Partij van de Arbeid


Den Haag, 29 november 2005


Vragen van de leden Wolfsen en Klaas de Vries (beiden Partij van de Arbeid) aan de Ministers van Justitie, van Vreemdelingenzaken en Integratie en van Buitenlandse Zaken


over de uitzetting van de Egyptenaar Ahmed Said.


1.

Bent u op de hoogte van de uitzending van Argos van vrijdag 25 november 2005 over de uitzetting van de Egyptenaar Ahmed Said naar Egypte?|


2.

Is het waar dat betrokkene niet in de gelegenheid is gesteld asiel aan te vragen in Nederland, terwijl hij dit wel kenbaar had gemaakt?


3.


Is het waar dat de advocate van betrokkene niet tijdig op de hoogte is gesteld van de ophanden zijnde uitzetting van betrokkene? Zo ja, waarom niet?


4.


Bent u bekend met informatie van onder meer Amnesty International dat gevallen bekend zijn van mishandelingen en martelingen van terreurverdachten door de Egyptische autoriteiten in geheime detentiecentra, waaronder de zaak Habib? Bent u op de hoogte van het risico van uitlevering door de Egyptische autoriteiten aan de Amerikaanse autoriteiten zoals dit eveneens in de zaak Habib voordeed?


5.

Hebben de Nederlandse autoriteiten er zich bij de uitzetting van Ahmed Said expliciet van vergewist dat zij niet handelden in strijd met het refoulement verbod in het Vluchtelingenverdrag en in strijd met andere internationale verdragen waaronder het Antifolterverdrag en het Europese verdrag voor de rechten van de Mens? Hebben de Nederlandse autoriteiten garanties gevraagd aan de Egyptische autoriteiten in deze specifieke zaak? Zo ja, welke. Zo nee, waarom niet, gezien het redelijke risico op marteling dat betrokkene wegens eerdere terreurverdenking door de VS liep?


6.


Hebben de Nederlandse autoriteiten ten tijde van de Laissez-passer aanvraag, bij de uitzetting of enig ander tijdstip het dossier van de heer Said, of een gedeelte ervan, aan de Egyptische autoriteiten of andere buitenlandse mogendheden overgedragen? Zo nee, hoe verklaart u dan dat de heer Said tijdens zijn verhoren door de Egyptische autoriteiten stelt te zijn geconfronteerd met zeer gedetailleerde informatie uit zijn (straf)dossier uit Nederland. Zo ja, volgens welke procedure heeft deze informatieoverdracht plaatsgevonden en welke informatie betrof dit?


7.

Hoe beziet u deze zaak in het licht van de rechtszaak tegen medeverdachte Mohammed A. waar in eerste instantie en in hoger beroep uitlevering niet toelaatbaar is geacht wegens het niet gegarandeerd zijn van fundamentele rechten van terreurverdachten door de Amerikaanse autoriteiten, nu het risico bestaat dat de heer Said alsnog wordt uitgeleverd aan de VS dan wel de VS mogelijk een rol heeft gespeeld bij de arrestatie en ondervraging van de heer Said in een geheim detentiecentrum in Egypte?



---- --