Gemeente Groningen

woensdag 14 december:
Extra milieuonderzoek voor Meerstad

De effecten, die de ontwikkeling van het gebied Meerstad heeft op het milieu, moeten uitgebreider in kaart worden gebracht, zo adviseert de landelijke MER-commissie aan de gemeenten Slochteren en Groningen. MER staat voor Milieu Effect Rapportage. De gemeenten vertalen het advies nu in Richtlijnen voor de MER. De GEM Meerstad streeft ernaar de uitgewerkte MER voor Meerstad begin 2006 klaar te hebben.

MER globaal bestemmingsplan
Het vastgestelde Masterplan wordt in delen uitgewerkt. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen het gebied ten zuiden en het gebied ten noorden van het Slochterdiep. Er wordt gestart in het zuidelijke deel, grotendeels op het grondgebied van de gemeente Slochteren. De ontwikkeling van het noordelijke deel komt pas na 2012 aan bod. Om met het zuidelijke deel te kunnen beginnen, moet daarvoor eerst een globaal bestemmingsplan worden gemaakt. Ook moeten daarbij de milieueffecten in kaart worden gebracht. Dit laatste is voor het totale Masterplan weliswaar al gedaan (het vrijwillige MER), maar recente uitspraken van de Raad van State hebben duidelijk gemaakt dat een vrijwillige MER niet voldoende is. Voor het bestemmingsplan zal dus opnieuw een MER-procedure gevolgd moeten worden. Daar komt bij dat het sinds kort op grond van Europese regelgeving verplicht is om voor het globaal bestemmingsplan ook een zogeheten `Strategische Milieubeoordeling' (SMB) op te stellen. Dit is wat inhoud betreft grotendeels vergelijkbaar met het vrijwillige MER van het Masterplan. De SMB wordt dan ook gebaseerd op (geactualiseerde) gegevens van dat vrijwillige MER.

Effecten gehele plangebied
De MER-commissie adviseert om naast de activiteiten in het bestemmingsplangebied en de milieu-effecten hiervan, ook de effecten op de rest van het Masterplangebied te onderzoeken en te beschrijven. Daarnaast adviseert de MER-commissie om voor het gebied van het globaal bestemmingsplan op enkele onderdelen (zoals de ontgronding) de milieu-effecten meer gedetailleerd in beeld te brengen.

Voor de planning van Meerstad betekent dit dat er aan het begin vertraging gaat optreden omdat er meer onderzoek nodig is. Deze verandering in het traject heeft gevolgen voor de zandwinning. Er zou 40 ha zand, dat uitgegraven wordt voor het meer, gebruikt worden voor de aanleg van het Euvelgunnetracé. Dit gaat niet door. Dit betekent dat er voorlopig geen leidingen in het gebied worden aangelegd, om het uitgegraven zand naar zijn nieuwe plaats van bestemming te persen. Later uit te graven zand zal weer binnen het gebied gebruikt voor het ophogen van nieuwe woongebieden.

Inspraak
De uitspraak van de MER-commissie was het slotakkoord van de inspraak op de startnotitie over het bestemmingsplan en de ontgronding. Ook bewoners konden hierop inspreken. In totaal waren er vijf inspraakreacties. Belangenvereniging M.E.E.R.-dorpen heeft onder meer tekstuele opmerkingen gemaakt over het zanddepot en het grondwater en benadrukt nogmaals het belang van een afslag Harkstede op de A7 en een ontsluitingsweg van Centraal Meerstad naar de Europaweg. Milieudefensie wil dat het mogelijk wordt, om windturbines in Meerstad te plaatsen, en wil meer duidelijkheid over de kwaliteit van het openbaar vervoer en de fietsvoorzieningen. Verder waren er nog drie reacties van individuele bewoners. Alle reacties worden samen met het advies van de Commissie MER voorgelegd aan de gemeenteraden als zij de Richtlijnen voor het op te stellen MER moeten vaststellen.