Gemeente De Marne


Nieuwjaarstoespraak burgemeester Stam

Namens het gemeentebestuur heet ik u van harte welkom op deze traditionele nieuwjaarsreceptie.

Het doet ons goed u allen hier te zien.

En het geeft ons de gelegenheid u te bedanken voor uw bijdrage aan onze gemeente.

De oudejaarsnacht is weer voorbij.

Er is vuurwerk afgestoken en feest gevierd, maar het is betrekkelijk rustig gebleven.

En ja, daar ben ik blij om.

Van harte dank ik de mensen van de brandweer, van de politie en van gemeentewerken, die op oudejaarsdag en nacht voor ons aan het werk zijn geweest. Zij hebben koelbloedig ingegrepen waar dat nodig was, en op voortreffelijke wijze de wegen begaanbaar gehouden.

Afscheid van 2005.

Voor de Marne was 2005 een jaar waarin veel belangrijke besluiten zijn genomen die in 2006 tot uitvoering komen.

Van een wirwar van 80 bestemmingsplannen gaan we terug naar de helderheid van drie bestemmingsplannen - kleine kernen, grote kernen, buitengebied.

Ontwikkelingen in Leens - Oost zijn voorbereid, het bedrijventerrein en de woningbouw in Ulrum idem dito, Kruisweg en Molenrij en de Kloostersingel in Kloosterburen zijn opgeknapt met up-to-date riolering, de brandweerkazerne in Zoutkamp is vernieuwd, alle percelen van Aagtsheem in Eenrum zijn verkocht, in Wehe is een nieuwe peuterspeelzaal gekomen en Zoutkamp beleefde een mooie zomer met veel cultuur, historische schepen en vrachtauto's.

De raad heeft een besluit genomen over de invoering van diftar.

Een zorgloket is tot stand gekomen en de sociale diensten van Winsum en De Marne zijn samengegaan in een bedrijfsverzamelgebouw.

Het kan een goed of een verdrietig jaar zijn in je persoonlijk leven - je huwelijk gesloten, je eerste kleinkind geboren, een noodlottig ongeluk, een sterfgeval. Na de dagen van december geeft een nieuw jaar weer nieuwe energie -. Nieuwe ronde, nieuwe kansen.

Het nieuwe jaar 2006 is voor De Marne het jaar waarin de opknapbeurt van het dorp Zoutkamp wordt afgerond,

de openbare basisschool De Lydinghe een tijdelijk nieuw onderkomen krijgt in afwachting van de brede school,

de visie voor Eenrum vorm krijgt,

de uitvoering van het masterplan Pieterburen begint

en de verbetering van Lauwersoog wordt ingezet, van strand tot haven.

En zelfs met het openbaar vervoer in ons dunbevolkte gebied gaan we aan de slag: extra busjes in slecht bediende streken.

We mogen optimistisch zijn: we zijn in staat plannen te realiseren.

We halen geld binnen - van de provincie, van Europa, kompassubsidie,

en het Waddenfonds geeft nieuwe mogelijkheden.

Dat houdt in: kansen grijpen wanneer die zich voordoen.

Maar we moeten ook zelf bijdragen!

Buiten hebt u waarschijnlijk de beelden gezien op de plaats waar wij normaal gesproken de vlag uithangen.

Zoals ze gistermorgen voor mij opdoemden uit de schemering was het als een prachtig kunstwerk.

De makers hebben een boodschap die haaks staat op het beleid van De Marne.

De gemeente probeert met allerlei maatregelen er voor te zorgen dat mensen meedoen in de samenleving. Want van thuiszitten en uitgesloten zijn wordt niemand gelukkig. Het is wel een kwestie van tweerichtingsverkeer. Iedereen moet bijdragen, werk zoeken, onderwijs volgen, kansen benutten, hoe klein ook.

Geen jongere van school zonder startkwalificatie. Maar ook werkervaring opdoen. Ja, ook bij Ability, waarmee het trouwens gelukkig weer een stuk beter gaat dan zich vorig jaar liet aanzien.

2006 is een verkiezingsjaar: een nieuwe gemeenteraad gaat aantreden, en een nieuw college. Langs vreedzame weg wisselen in onze democratie de leiders.

Het is belangrijk dat er mensen zijn die zich willen inzetten voor die democratie, en het werk dat politici verrichten, is belangrijk.

Ik weet wel dat er vaak niet in die termen over gedacht wordt.

Veel mensen zeggen een afkeer van de politiek te hebben, en zeggen dat ook openlijk. Het is een beetje mode om er op neer te zien.

Maar gemeenteraadsleden verdienen respect voor het werk dat ze doen voor de gemeenschap, en niet alleen vanwege de grote hoeveelheid tijd die zij er in steken.

Het is lastig werk, ongewoon werk, een afweging van belangen die soms compromissen vergt en daardoor vuile handen maakt. Daarom juist is respect op zijn plaats.

Maar niet alleen politici bepalen onze samenleving. Ik kom daar straks nog op terug.

In het publieke debat van deze periode dringen zich begrippen op als de teloorgang van gemeenschapsgevoel, van burgerzin, van zorg - voor - elkaar. We zijn de laatste jaren doodgegooid met een begrip als normvervaging.

Teloorgang is een woord met een romantische klank.

Men beschrijft er vaak mee hoe de orde van vroeger, de chaos van nu is geworden;

hoe solidariteit tot egoïsme, het collectief belang tot eigenbelang, de zondagsrust tot onderdeel van een 24-uurs-economie verwerd. En dat alles zou dan het gevolg zijn van de individualisering.

Is het allemaal zo ernstig, en was het vroeger zo goed als we denken het ons te herinneren?

Onze samenleving verandert als gevolg van het feit dat burgers steeds zelfstandiger in het leven staan. Los van oude instituties als de kerk, de politieke partijen. Het betekent voor sommigen het wegvallen van houvast; voor anderen bevrijding als uit een al te omknellend korset.

Dat houvast is ook in De Marne niet meer vanzelfsprekend.

In Ulrum bijvoorbeeld hebben we een lastig jaar afgesloten, maar op goede wijze afgesloten. Wij zijn blij dat we samen met dorpsbelangen de problemen met de jeugd die er lagen hebben opgepakt. Ik heb niet de illusie dat alles opgelost is; extra investering in jeugdbeleid blijft noodzakelijk. Maar het is wel een voorbeeld van gebrek aan normen, gecombineerd met veel drank op zeer jeugdige leeftijd.

De alledaagse praktijk bij ons is niet een probleem van Veiligheid met een hoofdletter, het is de praktijk van de kleine conflicten, de grote ergernissen, de misverstanden en voortetterende burenruzies. En die alledaagse praktijk kunnen we onaangenaam vinden, maar hij vraagt om alledaagse tolerantie, om meer hoffelijkheid en meer respect.

De straat vormt het gezicht van de samenleving. Wat voor gedrag past daar?

Wat is daar de norm, en wat verdragen we daar, en wat tolereren we niet?

Rondhangende jongeren?

Is dat een probleem of alleen maar onaangenaam?

Wat hoort bij de cultuur en bij de levenswijze van jongeren?

De overlast in onze samenleving, en dus een gevoel van onveiligheid, ook hier in de Marne, kunnen we niet oplossen met behulp van de sterke arm van de politie alleen. De basis is toch: hoe gaan we met elkaar om. Wat vinden we normaal, wat tolereren we en wat niet. En wat leren we onze kinderen? Want geweld is een onderdeel van de samenleving en gaat niet vanzelf weg.

Durven we er wat van te zeggen?

Uit allerlei onderzoeken blijkt dat mensen een omgeving als veilig ervaren, wanneer die goed onderhouden, heel en schoon is.

Veiligheidsbeleid is voor het grootste deel beleid dat thuis hoort bij openbare werken, maatschappelijk werk, bij welzijnswerk, bij de school. Bij de gemeente, dus. En voor het laatste deel - als sluitstuk - bij de politie.

De plaats waarin je opgroeit, is een deel van je opvoeding, heeft Henk Hofland ooit gezegd. De dorpen waarin wij leven en waarin onze kinderen opgroeien zijn niet meer die van vroeger. We moeten dat onder ogen zien. Voorzieningen die er vroeger waren verdwijnen, en dat betekent verlies, (ik denk dan aan winkels, consultatiebureaus) maar het autobezit is enorm toegenomen, en geeft nieuwe mogelijkheden.

Ieder jaar weer, wanneer we een avond houden voor nieuwe inwoners, verwonderen we ons over het grote aantal mensen dat van ver weg zich in onze gemeente vestigt. Het is overigens nog steeds niet goed te bepalen hoe het staat met onze inwoners. Er zijn 121 kinderen geboren en 84 mensen overleden. 457 personen hebben zich hier gevestigd, 641 zijn vertrokken. Maar pas na dit jaar na het sluiten van het AZC wordt duidelijk hoe het staat met uitstroom en nieuwe instroom.

Ook nieuwe inwoners maken dat onze dorpen veranderen. We werden daar extra mee geconfronteerd op de avond dat we het convenant met de besturen van de verenigingen van dorpsbelang bespraken. Sommigen zeiden: er komen veel nieuwelingen wonen, maar daar hebben we niks aan; zij doen niet mee. In andere dorpen was het geen probleem: nieuwe bewoners kregen als welkom een bloemetje en een uitnodiging om lid te worden van de vereniging.

Ik moest die avond denken aan een congres dat ik bijwoonde, en dat ging over de vitaliteit van het platteland. Er was een hoge regeringsfunctionaris uit Finland die vertelde hoe men in Finland probeert zaken voor elkaar te krijgen.

De basis is: samenwerking van gemeentebestuur en burgers en ondersteuning door ambtenaren. Maar niet zo dat het bestuur in meerderheid is, en dus uiteindelijk in zijn eentje bepaalt. Het motto is: om wat voor elkaar te krijgen heeft het bestuur de burgers nodig, hun ideeën, hun vrijwilligerswerk, en ja, ook hun geld. En dus besluiten ze ook mee.

Dat lijkt mij een heel goed uitgangspunt.

Maar hoe moet het wanneer je als pas gekozen gemeenteraad andere ideeën hebt dan de inwoners?

We hebben wat ervaring met Leader-programma's. Om in het leadergebied Lauwersland Europese subsidie te krijgen moest een Lokale Actie groep worden gevormd, die voor het merendeel uit niet- bestuurders bestond, en die besliste over het al dan niet toekennen van subsidie.

Ik weet dat de raad er veel moeite had met voor het blok gezet te worden wat co-financiering betreft.

Het is goed dat initiatieven uit de samenleving waar een gemeentebestuur niet mee aan de slag gaat, zo toch gehonoreerd kunnen worden.

En we hebben ook als gemeente geprofiteerd en onderdelen van de herstructurering van Zoutkamp kunnen financieren. Met name de investeringen in toeristisch aantrekkelijke projecten waren anders niet van de grond gekomen. Ik denk aan de theekoepel en het Ede-Staalpad op Verhildersum, de molen in Mensingeweer die een toeristische functie krijgt, de insektenwereld.

Het mobiliseren van de inzet van onze inwoners, maar hun ook de ruimte geven, zal steeds belangrijker worden. En er leeft heel erg veel. Wat te denken bij voorbeeld van twee particuliere initiatieven om voor gehandicapte mensen zorg, begeleiding, woonruimte en werk te organiseren?

Het heeft ook iets bevrijdends als voor alle problemen in onze samenleving niet slechts naar de overheid gekeken wordt. Dat iedereen zijn steentje bijdraagt aan de oplossing van problemen die er zijn.

Ik roep u op om mee te doen. Om op uw eigen wijze te bouwen aan onze gemeenschap.

Er zijn mensen die dit al jaren doen. Ik denk dan aan de besturen van dorpsbelangen, de vrijwillige thuiszorg, de sportclubs en al die verenigingen die De Marne rijk is. Een groep in het bijzonder wil ik hier noemen.

En ik vraag

mevrouw Bokma,

mevrouw van Eck,

mevrouw Postema,

mevrouw Schrijner,

mevrouw Rozema,

en lest best mevrouw Halsema

even naar voren te komen.

U bent degenen die als vrijwilliger hebben geholpen aan het goed verlopen van de opvang van mensen die asiel hebben aangevraagd. Natuurlijk in het AZC in Ulrum, maar niet alleen daar. In april sluit de poort definitief. Velen hebben gedacht met angst en beven: hoe moet dat, zoveel mensen erbij in zo'n klein dorp. Maar het is allemaal heel goed gegaan. De afsluiting van projecten als Mien toentje en het aanbieden van een bank versierd met mozaïek maakt zelfs weemoedig. Ook al is het een komen en gaan geweest, de asielzoekers hoorden er bij. We zullen meer dan in het verleden te maken houden met mensen uit andere delen van de wereld. Want wie in Nederland komt en blijft, moet ook een plek om te wonen krijgen. Ook op De Marne wordt dan een beroep gedaan.

Maar ik wil graag deze ontvangst aangrijpen om namens het gemeente-bestuur u allen te bedanken. U hebt u ingezet, belangeloos, en in het begin misschien tegen de stroom in.

Ik weet dat de confrontatie met zoveel leed het niet gemakkelijk maakt.

U hebt daarin uw hart laten spreken, u hebt een eigen afweging gemaakt, en er voor gezorgd heeft dat de asielopvang een menselijker gezicht heeft gekregen dan anders het geval was geweest.

Heel hartelijk daarvoor, en ik vraag u onze dank over te brengen aan degenen die ook hebben meegeholpen,en hier vanavond niet konden zijn.

Graag wil ik onze dank onderstrepen met een boeket.

Dan rest mij niets dan u een gezellige avond en een heel goed en gelukkig jaar toe te wensen.