Samenwerking Kwijtschelding (05-01-2006)

Waterschap Rivierenland, AVRI en de gemeenten Tiel en Lingewaal slaan handen ineen

Vanaf 1 januari 2006 werken Waterschap Rivierenland, Afvalverwijdering Rivierenland (AVRI) en de gemeenten Tiel en Lingewaal samen op het gebied van kwijtschelding. Dit betekent dat burgers die in aanmerking komen voor kwijtschelding maar bij één organisatie kwijtschelding hoeven aan te vragen.

Iedere organisatie heft haar eigen belasting waar burgers kwijtschelding voor aan kunnen vragen. Voor Waterschap Rivierenland is dat de verontreinigingsheffing en of de ingezetenenomslag, voor Gemeente Tiel en Gemeente Lingewaal geldt het voor het rioolrecht (OZB gebruik wordt namelijk op 1 januari 2006 afgeschaft) en voor AVRI gaat het om de afvalstoffenheffing. Nu is het nog zo dat elke organisatie de kwijtschelding apart beoordeelt, terwijl het in praktijk over dezelfde groep mensen gaat. Daarom is er gekozen om op dit gebied samen te werken.

Hoe werkt het?

De belastingbetaler hoeft maar éénmaal per jaar een kwijtscheldingsverzoek in te dienen en wel bij Waterschap Rivierenland. Waterschap Rivierenland beoordeelt het verzoek en deelt de deelnemende instanties (AVRI en de gemeenten Tiel en Lingewaal) het resultaat van de beoordeling mee, waarna deze "automatisch" de beoordeling volgen en aan de aanvrager een gunstige dan wel afwijzende beschikking sturen. Degene die om kwijtschelding verzoekt krijgt wel van de vier instanties afzonderlijk een, overigens gelijkluidende, beslissing. Een eventueel beroep tegen een afwijzing moet ook bij het waterschap worden ingediend.

Een loket

We spreken hier dan ook van de één loket gedachte: bij één organisatie kwijtschelding aanvragen voor vier organisaties. Dit levert groot voordeel op voor de burgers die kwijtschelding vragen: zij hoeven zich maar tot één organisatie te wenden en maar één keer de gevraagde gegevens te overleggen.

Totstandkoming

Nadat in het verleden al eens een poging is gedaan om op het gebied van kwijtschelding samen te werken, is er, met name op aandrang van de Cliëntenraad, begin 2005 een werkgroep geformeerd. Geconstateerd werd dat er tussen de instanties vrijwel geen verschillen bestonden in zowel het kwijtscheldingsbeleid als de uitvoering daarvan. Deze conclusie was het startsein voor de samenwerking.