Nieuwjaarsspeech burgemeester Jorritsma 7 januari 2006
Inwoners van Almere, leden van college en de raad, dames en heren,
Almere, is dat niks? Het zal eind jaren zestig zijn geweest dat de
heer Otto, landdrost en directeur van de Rijksdienst voor de
IJsselmeerpolders, deze suggestie deed op de nieuwjaarsreceptie van de
Rijksdienst. Namen als Overgooi en IJmeerstad werden te licht
bevonden. Almere moest het worden. Een nieuwe stad, geboren uit
woningnood, op de bodem van de voormalige Zuiderzee.
We hebben van die nood een deugd gemaakt! We vieren dit jaar het
30-jarig bestaan van de stad. En als we zo ons heen kijken, dan kunnen
we trots zijn op Almere! Op de architectuur, het groen en het water en
niet te vergeten: op dat rare, maar bijzondere volkje: de bijna 180
duizend Almeerders!
We kunnen niet terugvallen op eeuwenoude tradities of historische
gebouwen, maar dát maakt ons nou juist zo bijzonder! Het geeft ons de
mogelijkheid om dingen eens helemaal anders aan te pakken. Met
wisselend succes, maar dat hoort erbij. Je weet morgen pas wat je
gisteren anders had moeten doen.
Ook van een korte geschiedenis kun je leren. Daarom is het goed dat we
ons steeds meer bewust zijn van die geschiedenis! In het stadhuis
heeft u al kennis kunnen maken met de tentoonstelling Dertig jaar
buren, waarin inwoners van de stad hun verhaal over Almere vertellen.
Als u nou zegt: ik wil eigenlijk óók wel eens over mijn herinneringen
praten, dat kan! U kunt vandaag plaatsnemen in de verhalenstoel! Bent
u meer van het toekijken, ook daar hebben wij aan gedacht. De Fotoclub
Almere heeft 30 jaar geschiedenis in beeld gebracht. Het resultaat
daarvan kunt u vanaf vandaag zien in de C-passage.
Leest u het liever thuis nog eens na? In dat geval kan ik u de
websites van de Stichting Historisch Almere en Het Geheugen van Almere
aanbevelen. Je vind er prachtige anekdotes, bijv. over bivakkeren in
de woestijn. Het leven in Almere bestond nog uit zand, bier en ander
vertier.
Na de eerste mijlpalen is het snel gegaan. In 1994 werd de grens van
100 duizend inwoners gepasseerd. Bij het 25-jarig bestaan in 2001
waren dat er 150 duizend. Vorig jaar heb ik de 175 duizendste inwoner
mogen verwelkomen.
Na Haven kwam Stad, Buiten, Hout en nú Poort. We hebben veel geleerd
over hoe je een stad moet ontwikkelen. Hoe je ervoor zorgt dat
goedkoop geen duurkoop wordt. Ook de markt is veranderd. Mensen staan
niet meer in de rij voor een woning. Consumenten hebben specifieke
woonwensen en zijn kritischer geworden. Wensen waar we meer naar
moeten luisteren. Maar de belangrijkste les is misschien wel dat je
soms beter kunt wachten, dan op voorhand in te leveren op kwaliteit!
'Volwassen worden is afstand nemen. Onder je moeders rokken vandaan!
Als je 30 bent, breng je niet meer op vrijdagavond de vuile was naar
je moeder. Te vaak worden er problemen op het bordje van de gemeente
gelegd die daar niet thuishoren. Te vaak heeft de gemeente de neiging
die problemen op te lossen. De gemeente zal meer afstand moeten nemen.
Tegen inwoners en organisaties zeg ik: vraag niet wat Almere voor ú
kan betekenen, maar vraag ook eens wat ú voor Almere kunt betekenen!
2006 wordt écht het jaar van het stadshart. We zien steeds meer
schetsen en maquettes tot leven komen. Het is een spannende tijd:
werkt het allemaal zoals we het hebben bedacht, hoe zijn de
verhoudingen, hoe reageert het publiek? Ik denk dat het fantastisch
wordt, maar het heeft wel tijd nodig. Laten we onszelf die tijd ook
geven!
Als het gaat om de toekomst van de stad loopt onze horizon tot 2010.
Hoe het daarna gaat weten we nog niet. Op die vraag kwam ook in 2005
geen antwoord. Toch is er achter de schermen wel wat beweging. Vlak
voor de jaarwisseling sprak het kabinet zich voor het eerst openlijk
uit voor een westelijke oriëntatie van Almere. Daarbij gaat het
kabinet uit van de bouw van 45 duizend woningen in de periode tussen
2010 en 2030.
Nog steeds een forse opgave, maar wel één die kansen biedt om de stad
zó te ontwikkelen als we ons hadden voorgenomen in het IOP en het
Stadsmanifest. Almere wordt een stad aan het water en kan nieuwe,
aantrekkelijke woonmilieus aanbieden! De voorwaarde voor die
westelijke ontwikkeling blijft de aanleg van de IJmeerverbinding.
Langs verschillende sporen wordt de haalbaarheid daarvan onderzocht.
Duidelijk is dat 2006 een belangrijk jaar wordt. De besluitvorming
over de noodzakelijke infrastructuur (Zuiderzeelijn, A6-A9 of
doorstroomvariant, de verbreding van de Hollandse Brug) is
doorslaggevend voor het antwoord op de vraag of we door kúnnen
groeien!
In Almere is de discussie over de vraag of we door wíllen groeien
gevoerd. De gemeenteraad heeft De Balans opgemaakt. We zijn minder
naïef en hebben een volwassen relatie opgebouwd met het Rijk en de
regio. We volgen niet blindelings onze hormonen, maar kijken kritisch
naar wat onze partners te bieden hebben.
Nu we weten wát Rijk en regio van ons vragen, gaan we het gesprek aan
over hoe we aan die vraag kunnen voldoen. De gemeenteraad heeft daar
unaniem een heldere uitspraak over gedaan. De raad kiest voor een
toekomstige stad in balans. Groeien kan alleen met behoud van
kwaliteit, dat wil zeggen: een gezonde economische ontwikkeling, een
solide financiële positie en een volwaardig voorzieningenniveau.
Een andere voorwaarde ligt op het terrein van veiligheid. We moeten
zorgen dat de criminaliteit niet meegroeit met de stad! Dat klinkt
misschien niet ambitieus, maar zal nog een hele opgave blijken. De
recent verschenen Veiligheidsmonitor geeft ons zicht op de
ontwikkeling van de criminaliteit sinds 2001 en laat ons zien hoe
Almere het doet in relatie tot gemeenten van vergelijkbare grootte.
Het algemene beeld is positief: Almeerders voelen zich veiliger dan in
2001. De objectgebonden criminaliteit (inbraken en vernielingen) is
afgenomen. Bewoners ervaren nog wel overlast. De verloedering
(vernielingen, zwerfvuil) is toegenomen. De tevredenheid over de wijk
is lager dan in andere steden. Het niveau van geweld is min of meer
gelijk gebleven, maar er zijn wel verschuivingen. Het aantal
bedreigingen is afgenomen, maar bij andere geweldsmisdrijven is sprake
van een stijging. Zo is het geweld in het uitgaansgebied toegenomen.
Wat mij zorgen baart, is het grote aandeel dat jongeren hebben in
geweldsmisdrijven. Voor sommige jongeren lijkt de grens om geweld te
gebruiken te vervagen. De laatste trend op dit gebied is het
zogenaamde happy slappen, het in elkaar slaan van willekeurige
voorbijgangers, puur met het doel om dat met de camera in je mobieltje
vast te leggen. Je eigen actiefilm op het internet. Het is geen
fictie, maar realiteit. Het komt niet op grote schaal voor, toch nemen
politie en justitie dit verschijnsel zeer serieus. Wat voor de
jongeren in kwestie - als onschuldig geintje begint, kan gemakkelijk
escaleren.
Hoewel slechts een beperkt deel van de jongeren zich aan dit soort
gedrag schuldig maakt, bezorgt het álle jongeren een slechte naam! Uit
de monitor blijkt dat bewoners in toenemende mate plekken mijden waar
groepen jongeren rondhangen: bijna een kwart van de ondervraagden doet
dat óók overdag.
Ook daarin moeten we niet doorslaan: laten we niet vergeten dat het
onze eigen jongeren zijn! Die we - als hun gedrag daar aanleiding toe
geeft - daar zélf op moeten aanspreken! Het is mijn ervaring dat met
de meeste jongeren prima valt te praten. Ik begrijp best dat u daar
midden in de nacht op Almere Centraal misschien wat terughoudend in
bent. Maar als we nou eens beginnen elkaar op klaarlichte dag gewoon
te groeten!
De zware gevallen zijn daar niet gevoelig voor. Nog meer dan nu moeten
we onze inspanningen richten op de probleemgroepen. Met preventief
beleid, maar ook op het gebied van repressie. Deze en andere
ontwikkelingen op veiligheidsgebied vragen om de inzet van nieuwe
instrumenten. De invoering van het betaald voetbal heeft al tot enkele
aanpassingen van de APV geleid.
In december heb ik de gemeenteraad geïnformeerd over de plannen rondom
de invoering van cameratoezicht en preventief fouilleren. De inzet van
dit soort zware instrumenten kan natuurlijk alleen in situaties waarin
dat gerechtvaardigd is en onder de voorwaarde dat onze privacy
gewaarborgd is.
Uit de Monitor blijkt dat de integrale aanpak die is ingezet op
verschillende plekken vruchten begint af te werpen. Dit onderschrijft
de stelling dat veiligheidsbeleid lokaal beleid is. Alleen op lokaal
niveau kun je de krachten van verschillende partijen bundelen. Ik ben
om die reden kritisch over de plannen van het kabinet waarin het
beheer van de politie bij een centraal college komt te liggen.
Het kán niet zo zijn dat de burgemeester wel verantwoordelijk is voor
de openbare orde en veiligheid, maar niks te zeggen heeft over de
capaciteit! Ook uit het oogpunt van democratische controle zijn de
plannen van het kabinet geen vooruitgang. De gemeenteraad heeft dat
terecht geconstateerd en behandelt volgende week een motie die zich
uitspreekt tegen de invoering van de nieuwe structuur. Ik zie in deze
verkiezingstijd ook allerlei andere voorstellen voorbijkomen: Almere
moet de korpsbeheerder leveren, Almere moet een eigen rechtbank
krijgen en naast de burgemeester zou er een wethouder voor veiligheid
moeten komen! In sommige van deze voorstellen kan ik me best vinden
(ik laat het aan uw creativiteit over welke dat zijn), maar ik zie
niet direct in hoe ze de veiligheid in Almere vergroten. Gelukkig
hebben de partijen ook nog een paar maanden om dat aan de kiezer uit
te leggen.
Het zal u niet ontgaan zijn: 2006 is een verkiezingsjaar. De Almeerse
kiezer kan zoals het er nu naar uitziet kiezen uit veertien partijen.
Lokale en landelijke partijen, van links tot rechts. Er zit écht van
alles tussen, dus dát kan u niet weerhouden om naar de stembus te
komen.
Nieuw in Almere is dat je in ieder willekeurig stembureau mag stemmen.
Dit kan bij wijze van proef in 150 gemeenten in Nederland. Een primeur
is ook het mobiele stembureau, dat op plekken staat waar veel mensen
komen. De verkiezingen zijn een belangrijke test, voor partijen
individueel, maar ook voor de lokale democratie als geheel. Zijn we er
met zijn allen in geslaagd om de betrokkenheid van de inwoners van
Almere bij de politiek te vergroten?
Net als andere steden vertoonde de opkomst in Almere een dalende lijn.
De vorige keer lag de opkomst op 47, 6%. Laten we er met elkaar voor
zorgen dat de opkomst dit keer weer boven de 50% komt te liggen! Dat
is natuurlijk in eerste instantie een verantwoordelijkheid van de
partijen zelf. Maar ook de gemeente laat zich niet onbetuigd. Onder
het motto Jouw stem raakt Almere gaan we inwoners informeren. Met
bioscoopreclame en radiospotjes roepen we kiezers op naar de stembus
te komen.
Een Almeerse stemwijzer, verkiezingskrant en website laten zien waar
de verschillen zitten. U kunt nu al vast de datum van 4 maart in uw
agenda zetten: dan is er verkiezingsmarkt in de hal van het stadhuis
en kruizen de Almeerse lijsttrekkers met elkaar de degens!
Ik verwacht overigens van alle partijen en kandidaten dat de
verkiezingsstrijd op een fatsoenlijke manier gevoerd wordt. Onze
premier zegt altijd Fatsoen moet je doen. Ik zou nog iets verder
willen gaan: fatsoenlijk moet je gewoon zijn! Overtuig de kiezers met
uw argumenten! Het voortdurend afzetten tegen elkaar heeft alleen maar
tot gevolg dat je de burgers verder van de politiek wegduwt.
U kunt de kiezers overigens ook vertellen wat de gemeente minder gaat
doen! We hebben de gemeenteraad voorgesteld een fors aantal regels te
schrappen uit de APV. Hiermee geven we uitvoering aan ons voornemen om
flink te snoeien in het oerwoud van regels. Vooral overbodige of
onzinnige regels worden aangepakt. Wat dacht u bijvoorbeeld van
artikel B10 (het verbaliseren van mensen die bij vorst water uitwerpen
op de openbare weg) of B22 (een verbod op het vervoer van
inbrekerswerktuigen als lopers, valse sleutels, touwladders en
lantaarns).
Deze regels dienen een nobel doel, maar zijn in de praktijk natuurlijk
niet te controleren. Dan kun je ze maar beter schrappen. Ook bij de
vergunningen proberen we het u gemakkelijker te maken. In sommige
gevallen kunt u volstaan met een meldingsplicht. Andere vergunningen
hoeft u voortaan niet meer jaarlijks, maar nog maar ééns in de zoveel
jaar aan te vragen. Daarmee besparen we ú de nodige rompslomp en
ergernis en ónszelf veel werk.
Aandacht die we wat mij betreft beter kunnen besteden aan het
verbeteren van onze dienstverlening. Nu doen we in het Almere al vrij
goed. Zo kan ik u met enige trots melden dat onze Publieksdienst al
één van de eerste in Nederland in december een ISO certificaat heeft
ontvangen! Dat willen we graag zo houden, dus we zullen voortdurend
kijken hoe het beter, slimmer en goedkoper kan.
Waarom zouden we de lat niet nog wat hoger leggen? Iedereen vindt het
heel normaal dat je een vakantie of een verzekering on line kunt
regelen en betalen. Die service mag je van een gemeente ook
verwachten.
Ik ben blij u te kunnen melden dat we ook op dat gebied een
belangrijke stap voorwaarts kunnen doen. Als één van de weinige
gemeenten kunnen we nog dit jaar beschikken over DiGiD (spreek uit:
digidee), een systeem dat voorziet in een elektronische handtekening
voor overheidszaken. Daarmee wordt het mogelijk uittreksels volledig
digitaal aan te vragen en te betalen. Wanneer het systeem eenmaal goed
werkt, kan dit eenvoudig worden uitgebreid naar andere producten en
diensten.
foto gemeente Almere
Ik stel voor dat we naar het laatste officiële onderdeel gaan: de
uitreiking van de Bonifatiusspeld. Ik heb nog even nagezocht waar die
traditie vandaan komt.
De eerste Bonifatiusspeld werd in 1983 uitgereikt aan hulpkoster Ome
Willem de Vrij, onder andere vanwege zijn werk voor de Stichting
Carillon Almere. Het jaar daarop bij de officiële gemeentewording van
Almere gevolgd door Han Lammers, de eerste burgemeester van Almere. De
naam verwijst naar de heilige Bonifatius, die in het jaar 753 een jaar
voor zijn gewelddadige dood - een missiereis maakte over "het Almere",
het latere IJsselmeer.
Na deze korte geschiedenisles, wordt het hoog tijd naar het heden
terug te keren: de uitreiking van de Bonifatiusspeld van 2006. Die
gaat naar een persoon die zich als vrijwilliger zeer lang heeft
ingezet voor de Almeerse samenleving. Ik geef u een hint: u moet het
dit jaar zoeken in de wereld van de media en showbusiness.
Deze Almeerder van het eerste uur is al jaren als vrijwilliger
werkzaam voor StadsTV Almere, vrijwel vanaf de start van deze zender
in 1983. Wekelijks besteedt hij belangeloos vele uren aan het TV-werk.
Zo volgt hij vrijwel alle grote sportevenementen in Almere. Hij heeft
vooral naam gemaakt met de uitzendingen van de Triatlon die ieder jaar
met groot enthousiasme in beeld wordt gebracht. Ingewijden weten dat
ik het heb over Joop Visscher. Joop, ik wil je vragen naar voren te
komen, terwijl ik nog even doorga met mijn voordracht uit het
juryrapport.
Vrijwel ieder weekend ben jij op de sportvelden te vinden voor een
interview en een portret van de vereniging. Hoewel sport jouw passie
is (je bent ook nog actief als scheidsrechter bij het zaalvoetbal)
richt je je de laatste jaren steeds meer op algemene verslaggeving.
Ook volgde jij de jeugdspelen, niet alleen in Almere, maar ook in
Aalborg.
Interviews, praatprogrammas, jij bent op vele fronten inzetbaar. Er
zijn maar weinig mensen te vinden die week in week uit zoveel tijd
steken in vrijwilligerswerk. Daarmee ben je velen tot voorbeeld. Dat
is de reden dat ik jou dit jaar de Bonifatiusspeld van de gemeente
Almere mag uitreiken. Hij is van je harte gegund.
Dames en heren, daarmee zijn we aan het einde gekomen van het
officiële deel van het programma. Maar niet voordat ik u namens het
gemeentebestuur een heel goed, ik zou bijna zeggen ´royaal´ 2006 heb
toegewenst!
Ik wil u van harte uitnodigen voor het programma in de Burgerzaal waar
wij het glas kunnen heffen op het komende jaar en waar diverse
optredens zullen plaatsvinden. Om daar te komen kunt u de rode loper
volgen.
* Hare Majesteit tijdens de Nieuwjaarsreceptie op
tekst bij het optreden van de koninklijke dubbelganger
Gemeente Almere