RPB: Ruimtelijke concepten missen overtuigingskracht
Ruimtelijk planbureau
http://www.ruimtelijkplanbureau.nl
De streefbeelden uit de ruimtelijke ordening passen steeds minder op een snel veranderende
samenleving. Om de toenemende ruimtelijke complexiteit het hoofd te bieden, hebben
beleidsmakers de afgelopen decenniana daarom veelvuldig hun heil gezocht in nieuwe
ruimtelijke streefbeelden ofwel concepten. Toch blijkt de werkelijkheid vaak zo
ingewikkeld en dynamisch dat het die nieuwe concepten aan overtuigingskracht ontbreekt.
Een goed voorbeeld is de Randstad waarvoor herhaaldelijk mislukte pogingen zijn gedaan
deze te definiëren als metropool. Dit metropoolconcept leidt tegenwoordig als
'Randstad Holland' nog wel een papieren leven maar is in de beleidswerkelijkheid van
alledag alweer opgedeeld in een Noordvleugel en een Zuidvleugel.
Dit is één van de conclusies van de RPB-studie 'Tussen droom en retoriek. De
conceptualisering van ruimte in de Nederlandse planning', die op 6 december is verschenen.
De studie biedt inzicht in de rol die concepten spelen in het Nederlandse ruimtelijk
beleid op bovenlokaal niveau en heeft de ontwikkelingen van de laatste tien à
vijftien jaar geanalyseerd. Aan de hand van dergelijke planconcepten biedt de studie zo
een fraai overzicht van het ruimtelijk beleidsterrein. De analyse onderscheidt vier grote
thema's die de Nederlandse ruimtelijke planning kenmerken: de inrichting van het
landelijke gebied en de relatie tussen stad en land, de structuur en inrichting van
stedelijke gebieden, de ruimtelijke structuur van de Randstad en het
ruimtelijk-economisch functioneren van regio's en provincies in Nederland.
Onderscheid stad-land nog altijd belangrijk bij inrichting landelijk gebied
Het onderscheid tussen stad en land, decennialang een hoeksteen van de ruimtelijke
planning, verandert. Functies en activiteiten kunnen niet langer één op
één aan de predikaten 'stedelijk' dan wel 'landelijk' worden gekoppeld.
Niettemin bestaat een grote huiver om het onderscheid tussen stad en land volledig los te
laten. Provincies willen bijvoorbeeld nieuwe woonconcepten realiseren, maar wel binnen het
huidige patroon van dorpen en steden. Zo komen zij vaak tot de conclusie dat stadsranden
de ideale vestigingsplaats vormen voor landelijk wonen. Hiermee wordt landelijk wonen
geplaatst in de gangbare systematiek van woonmilieus; het vernieuwende zit dan alleen in
de lagere woningdichtheden.
In het algemeen bestaat er een teveel aan instrumentele concepten. Ten aanzien van het
landelijke gebied bestaan er tegelijk prangende onderwerpen waarvoor geen ruimtelijke
concepten of ruimtelijke strategieën zijn ontwikkeld. Dit geldt vooral voor de
toekomst van gebieden waar nu nog de grondgebonden landbouw domineert. Hier ontbeert de
ruimtelijke planning een krimpstrategie.
Concept van stedelijk netwerk heeft vooral een instrumentele functie
De actuele stedelijke ontwikkeling vraagt erom te worden bezien vanuit een regionaal
perspectief. Vanuit die gedachte is het concept 'stedelijk netwerk' ontstaan. Dit lijkt
vernieuwing, maar dat is schijn. Overheidsplanologen introduceerden veertig jaar geleden
al het stadsgewestconcept. Anders dan toen bestaat er nu een voorkeur om het stedelijke
netwerk te begrenzen. Dit komt doordat stedelijke en ruimtelijk-economische concepten
vaak worden gebruikt als leidraad voor het aanwenden van rijksmiddelen. Veelal zijn zij
vooral bedoeld om claims voor ruimtelijke investeringen te onderbouwen. Hun functie is
dan niet primair conceptueel, maar instrumenteel. Daarnaast heerst op dit moment grote
verwarring over wat onder een stedelijk netwerk kan worden verstaan. Het rijk gaat aan
deze verwarring voorbij.
Veel retoriek en tekort aan realiteitszin in regionale concepten
Concepten die betrekking hebben op de positie van regio's en provincies in wijder verband,
zijn doorgaans gebaseerd op een zeer selectieve interpretatie van de ruimte. Regio's
hebben er baat bij zich te positioneren als belangrijke schakel in ruimtelijk-economische
relaties die delen van het Europese continent omspannen. Waar veel geld op het spel staat
en er een sterk geloof is in het sturingsvermogen van beleid, bestaat een grote
gretigheid om communicatief alles uit de kast te halen. Het realiteitsgehalte van deze
ruimtelijke concepten lijdt hieronder. Vaak wordt gebruik gemaakt van retoriek, in beeld
en in geschreven taal. Conceptualisering neemt de vorm aan van geopolitiek.
Ruimtelijk-economisch beleid, met zijn belofte van een 'pot goud aan het eind van de
regenboog', doet menig bestuurder grijpen naar zwaar aangezette concepten over de
beloftevolle positie van de eigen regio in groter verband. Dit heeft veelal geleid tot
claims voor de aanleg van infrastructuur. De vraag is echter of de relaties die deze
infrastructuur zou moeten faciliteren, in werkelijkheid wel zo sterk zijn als wordt
voorgesteld.
Tussen droom en retoriek. De conceptualisering van ruimte in de Nederlandse planning, Wil
Zonneveld & Femke Verwest, Rotterdam/Den Haag: NAi Uitgevers/RPB. ISBN 90 5662 4806
Prijs euro 22,50
Te bestellen bij de boekhandel of via NAi Boekverkopers, telefoon 010 4401203
Voor een recensie-exemplaar (uitsluitend voor pers) of meer informatie:
Ruimtelijk Planbureau, Bureau Communicatie, Paul Splinter, telefoon 070 3288 746 of 06
5267 1626; splinter@rpb.nl.