Technische Universiteit Delft

Delftse fijnstofmeter pikt vuile auto's er zo uit

Aan de TU Delft is meetapparatuur ontwikkeld waarmee de roetuitstoot van afzonderlijke, voorbijrijdende auto's is te meten. Het apparaat kan helpen bij het terugdringen van fijn stof in de atmosfeer. Een uitgebreid verhaal over de fijnstofmeter is te lezen in het meest recente nummer van Delft Integraal.

Uit gezondheidsoverwegingen wil de overheid de uitstoot van fijn stof de komende jaren verder terugdringen. Sommige wetenschappers schatten de gezondheidsschade door fijn stof in Nederland op 15.000 doden per jaar, al zijn deze getallen nog onderwerp van debat.

Het verkeer, en dan vooral de roetuitstoot door dieselauto's, is een van de voornaamste veroorzakers van fijn stof in de lucht. Recent onderzoek van de TU Delft kan bij de aanpak van deze roetuitstoot een flinke steun in de rug zijn. In de onderzoeksgroep van prof.dr. Andreas Schmidt-Ott is namelijk een fijnstofmeter ontwikkeld waarmee de roetuitstoot van afzonderlijke auto's gemakkelijk in kaart is te brengen.

Met deze meter hoef je niet meer in de uitlaatpijp van de auto te meten maar kan je gewoon vanuit de berm de uitstoot van het voorbijrijdende verkeer bepalen. Met de huidige meetinstallatie kunnen uitlaatpluimen onderscheidend van elkaar worden bepaald wanneer auto's met een interval van minimaal acht seconden voorbijrijden. Schmidt-Ott: 'Als je een begin wilt maken met het oplossen van de fijnstofproblemen, dan moet je de emissies van afzonderlijke auto's meten. Met dit systeem pik je de meest vervuilende auto's er zo uit.'

De roetmeter is inmiddels in de praktijk getest en de metingen van de Delftse onderzoekers hebben al opmerkelijke resultaten opgeleverd. De fijnstof-uitstoot blijkt enorm te verschillen per voertuig. Zo blijkt dat ongeveer 5 % van de zeven miljoen Nederlandse auto's verantwoordelijk is voor meer dan 40 % van alle fijnstofuitstoot die het verkeer veroorzaakt. Deze 'supervervuilers' zijn meestal diesels, maar ook auto's die rijden op een zogeheten armmengselmotor met directe benzine-inspuiting.

De meetopstelling bestaat uit een koolstofsensor (roet bestaat uit koolstofdeeltjes) en een kooldioxidesensor. Het principe van de koolstofsensor is dat men koolstofdeeltjes oplaadt met een ultraviolette lichtbron. Onder invloed van de ultraviolette straling zenden de roetdeeltjes die in de lucht zweven elektronen uit (het foto-elektrisch effect) waardoor ze positief geladen worden. Die lading is te meten en is een maat voor de hoeveelheid roet. Tegelijkertijd meet het apparaat de hoeveelheid kooldioxide. De verhouding van de koolstofwaarden en de kooldioxidewaarden is een maat voor de uitgestoten hoeveelheid roet per liter brandstof. De Delftse fijnstofmeter is overigens nog een experimentele opstelling, maar volgens Schmidt-Ott zijn er geen belangrijke obstakels voor de verdere ontwikkeling van het apparaat.

Nadere informatie:
Prof.dr. Andreas Schmidt-Ott, tel.: 015 278 3540, e-mail: a.schmidt-ott@tnw.tudelft.nl Maarten van der Sanden, wetenschapsvoorlichter TU Delft, tel.: 015 278 5454, e-mail: m.c.a.vandersanden@tudelft.nl Karen Collet, persvoorlichter TU Delft, tel. 015 278 5408, e-mail: K.collet@tudelft.nl.