Persberichten
3 januari 2006
Verhorend koppel Kees B. niet vervolgd
Het Openbaar Ministerie in Rotterdam zal de politiemensen bij wie Kees
B. in 2000 een bekennende verklaring aflegde in het onderzoek
Beatrixpark, niet vervolgen. Dat heeft hoofdofficier Van Brummen aan
de raadslieden van B. geschreven. Tegen de politiemensen was in
januari 2005 aangifte gedaan wegens dwang (art.284 WvSr.) omdat zij
door de gebruikte verhoortechnieken Kees B. zouden hebben gedwongen
tot het afleggen van een valse bekentenis.
Volgens Van Brummen is in het evaluatieonderzoek van AG Posthumus
gebleken dat van ontoelaatbare druk geen sprake is geweest tijdens de
verhoren. Posthumus stelde op verzoek van het College van
procureurs-generaal een onderzoek in nadat was gebleken dat Kees B.
onterecht veroordeeld was voor de feiten in het Beatrixpark.
Kees B. werd uiteindelijk onherroepelijk veroordeeld voor de
gebeurtenissen in het Beatrixpark waarbij in juni 2000 een 10-jarig
meisje werd gedood en haar 11-jarig vriendje zwaar gewond raakte. B.
werd mede veroordeeld omdat hij vlak na zijn aanhouding drie keer een
bekennende verklaring aflegde. Later kwam hij daarop terug. B. werd
eind 2004 op vrije voeten gesteld nadat gebleken was dat een 26-jarige
Rotterdammer verantwoordelijk was voor de feiten. Deze man is
inmiddels veroordeeld tot achttien jaar cel en tbs.
Openbaar Ministerie