005 werden gedesinves- teerd, lag de netto-omzet op hetzelfde niveau als in Q3 2004.
· De identieke omzet van Giant-Carlisle steeg met 4,2%. Exclusief de netto-benzineomzet steeg de identieke omzet met
2,9%, vooral dankzij de aanhoudende groei van de netto-omzet per transactie. Hieraan lagen succesvolle klantenloyaliteits- programma's en een effectief prijsbeleid ten grondslag.
· De identieke omzet van Tops daalde met 6,5%. Exclusief de netto-omzet van benzine daalde de identieke omzet met 7,8%, voornamelijk onder druk van concurrentie. Hierdoor namen het aantal transacties en de netto-omzet per transactie af, met name in de regio Northeast Ohio.
· De vergelijkbare omzet van Giant-Carlisle steeg met 6,2%, terwijl de vergelijkbare omzet van Tops daalde met 5,8%.

Bedrijfsresultaat:
· Het negatieve bedrijfsresultaat over Q3 2005 was USD 19 miljoen hoger dan over Q3 2004, voornamelijk door hogere bijzondere waardeverminderingen.
· De procentuele brutomarge van de arena steeg, in lijn met het eerste halfjaar van 2005, als gevolg van de aanhoudende verbeteringen op het gebied van derving, de productmix, merchandising en operationele besparingen bij versproducten.
· In Q3 2005 bevatten de bedrijfskosten bijzondere waardeverminderingen van USD 57 miljoen voor vaste activa en USD 17 miljoen voor goodwill, en boekwinsten van USD 13 miljoen op de verkoop van materiële vaste activa. Q3 2004 bevatte een dotatie aan de schadereserve voor de Amerikaanse activiteiten, waarvan USD 11 miljoen werd toege- wezen aan de Giant-Carlisle/Tops Arena, bijzondere waarde- verminderingen van USD 21 miljoen van vaste activa en een boekverlies van USD 3 miljoen op de verkoop van materiële vaste activa. Exclusief deze posten lagen de bedrijfskosten over Q3 2005 op hetzelfde niveau als in Q3 2004, ondanks hogere kosten voor IT, advies en energie. Pagina 8 van 15

Albert Heijn Arena Analyse

Operationele hoofdpunten: Albert Heijn Arena - kerncijfers per kwartaal · Albert Heijn heeft de netto-omzet over Q3 2005 verder in miljoenen euro's, tenzij anders vermeld opgevoerd. De stijging hing samen met een toegenomen aantal Mutatie Q3 2005 Q3 2004 in % transacties, resulterend in aanzienlijk grotere volumes. Netto-omzet 1.457 1.411 3,3% · Albert Heijn heeft het in een deflatoire markt beter gedaan dan de markt. De aanzienlijke vergroting van het marktaandeel is Identieke-omzetgroei 2,3% vooral toe te schrijven aan de continuering van het Vergelijkbare-omzetgroei 2,6% herpositioneringsprogramma in combinatie met toegenomen Bedrijfsresultaat 62 79 (21,5%) promotieactiviteiten.
· Albert Heijn opende in Q3 2005 vijf winkels, moderniseerde er Bedrijfsresultaat als % van de netto-omzet 4,3% 5,6% (1,3%-pt) acht en sloot één winkel. Aantal winkels 1.633 1.622 0,7% · De winstgevendheid van Albert Heijn lag in Q3 2005 aanmerkelijk onder het niveau van Q3 2004, voornamelijk als Netto-omzet Bedrijfsresultaat als % van de netto-omzet 2500 8.0% gevolg van lagere marges door promotieactiviteiten. 7.0%

2000 6.0% · De Nederlandse drogisterijmarkt wordt momenteel gekenmerkt 1500 5.0%

4.0% door sterke concurrentie en dalende prijzen. Etos is gedurende 1000 3.0% Q3 2005 begonnen met de implementatie van een vernieuwde 2.0%

500
1.0% commerciële strategie, waarbij de nadruk ligt op concurrerende 0 0.0%

Q3 2004 Q4 2004 Q1 2005 Q2 2005 Q3 2005 prijzen en op verbetering van de kwaliteit en service.

Netto-omzet:
· De netto-omzet van de Albert Heijn Arena nam toe met 3,3% tot EUR 1,5 miljard (Q3 2004: EUR 1,4 miljard).
· De netto-omzet van Albert Heijn steeg met 3,5% tot EUR 1,3 miljard (Q3 2004: EUR 1,3 miljard), voornamelijk door de identieke-omzetgroei als gevolg van het herpositionerings- programma en uitgebreide promotieactiviteiten in Q3 2005.
· De identieke omzet van Albert Heijn steeg met 2,6%. Er was sprake van aanzienlijk grotere volumes door een toename van het aantal transacties. Hier staat tegenover dat de netto-omzet per transactie daalde, als gevolg van de aanhoudende prijsdalingen van voedingsmiddelen in de Nederlandse foodretailmarkt.
· De netto-omzet van Etos was 3,7% lager dan vorig jaar door de hevige concurrentie in een markt met dalende prijsniveaus.

Bedrijfsresultaat:
· Het bedrijfsresultaat van de arena over het derde kwartaal van 2005 daalde met EUR 17 miljoen vergeleken met Q3 2004.
· Het bedrijfsresultaat van Albert Heijn daalde voornamelijk als gevolg van lagere marges. De brutomarge van Albert Heijn was lager, onder invloed van toegenomen promotieactiviteiten, die zorgden voor lage marges op promotieartikelen. De hieruit voortvloeiende grotere volumes brachten hogere kosten voor logistiek met zich mee.
· Het bedrijfsresultaat van Albert Heijn werd beïnvloed door lagere bijzondere waardeverminderingen vergeleken met Q3 2004 (effect: EUR 7 miljoen).

Pagina 9 van 15

Centraal-Europa Arena Analyse

Operationele hoofdpunten: Centraal-Europa Arena - kerncijfers per kwartaal · Op 1 oktober 2005 werden 56 winkels overgenomen van Julius in miljoenen euro's, tenzij anders vermeld Meinl. Hiervan gaan 54 winkels operereren als Albert- Mutatie Q3 2005 Q3 2004 in % supermarkt, één winkel wordt omgezet in een compacte Hypernova-hypermarkt en één winkel wordt gesloten. De Netto-omzet 434 423 2,6% conversies zullen naar verwachting plaatsvinden in het vierde Identieke-omzetgroei (4,2%) kwartaal van 2005. Vergelijkbare-omzetgroei (4,2%) · In Slowakije ontwikkelde het marktaandeel zich positief, terwijl Bedrijfsresultaat (12) (31) 61,3% in in Tsjechië en Polen het marktaandeel daalde vergeleken met Q3 2004. Exclusief de gedesinvesteerde Poolse Bedrijfsresultaat als % van de netto-omzet (2,6%) (7,5%) 4,9%-pt hypermarkten ontwikkelde het marktaandeel in Polen zich Aantal winkels 440 434 1,4% positief vergeleken met Q3 2004. Het marktaandeel in Tsjechië ontwikkelde zich positief ten opzichte van de voorgaande Netto-omzet Bedrijfsresultaat als % van de netto-omzet 600 4.0% kwartalen van 2005. 500 2.0% · De Centraal-Europa Arena opende in Q3 2005 drie nieuwe 400 0.0%

300 -2.0% winkels en sloot twee kleine winkels. 200 -4.0%

100 -6.0% Netto-omzet: 0 -8.0% · De netto-omzet van de Centraal-Europa Arena nam toe met Q3 2004 Q4 2004 Q1 2005 Q2 2005 Q3 2005 2,6% tot EUR 434 miljoen (Q3 2004: EUR 423 miljoen). Exclusief wisselkoerseffecten daalde de netto-omzet met 4,9%. Exclusief de gedesinvesteerde Poolse hypermarkten zou de netto-omzet, exclusief wisselkoerseffecten, met 5,8% zijn gestegen.
---

De identieke omzet van de Centraal-Europa Arena daalde met 4,2%, als gevolg van een aanzienlijk lagere netto-omzet per transactie en een geringer aantal transacties. De lagere netto- omzet per transactie was een gevolg van de hevige prijsconcurrentie en de sterke belangstelling van klanten voor afgeprijsde artikelen.

Bedrijfsresultaat:
· Het negatieve bedrijfsresultaat van de Centraal-Europa Arena verbeterde in Q3 2005 met EUR 19 miljoen, voornamelijk in verband met een bijzondere waardevermindering in Q3 2004 van EUR 21 miljoen.
· De brutomarge als percentage van de netto-omzet steeg in Q3 2005 vergeleken met Q3 2004. Exclusief de gedesinvesteerde Poolse grote hypermarkten liet de brutomarge, uitgedrukt als percentage van de omzet, een daling zien, als gevolg van veranderingen in de productmix. De voordelen die voortvloeien uit de meer gecentraliseerde inkoop zijn aangewend om lagere verkoopprijzen door te voeren als reactie op de hevige prijsconcurrentie in Centraal-Europa.
· De bedrijfskosten over Q3 2004 bevatten een bijzondere waardevermindering van EUR 21 miljoen, waarvan het grootste deel betrekking had op activiteiten in Polen. Exclusief deze bijzondere waardevermindering was de procentuele verhouding tussen de bedrijfskosten en de netto-omzet hoger dan in Q3 2004. Deze toename werd veroorzaakt door een daling van de identieke omzet, projectkosten met betrekking tot het opstarten van een nieuw gecentraliseerd `accounting house' en investeringen in de kwaliteit van de backoffice-activiteiten als voorbereiding op toekomstige groei. Pagina 10 van 15

Schuitema Analyse

Operationele hoofdpunten:
· Schuitema is erin geslaagd om de netto-omzet en het Schuitema - kerncijfers per kwartaal
in miljoenen euro's, tenzij anders vermeld marktaandeel op te voeren, ondanks de uitdagende Mutatie Q3 2005 Q3 2004 in % marktomstandigheden, die werden gekenmerkt door lagere consumentenprijzen en een deflatoire Nederlandse Netto-omzet 708 702 0,9% foodretailmarkt. Bedrijfsresultaat 27 3 800,0% · Het marktaandeel van Schuitema was aan het einde van Q3 Bedrijfsresultaat als % van de netto-omzet 3,7% 0,5% 3,2%-pt 2005 toegenomen met 0,1% tot 14,9%, vergeleken met Q3 Aantal winkels 466 470 (0,9%) 2004.
· Ultimo Q3 2005 was het aantal winkels van Schuitema vier lager dan aan het einde van Q3 2004. Netto-omzet Bedrijfsresultaat als % van de netto-omzet 1000 4.0% · De winstgevendheid van Schuitema verbeterde als gevolg van 3.5%

800 hogere brutomarges en lagere uitgaven voor commerciële 3.0%

600 2.5% activiteiten. 2.0%

400 1.5%

1.0%

200 Netto-omzet: 0.5%

0 0.0% · De netto-omzet van Schuitema nam in het derde kwartaal van Q3 2004 Q4 2004 Q1 2005 Q2 2005 Q3 2005 2005 toe met 0,9% tot EUR 708 miljoen (Q3 2004: EUR 702 miljoen).
· Ondanks de deflatoire markt is Schuitema erin geslaagd de netto-omzet te verhogen, vooral door grotere volumes te realiseren.

Bedrijfsresultaat:
---

Het bedrijfsresultaat liet in Q3 2005 een aanzienlijke stijging zien vergeleken met Q3 2004.
· Het bedrijfsresultaat van Schuitema ontwikkelde zich gunstig, als gevolg van hogere brutomarges.
· De brutomarge van Schuitema verbeterde door lagere uitgaven voor commerciële activiteiten en verdere kostenbesparingen in de logistiek.
· Het bedrijfsresultaat werd positief beïnvloed door lagere bijzondere waardeverminderingen (EUR 9 miljoen) ten opzichte van hetzelfde kwartaal van vorig jaar.

Pagina 11 van 15

U.S. Foodservice Analyse

Operationele hoofdpunten:
· U.S. Foodservice heeft vandaag, in een afzonderlijk U.S. Foodservice - kerncijfers per kwartaal
in miljoenen dollars, tenzij anders vermeld persbericht, de strategie tot en met 2008 bekendgemaakt. Mutatie Q3 2005 Q3 2004 in % · U.S. Foodservice heeft in Q3 2005 goede vooruitgang geboekt bij de uitvoering van haar initiatieven om de brutomarge te Netto-omzet 4.331 4.384 (1,2%) verbeteren. De onderneming is doorgegaan met de Bedrijfsresultaat 52 28 85,7% systematische beoordeling van leveranciers en Bedrijfsresultaat als % van de netto-omzet 1,2% 0,6% 0,6%-pt leveringsvoorwaarden om de beste inkoopvoorwaarden te realiseren, en met de rationalisatie van de productportefeuille. Netto-omzet Bedrijfsresultaat als % van de netto-omzet Daarnaast heeft de onderneming haar `street'- 6000 verkoopstrategieën verder aangescherpt, gericht op verbetering 1.5%

5000 van de verkoopmix. 4000 · De onderneming werd in Q3 2005 geconfronteerd met tot 1.0%

3000 recordniveau gestegen brandstofprijzen, die de bedrijfskosten 2000 0.5% ongunstig beïnvloedden. 1000
0 0.0%

Q3 2004 Q4 2004 Q1 2005 Q2 2005 Q3 2005 Netto-omzet:
· De netto-omzet van U.S. Foodservice over Q3 2005 daalde met
1,2% tot USD 4,3 miljard (Q3 2004: USD 4,4 miljard). Het besluit van de onderneming om bepaalde activiteiten te discontinueren had een negatieve invloed op de netto-omzet van circa 2,5%. Dalende kosten van voedingsmiddelen hadden een beperkte negatieve invloed op de netto-omzetgroei gedurende het derde kwartaal.

Bedrijfsresultaat:
· Het bedrijfsresultaat steeg in Q3 2005 met USD 24 miljoen, of 56 basispunten, vergeleken met Q3 2004.
· De brutomarge liet in Q3 2005 een verbetering zien, als gevolg van prijs- en inkoopinitiatieven en bescheiden verbeteringen in de klantenmix ten gunste van `street'-klanten.
· De bedrijfskosten daalden vergeleken met Q3 2004. Hogere brandstofprijzen hadden een negatief effect op de bedrijfskosten en werden gecompenseerd door kostenbesparingen elders. In het resultaat over Q3 2005 is een boekwinst opgenomen op de verkoop van de Sofco- bedrijfsonderdelen, tenietgedaan door herstructureringslasten met betrekking tot infrastructurele samenvoegingen en ontslagvergoedingen voor medewerkers, resulterend in een incidentele nettobate van circa USD 15 miljoen. In Q3 2004 is een bate uit hoofde van de inperking van pensioenregelingen verwerkt, deels tenietgedaan door herstructureringslasten naar aanleiding van de verkoop van een bedrijfsonderdeel dat zich richtte op ontwerp en bouw van restaurants, resulterend in een nettobate van circa USD 13 miljoen.

Pagina 12 van 15

ICA ­ niet-geconsolideerde joint venture Analyse

Operationele hoofdpunten: ICA - kerncijfers per kwartaal · Het nettoresultaat van ICA liet in Q3 2005 een verbetering zien. in miljoenen euro's, tenzij anders vermeld
Ahold heeft in Q4 2004 haar belang in ICA AB verhoogd van 50% tot 60%. · ICA Zweden heeft wederom de netto-omzet sterker opgevoerd dan de andere belangrijke spelers in Zweden, resulterend in Q3 2005 Q3 2004 Mutatie een gestegen marktaandeel. Het marktaandeel van ICA in % Noorwegen daalde in Q3 2005 vergeleken met dezelfde Netto-omzet (ICA als geheel) 1.925 1.986 (3,1%) periode vorig jaar, maar de daling stabiliseerde zich aan het Nettoresultaat (Aholds aandeel) 28 23 21,7% einde van Q3 2005. De netto-omzet van ICA Meny, ICA Banken en Etos steeg, net als hun marktaandeel. De joint venture Rimi Baltics liet in een concurrerende markt opnieuw een sterke Netto-omzet ontwikkeling van de netto-omzet zien. 2500 · ICA Zweden opende in Q3 2005 twee nieuwe winkels, en ICA 2000 Noorwegen opende zes nieuwe winkels. 1500 · De organisatiestructuur van ICA, die afgelopen zomer werd 1000 geïntroduceerd, ontwikkelt zich volgens plan, waarbij de 500 verlaging van het aantal medewerkers en kostenbesparingen 0
Q3 2004 Q4 2004 Q1 2005 Q2 2005 Q3 2005 tot in 2006 zullen doorlopen. Aan het einde van Q3 2005 waren ingevolge de nieuwe organisatiestructuur circa 300 fulltime functies komen te vervallen.

Netto-omzet:
· De netto-omzet van ICA daalde met 0,9% tot SEK 18,0 miljard (Q3 2004: SEK 18,2 miljard). Exclusief het effect van de deconsolidatie van de joint venture in de Baltische staten en de desinvestering van de Deense activiteiten zou de netto-omzet echter zijn toegenomen met 5,2%.
· ICA Zweden liet een sterke groei van de netto-omzet zien, als gevolg van toegenomen volumes dankzij het prijsverlagingsprogramma dat in maart 2005 werd geïntroduceerd. Het programma ging in augustus 2005 de tweede fase in met nieuwe prijsverlagingen.
· De netto-omzet in Noorwegen daalde vergeleken met vorig jaar, voornamelijk als gevolg van een geringer aantal winkels, sterke concurrentie en een winkelconversieprogramma. Dankzij het prijsverlagingsprogramma van de RIMI-winkels, gestart in mei 2005, is de prijskloof met de belangrijkste concurrenten verkleind.
· ICA Meny, ICA Banken en Etos hebben allen hun verkoopvolume opgevoerd.

Nettoresultaat:
· Het nettoresultaat van ICA over Q3 2005 steeg ten opzichte van Q3 2004 als gevolg van een sterk verbeterd bedrijfsresultaat, waarmee het succes van het prijsverlagingsprogramma en het effect van het kostenbesparingsprogramma in Zweden en Noorwegen werd bevestigd, deels tenietgedaan door gestegen belasting- en rentelasten.
· Het bedrijfsresultaat van ICA Zweden en van ICA Noorwegen kwam in Q3 2005 hoger uit dan in Q3 2004.
· Het bedrijfsresultaat van ICA Meny over Q3 2005 daalde vergeleken met dezelfde periode vorig jaar, maar ICA Banken slaagde erin het negatieve bedrijfsresultaat te verbeteren dankzij gegroeide volumes.
· Het bedrijfsresultaat van ICA Baltics steeg in Q3 2005, dankzij het positieve effect van de verkoop van resterend vastgoed. Daarnaast gaf het negatieve bedrijfsresultaat van Rimi Baltics een verbetering te zien.

Pagina 13 van 15

Overige informatie

Definities:


· Vergelijkbare omzet: de identieke omzet plus de netto-omzet van vervangende winkels in de lokale valuta.
· Wisselkoerseffect: de invloed van het gebruik van verschillende wisselkoersen bij de omrekening van de financiële informatie van bepaalde van Aholds dochterondernemingen in euro's. Voor vergelijkingsdoeleinden wordt de financiële informatie over het voorgaande jaar aangepast door gebruik te maken van de actuele wisselkoersen. Hierdoor wordt inzicht verkregen in dit wisselkoerseffect.

· Identieke omzet: de netto-omzet van exact dezelfde winkels in de lokale valuta.
· Marktaandeel: verwijst naar gegevens gepubliceerd door A.C. Nielsen.

Alternatieve financiële prestatie-indicatoren
In bepaalde gevallen worden de resultaten gepresenteerd exclusief het effect van wisselkoersbewegingen dat ontstaat bij de omrekening van de financiële resultaten van Aholds buitenlandse dochterondernemingen in euro's of worden deze resultaten weergegeven in de lokale valuta. Het management van Ahold is van mening dat hierdoor een beter inzicht wordt gegeven in de operationele prestaties van de buitenlandse dochterondernemingen.

Het persbericht bevat tevens andere alternatieve financiële prestatie-indicatoren: (1) Netto-omzet exclusief wisselkoerseffecten.
(2) Netto-omzetgroei/daling exclusief wisselkoerseffecten. (3) Netto-omzetgroei exclusief de invloed van desinvesteringen. Het management is van oordeel dat door desinvesteringen buiten beschouwing te laten, een beter inzicht wordt gegeven in de operationele prestaties en resultaten van de voortgezette activiteiten van de dochteronderneming.
(4) Netto-omzet exclusief de invloed van een gedeconsolideerde joint venture en een desinvestering. Het management is van oordeel dat door de invloed van een gedeconsolideerde joint venture en een desinvestering buiten beschouwing te laten, een beter inzicht wordt gegeven in de operationele prestaties van de entiteit. (5) Netto-omzet exclusief de invloed van de netto-omzet aan voormalige dochterondernemingen. Het management is van oordeel dat door de netto-omzet aan voormalige dochterondernemingen buiten beschouwing te laten, een betere vergelijking met vorige perioden mogelijk is.
(6) Nettoschuld, te weten het verschil tussen (a) de som van de langlopende schulden en kortlopende schulden (brutoschuld) en (b) de liquide middelen minus het kassaldo (overige liquide middelen). Het management is van oordeel dat de nettoschuld voor beleggers een nuttige indicator is voor de beoordeling van Aholds solvabiliteit, omdat overige liquide middelen onder meer kunnen worden aangewend voor de aflossing van leningen. De lezer wordt erop gewezen dat de nettoschuld kan duiden op een lagere schuldpositie dan de vergelijkbare indicatoren volgens IFRS en dat de nettoschuld bepaalde liquide middelen kan omvatten die niet zonder meer beschikbaar zijn om schulden af te lossen.
(7) Bedrijfsresultaat exclusief het effect van de schikking. Het management is van oordeel dat door het effect van de schikking van de massa-effectenclaim buiten beschouwing te laten, een betere vergelijking met voorgaande perioden mogelijk is en een beter inzicht wordt gegeven in de operationele prestaties van Ahold.
(8) Nettoresultaat exclusief het effect van de schikking. Het management is van oordeel dat door het effect van de schikking van de massa- effectenclaim buiten beschouwing te laten, een betere vergelijking met voorgaande perioden mogelijk is en een beter inzicht wordt gegeven in de operationele prestaties van Ahold.

Aansluiting tussen bedrijfsresultaat exclusief het effect van de schikking en bedrijfsresultaat Q3 2005 (in miljoenen euro's)
Bedrijfsresultaat exclusief het effect van de schikking 258 Schikking massa-effectenclaim (896) Bedrijfsresultaat (638)

Aansluiting tussen nettoresultaat exclusief het effect van de schikking en nettoresultaat Q3 2005 (in miljoenen euro's)
Nettoresultaat exclusief het effect van de schikking 346 Schikking massa-effectenclaim, na belasting (585) Nettoresultaat (239)

Pagina 14 van 15

Waarschuwing

Bepaalde uitspraken in dit persbericht zijn `forward-looking statements' in de zin van het Amerikaanse effectenrecht. Deze forward-looking statements omvatten, maar zijn niet beperkt tot, uitspraken over Aholds hoofdprioriteiten voor 2005, inclusief de succesvolle uitvoering van Aholds Road to Recovery-strategie, de implementatie van Aholds retailmodel (en de invloed daarvan op het verkoopvolume binnen geheel Ahold), verdere verbetering van de operationele prestaties van USF, afronding van Aholds strategie 2006+ in vervolg op de Road to Recovery; uitspraken over de data waarop Ahold voornemens is haar omzetberichten, haar resultaten en haar jaarverslag te publiceren en de algemene vergadering van aandeelhouders te houden; uitspraken over verwachtingen met betrekking tot de schikking van de massa- effectenclaim, inclusief het bedrag van de schikking, het verwachte bedrag van Aholds voorziening en de last na belasting, en dat de schikking Ahold in staat stelt vooruit te kijken en zich nadrukkelijk te concentreren op haar activiteiten en de toekomstige strategie; uitspraken over de voortzetting van in de V.S. genomen initiatieven tot herinvesteringen in winkels en tot stroomlijning van onderpresterende activa in Aholds portfolio; uitspraken over Aholds plannen voor de recentelijk gekochte Julius Meinl-winkels, inclusief Aholds voornemen één winkel te sluiten, een andere winkel om te bouwen tot een Hypernova compact-hypermarkt en tot 54 van de resterende winkels om te bouwen naar Albertwinkels en uitspraken over het tijdstip en de verwachte effecten van dergelijke conversies; uitspraken over de verwachte volgende stap in de herpositioneringsstrategie van Albert Heijn; uitspraken over Aholds voortdurende aandacht voor het versterken van haar kapitaalstructuur en de verwachte afname van haar geconsolideerde schuldenlast en de jaarlijkse nettorente als een gevolg van de recente tenderprocedure voor geselecteerde uitstaande obligaties; uitspraken dat de geschikte zaken de laatste materiële civiele rechtszaken zijn met aanzienlijke financiële risico's die voortvloeiden uit de feiten zoals bekendgemaakt in Aholds persbericht van 24 februari 2003; uitspraken over de opzet van een nieuw gecentraliseerd boekhoudkundig centrum en investeringen in back office-activiteiten ter voorbereiding op toekomstige groei in de Centraal-Europa Arena; uitspraken over de voorgenomen voortzetting van de stroomlijning van de winkelportfolio van Tops, inclusief Aholds voornemen om haar belangrijkste markt te herdefiniëren om haar lange-termijnplannen te ontwikkelen en 31 Topswinkels te verkopen in 2005 en 2006; plannen voor de voortzetting voor prijsherpositioneringsprogramma's; uitspraken met betrekking de criteria voor het verkrijgen van het `investment grade'-profiel; uitspraken over Aholds operationele doelstellingen voor de foodretailactiviteiten voor het volledige boekjaar 2006 van 5% netto-omzetgroei, 5% operationele marge en 14% rendement op de netto-activa; uitspraken over Aholds verwachting dat de operationele marge voor bijzondere waardevermindering van goodwill van U.S. Foodservice uiterlijk in 2006 meer dan 1,7% zal bedragen; alsmede uitspraken betreffende de verwachte voortzetting van personeels- en kostenreducties bij ICA gedurende 2005-2006. Deze forward-looking statements zijn onderhevig aan risico's, onzekerheden en andere factoren waardoor de werkelijke resultaten aanmerkelijk kunnen verschillen van de toekomstige resultaten welke tot uitdrukking zijn gebracht in de forward-looking statements. Veel van deze risico's en onzekerheden hebben betrekking op factoren die voor Ahold niet beheersbaar en evenmin exact voorspelbaar zijn, zoals het effect van algemene economische en politieke omstandigheden, de toename van of veranderingen in de concurrentie in de markten waarin Aholds dochtermaatschappijen en joint ventures opereren, de gedragingen van Aholds concurrenten, joint venture partners, leveranciers, vakbonden, aannemers en andere derden, het optreden van Aholds klanten, inclusief hun acceptatie van nieuwe producten en huismerkartikelen en hun reactie op nieuwe winkelformules, winkellocaties, wijzigingen in Aholds prijsbeleid en productaanbod en overige strategieën, Aholds vermogen om haar plannen en strategieën succesvol te implementeren en af te ronden en om haar doelstellingen te realiseren of vertragingen in of additionele kosten in verband met hun implementatie of realisatie, moeilijkheden bij of vertragingen in de implementatie van nieuwe operationele verbeteringen en systemen, tegenvallende voordelen van en middelen uit Aholds plannen en strategieën, de onmogelijkheid om op de voorgenomen wijze of in de voorgenomen mate kosten te verlagen of kostenbesparingen te realiseren, de reactie van Aholds medewerkers op operationele en andere wijzigingen in de werkomgeving, Aholds mogelijkheden om voor Ahold acceptabele overeenkomsten aan te gaan en/of kopers te vinden voor de activiteiten, winkels of andere activa die Ahold desinvesteert, onverwachte vertragingen in de afronding van aangekondigde of voorgenomen desinvesteringen en de sluiting van winkels en faciliteiten, de onmogelijkheid tot of vertragingen in het voldoen aan andere voorwaarden voor de afronding van de verkoop van de Tops-gemakswinkels en andere verwachte desinvesteringen, de kosten of andere resultaten van lopende of toekomstige onderzoeken of juridische procedures, de maatregelen van justitiële toezichthoudende en overheidsinstanties en derden, het risico dat de schikking niet zal worden goedgekeurd door de rechtbank, dat enige gerechtelijke goedkeuring met succes zal worden herzien in hoger beroep, het opstellen van voor Ahold aanvaardbare schikkingsdocumenten, dat de lasten na belasting in Aholds derde kwartaal van 2005 hoger zullen zijn dan verwacht, enige onmogelijkheid voor Ahold om haar verzekeraars te laten bijdragen in het schikkingsfonds, enige vertraging in de betaling van dergelijke bijdragen door Aholds verzekeraars, veranderingen in Aholds liquiditeitsbehoefte, de stappen van Aholds aandeelhouders, inclusief hun aanvaarding van de schikking, Aholds vermogen om zichzelf te verdedigen de afleiding van de aandacht van het management voor de implementatie van Aholds plannen en strategieën, onverwachte onderbrekingen van Aholds activiteiten, inclusief onderbrekingen als gevolg van werkstakingen en -onderbrekingen, of andere soortgelijke onderbrekingen, verhogingen van de kosten van gezondheidszorg, pensioenen of verzekeringen, verhogingen van energie- en transportkosten, enige vertraging in de groei van de onafhankelijke restaurants, snelle schommelingen in de kosten van producten voor wederverkoop, waarbij dergelijke kosten niet tijdig kunnen worden doorgegeven aan de klanten, de mogelijkheden om belangrijk personeel aan te trekken, onverwachte vertragingen in de afronding van de strategie 2006+, onverwachte vertragingen in de publicatie van omzetberichten of resultaten, alsmede andere factoren zoals besproken in documenten welke op naam van Ahold in openbare registers zijn neergelegd. Lezers wordt geadviseerd behoedzaam om te gaan met deze forward- looking statements, die uitsluitend geacht worden te zijn gedaan per de datum van dit persbericht. Ahold neemt, tenzij daartoe gehouden ingevolge toepasselijk effectenrecht, geen verplichting op zich om gewijzigde forward-looking statements te publiceren naar aanleiding van gebeurtenissen of omstandigheden die zich voordoen na de datum van dit persbericht. Buiten Nederland presenteert Koninklijke Ahold N.V., zijnde haar statutaire naam, zich onder de naam `Royal Ahold' of kortweg `Ahold'.

Pagina 15 van 15


---- --