âOpheldering over stroomstoring Haaksbergenâ
âBinnen twee maanden weten we waarom het zo lang duurde voordat de
stroomstoring in het Overijsselse Haaksbergen werd verholpen. Eind
februari brengen de Mededingingsautoriteit en de Inspectie Openbare
Orde en Veiligheid hun rapport uit.â Dat maakte mr. Geert Jansen,
Commissaris van de Koningin in de provincie Overijssel, vandaag bekend
tijdens zijn nieuwjaarstoespraak in het provinciehuis te Zwolle.
De minister van BZK heeft burgemeesters en Commissarissen van de
Koningin verzocht zich bewust te zijn van hun eigen positie ten
opzichte van de netbeheerders. Jansen: âOngeacht het antwoord op de
vraag wie verantwoordelijk is en ongeacht de uitkomsten van de
rapporten, lijkt het mij van belang om binnen Overijssel zo spoedig
mogelijk informatie beschikbaar te krijgen over herstelduur, over
besluitvorming inzake het inzetten van noodvoorzieningen en de
beschikbaarheid van noodaggregaten. Ik weet zeker dat niet alleen
burgemeester Loohuis van Haaksbergen, maar ook anderen er behoefte aan
hebben om heel scherp in beeld te krijgen wie, welke instantie in het
publiek domein, welke eindverantwoordelijkheid draagt. Ik zal dan ook
zo spoedig mogelijk met de meest betrokken burgemeesters overleggen om
gezamenlijk op te trekken om die informatie boven tafel te krijgenâ.
Jansen verwacht een landelijke discussie over de langdurige
stroomstoring in Haaksbergen en stelde dat de minister van Economische
Zaken in het publieke domein een zeer belangrijke rol vervult op het
terrein van de energievoorziening. âDe Elektriciteitswet bepaalt dat
de minister éénmaal per 4 jaar een energierapport vaststelt, met
daarin ondermeer informatie over de wijze waarop resultaten van een
betrouwbare en duurzame energiehuishouding wordt nagestreefd.
Jaarlijks, vóór 31 juli, publiceert de minister bovendien een
verslag met daarin de getroffen of voorgenomen maatregelen onder meer
met betrekking tot productie- en netwerkcapaciteit, de kwaliteit en de
staat van onderhoud van de netten en de maatregelen in geval van
piekbelasting.â
Ook zal er dit jaar naar verwachting uitvoerig gediscussieerd worden
over het âmiddenbestuurâ. Vooral naar aanleiding van de bestuurlijke
problematiek in de Randstad. Jansen is van mening dat de situatie per
provincie verschilt en dat er daarom niet een eensluidende oplossing
is voor alle provincies. Zo kent Overijssel â na grootschalige
herindeling â vrijwel uitsluitend middelgrote en grote gemeenten,
zeker in vergelijking met Noord- en Zuid-Holland.
âDé oplossing voor de problemen in de Randstad zou weleens het
probleem voor andere delen van het land kunnen wordenâ, aldus Jansen.
De provincie Overijssel zoekt het vooral in samenwerking en
partnerschap, zowel binnen de provincie als over de provinciegrens. In
dat verband merkte Jansen op dat het partnerschap tussen de provincie
en de regio Twente op korte termijn geregeld moet worden in een
bestuursovereenkomst.
Provincie Overijssel