Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Contactpersoon

-
Datum
22 december 2005
Ons kenmerk
DGTL/05.008395
Doorkiesnummer

-
Bijlage(n)
2
Uw kenmerk

-
Onderwerp
Preventie maatregelen van luchtvaartmaatschappijen ter voorkoming van risicovol gebruik van alcohol, drugs en medicijnen door vliegend personeel.

Geachte voorzitter,

Op 15 april 2004 heb ik u per brief ingelicht over mijn voornemen om in overleg met de luchtvaartmaatschappijen nader te onderzoeken wat voor andere preventiemaat-regelen mogelijk zijn ter voorkoming van risicovol gebruik van alcohol, drugs of medicijnen door vliegend personeel. In de brief heb ik u medegedeeld dat ik voor mijn vervolgaanpak de volgende uitgangspunten zal hanteren;


1. Een zo hoog mogelijk veiligheidsniveau in de luchtvaart.
2. Het neerleggen van verantwoordelijkheden bij de sector zelf, dit mede gezien de eigen verantwoordelijkheid van de sector voor een veilige vluchtuitvoering.

3. Alleen daar regels stellen waar dat noodzakelijk is voor de veiligheid om tegelijkertijd maximale ruimte te laten voor de operator om tot economisch verantwoorde exploitatie te komen.

In het afgelopen jaar heb ik overleg met de sector en andere betrokken partijen gevoerd om deze punten nader uit te werken. Dit heeft geleid tot het opstellen van een protocol door de luchtvaartmaatschappijen, dat ik u als bijlage bij deze brief ter informatie aanbied. Aan de luchtvaartmaatschappijen die zich verbinden tot extra preventie inspanning in dit protocol, is toegezegd dat daarmee rekening wordt gehouden door de toezichthoudende instantie, de Inspectie Verkeer en Waterstaat. Een elftal luchtvaartmaatschappijen heeft de afspraak ondertekend. Bij luchtvaartmaatschappijen die het Protocol niet ondertekenen zal de Inspectie Verkeer en Waterstaat strenger controleren op preventie inspanningen ter voorkoming van alcohol en/of drugsgebruik in het kader van de Vergunning tot vluchtuitvoering. Samenvattend heeft het overleg tot de onderstaande bevindingen en afspraken geleid.

Het TNO rapport geeft nieuwe inzichten in de risico's en de behoefte aan regelmatige voorlichting over de gevaren met betrekking tot het vereiste 'fit-to-fly principe, met name op het terrein van drugs en medicijngebruik. Partijen erkennen het risico voor de vliegveiligheid van misbruik van alcohol, drugs en medicijnen en de luchtvaartmaatschappijen spreken in dit protocol af welke extra maatregelen zij willen treffen tot voorlichting en bewustwording van deze gevaren.
De luchtvaartmaatschappijen vinden dat huidige alcoholpreventie maatregelen (niet die voor drugs en medicijnen) die zij nemen, al leiden tot adequaat resultaat. Desalniettemin zeggen zij toe dat zij zich blijvend inzetten voor verbetering van de informatie en ook blijvend zullen monitoren wat de effecten op bewustzijn, kennis en gedrag van het personeel zijn.
Voor voorlichting en andere preventiemaatregelen ter voorkoming van risicovol gebruik van medicijnen en/of drugs zullen de luchtvaartmaatschappijen extra inzet plegen.
Overgaan tot 'self testing' maatregelen wordt door de luchtvaartmaat- schappijen wordt niet reëel gevonden. Voor drugs en medicijngebruik is nog geen sprake van een betrouwbare meetmethode om de historie van het gebruik vast te stellen. Met betrekking tot 'self testing' voor alcoholgebruik ziet de sector mogelijk nadelige effecten op het 'level playing field' tussen

Europese luchtvaartmaatschappijen. Sector denkt aan verantwoordelijkheid tegemoet te komen door inspanningen bij aanname selectie, de kwalitatief goede opleidingen met training op verantwoordelijkheidsbesef en interne maatschappij bewaking van het personeelsgedrag. Een kostbare extra investering in de vorm van 'self testing' achten de luchtvaartmaatschappijen daarom op dit moment niet reëel. Met de luchtvaartmaatschappijen is ook overeengekomen dat de effecten van de evaluatiemaatregelen geëvalueerd zullen worden. De wijze waarop dat zal gebeuren vormt onderdeel van dit protocol. Verkeer en Waterstaat zal als bijdrage aan deze evaluatie een belevingonderzoek instellen bij het personeel van betrokken luchtvaartmaatschappijen. De nulmeting vindt plaats in de eerste helft van 2006 en de evaluatie meting na 2 jaar.

Ik acht dit initiatief tot een 'gedragscode' een positieve bijdrage aan de luchtvaart-veiligheid.
Uit het voorliggend protocol blijkt mijns inziens dat de luchtvaartmaatschappijen eigen verantwoordelijkheid hebben genomen en zelf maatregelen hebben voorgesteld na zich overtuigd te hebben van de te verwachten effecten van de extra preventie. Ook de door hen voorgestelde evaluatie, over 2 jaar zal naar mijn mening een bijdrage hebben aan verbetering van de veiligheid.
Ik wijs u erop dat met deze aanpak geen sprake is van extra regelgeving noch doorbreking van het beleid inzake 'level playing field' in Europa. In de concept Europese operationele eisen voor de afgifte van een Vergunning tot vluchtuitvoering zal een zorgplicht worden geïntroduceerd voor vergunninghouders om haar personeel zoveel mogelijk te ondersteunen en faciliteren bij het voldoen aan de vereiste lichamelijke fitheid tijdens de vlucht. Ik zie ondertekening van bijgaand protocol als een pro-actieve invulling van deze komende zorgplicht.

De hiervoor geschetste aanpak heeft betrekking op vliegend personeel van luchtvaart-maatschappijen. Ik streef ernaar om bij gebleken succes deze aanpak ook te over-wegen voor andere functies, zoals het vliegtuigonderhoudspersoneel in de luchtvaart.

Hoogachtend,

DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

mw drs M.H. Schultz van Haegen
Protocol

Maatregelen ter preventie van Alcohol (overmatig), drugs en medicijngebruik vliegend personeel van Nederlandse AOC houders.

Omschrijving
Programma van maatregelen waaraan participerende AOC houders zich, op vrijwillige basis, verplichten. De verschillende onderdelen worden op algemene inhoud omschreven en kunnen per bedrijf verschillend worden ingevuld, zolang aan inhoudelijke criteria wordt voldaan.

Maatregelen ter preventie van Alcohol, Drugs en Medicijngebruik binnen het bedrijf.


1.1 Het bedrijf ontwikkelt een visie en beleid aangaande preventie alcohol, drugs en medicijngebruik in de lijn van het overeengekomen protocol. De visie en het beleid zijn terug te vinden in één van de permanente publicaties of boekwerken voor vliegend personeel van het bedrijf. Tenminste één maal per jaar wordt een losse publicatie uitgegeven over dit onderwerp in een daartoe geëigend medium Zie "Publicaties".


1.2 Aannametraject:
Het bedrijft test nieuw te werven vliegend cockpit personeel op sporen van drugs- en (overmatig of risicovol) alcoholgebruik tijdens initiële medische keuring.
Specifieke instructie vliegmedische keuringsinstantie. Deze paragraaf alleen toepasbaar indien relevante testresultaten medisch- technisch mogelijk en de meetmethodiek betrouwbaar zijn. Verder dient hiervoor een level playingfield gecreëerd te zijn binnen de EU.


1.3 Tijdens de sollicitatieprocedure wordt het maatschappijbeleid aangaande drugs- en alcoholgebruik expliciet aan kandidaat duidelijk gemaakt. Hierbij wordt ook gerefereerd aan de wettelijke bepalingen. Instructie personeel bij sollicitatiegesprekken.


1.4 Het bedrijf creëert speciale meldpunten en of benoemt vertrouwenspersonen waar zaken op het gebied van alcohol, drugs- en medicijngebruik gemeld kunnen worden. Ook brengt het bedrijf de medewerker op de hoogte van het functie en werkwijze van het Onafhankelijk Vertrouwensteam Burgerluchtvaart (OVB). Laagdrempeligheid en vertrouwelijkheid moeten worden geborgd. Note: Voor de kleine luchtvaart is het creëren van speciale meldpunten en of benoemen van vertrouwenspersonen niet altijd passend gezien de grootte van de maatschappij. Daarom is dit aspect niet verplicht voor deze groep. Wel blijven de andere aspecten van kracht.
Vaste publicatie meldingspunt/VP met telefoonnummers/adressen


1.5 Het bedrijf zorgt, samen met de betrokken vakbond, voor CAO bepalingen (voor bedrijven die niet beschikken over een CAO worden deze bepalingen opgenomen in de arbeidsovereenkomst) aangaande verplichtingen van de werknemer t.a.v. van gebruik van medicijnen, drugs en alcohol, en maatregelen.

Publicaties


2.1 Permanente publicaties
In het kader van JAR-OPS 1/3 compliance worden in het Basic Operating Manual, chapter Crew Health Precautions , de wettelijke bepalingen en beleid van het bedrijf aangaande gebruik alcohol, drugs en medicijnen opgenomen. Naast het hiervoor genoemde wordt nader ingegaan op de werking, gevaren en gevolgen van genoemde middelen of eventuele verwijzing naar een andere permanente publicatie van het bedrijf waar uitvoerig op deze materie wordt ingegaan.

Publicatie beleid en wettelijke bepalingen in Basic Operating Manual.

Voorlichting en informatie over uitwerking, gevaren en gevolgen van gebruik alcohol, drugs en medicijnen in Flight Safety Manual, of gelijkwaardige permanente publicatie (zie ook Training and Checking). Inhoud gescreend door vliegmedische instantie of ter zake deskundige organisatie. Deze screening behoort tenminste eenmaal per vijf jaar te geschieden en kan samenvallen met een uit te voeren Risico Inventarisatie en Evaluatie(RI&E).

Ten minste zullen de volgende onderwerpen worden belicht: Alcohol
Drugs:
Drugs
Voorgeschreven drug (medicamenten)
Over the counter drugs (medicamenten)
Combinaties daarvan
(groepen)werkzame stoffen, verschijningsvormen
Expliciete aandacht voor de zg. Party-drugs
Gevolgen inname korte en lange termijn op het menselijk lichaam, gedrag en functioneren, in relatie tot taakuitvoering binnen luchtvaart Verslavingsproblematiek
Medicamenten: controle van door arts voorgeschreven middelen door vliegmedische instelling
Gevaren combinatie medicijnen met alcohol en/of drugs Slaapmiddelen en medicijnen zonder recept
Wettelijke bepalingen inzake het gebruik van alcohol en drugs voor vliegend personeel
Beleid betreffende maatschappij/bedrijf
Maatregelen bij ongeoorloofd gebruik/misbruik alcohol en drugs


2.2 Periodieke publicaties

Ten minste één maal per jaar verschijnt een publicatie over een gerelateerd artikel in een geschikt medium (personeelsblad, intranet of anderszins). Hierbij kan worden ingegaan op recente ontwikkelingen en kan aandacht geschonken worden aan gelegenheden of plaatsen binnen en buiten het werkgebied waar problemen met alcohol en of drugs zich zouden kunnen aandienen.

Training en Checking


3.1 Initial training
Tijdens de initial training wordt voorlichting gegeven over alcohol, drugs en medicijngebruik, als onderdeel van Flight Safety/Crew Health Precautions.
Kennis over dit onderdeel wordt getoetst (bv.kennis over algemene medicamenten (reactievermogen) en de goede manier van denken om tot besluitvorming over de eigen vlieggeschiktheid/fitheid bij medicatie en onderliggende ziekte te komen aangaande de fitheid om te vliegen) binnen het examen Flight Safety voor zowel Cockpit als Cabinepersoneel.

Module Preventie Alcohol,drugs en medicijngebruik wordt uitgevoerd door terzake kundige instantie (ARBO, Jellinek, GGD e.a.) of door eigen personeel dat instructie en training heeft ondergaan door een dergelijke instantie.
Inhoudelijk wordt tenminste voldaan aan de items zoals beschreven bij "permanente publicaties", en is omschreven in de trainingsyllabus voor deze module.


1. Recurrent Training
Het jaarlijks examen Flight Safety (cockpit en cabine) bevat een aantal relevante vragen over preventie alcohol, drugs en medicijngebruik. Doel hiervan is de kandidaat te stimuleren op regelmatige basis zijn of haar kennis betreffende deze onderwerpen te verversen.

Vragenlijst/toets Flight Safety

Deze onderwerpen worden ook op regelmatige basis besproken tijdens recurrent simulator training voor cockpit en, voorzover van toepassing, bij zg. Joint training van cockpit en cabine, of andere daarvoor geschikte podia.
Frequentie mimimaal eens per twee jaar


4. Implementatietermijn

De AOC houders verplichten zichzelf om het protocol binnen maximaal één jaar na ondertekening te hebben ingevoerd.


5. Voor accoord:

Datum .............

Organisatie .............

Functie .............

Naam .............

Handtekening .............
Bijlage 2

Luchtvaartmaatschappijen die het protocol over preventiemaatregelen tegen risicovol gebruik van alcohol, drugs en medicijnen ondertekend hebben geretourneerd naar DG Transport en Luchtvaart als depositair.

l

|Martinair             |R.J.T.Bakker, Hoofd       |Schiphol      |
|                      |Vliegdienst               |Airport       |
|Transavia             |C.Vrieswijk, executive    |Schiphol      |
|                      |vice president            |Airport       |
|KLM                   |Y. de Haan, Hoofd         |Schiphol      |
|                      |vliegdienst               |Airport       |
|Denim Air B.V.        |R.H.Tieleman              |Eindhoven     |
|ANWB Medical Air      |H.Versluijs, directeur    |Utrecht       |
|Assistance            |                          |              |
|Orange Airctraft      |K.van der Woude, directeur|Lelystad.     |
|Leasing               |                          |              |
|Heli Holland Air      |R. van den Haring         |Lelystad      |
|Service B.V.          |                          |              |
|Helicon Helikopters   |N.Eikelenboom, manager    |Bergen Op     |
|B.V                   |                          |Zoom          |
|CHC Airways           |J.A.Hippe, Postholder     |Hoofddorp     |
|                      |Flt.OPS                   |              |
|Interstate Airlines   |R.Stinga, President       |Maastricht-Air|
|                      |                          |port          |
|                      |                          |              |
|                      |                          |              |
|                      |                          |              |
|                      |                          |              |
|                      |                          |              |
|                      |                          |              |
|                      |                          |              |

-----------------------
29 200 XII Nr. 127
EU-OPS, Algemeen akkoord van de Transportraad eind 2004