D66
Op 1 november 2005 sprak de Kamer ter voorbereiding op de Raad
Algemene Zaken en Externe Betrekkingen (7 november 2005) met minister
Bot (Buitenlandse Zaken) en staatssecretaris Nicolai (Europese Zaken).
Lousewies van der Laan vroeg de betrokken bewindslieden, namens
D66, bij deze top onder andere in te zetten op een scherpe
veroordeling van Rusland's steun voor de laatste dictatuur van Europa:
Wit-Rusland. Bovendien herhaalde zij het standpunt van D66 dat
Nederland in het kamp van de hervormingsgezinde landen moet zitten als
het gaat om de landbouwhervorming. [klik hier hier om
direct naar haar bijdrage te gaan]
Vragen en opmerkingen uit de commissies
De heer Van Baalen (VVD) constateert dat Nederland ten aanzien van de
financiële perspectieven in absolute zin een verbetering nastreeft ten
opzichte van 2006. Betekent het feit dat de afdracht in 2006 hoger zal
uitvallen dat de Nederlandse ambities naar beneden zijn bijgesteld?
Acht de regering het mogelijk dat het verwachte voorstel van de heer
Blair beter zal zijn dan het Luxemburgse voorstel? Zit er rek in of
gebeurt er niets?
De minister-president is gelukkig bij de voorbereiding van de
informele Europese top heel duidelijk geweest in zijn afwijzing van de
uitspraak die de Iraanse president deed over het van de kaart vegen
van Israël. Het is ook goed dat Iran inmiddels is veroordeeld in de
VN-Veiligheidsraad, maar wat nu? De VVD-fractie is voorstander van
gepaste maatregelen. Opschaling moet mogelijk zijn. Er dient niet met
de zwaarste maatregel begonnen te worden. De heer Van Baalen pleit
voor politieke sancties, liefst in samenwerking met de EU en de VS.
Moet er niet overwogen worden om de ambassadeurs van de EU-lidstaten
uit Teheran terug te trekken? Of moet de Iraanse president tot persona
non grata verklaard worden, zodat hij in feite niet meer kan reizen?
Economische sancties zijn ook een optie. De geplande handelsmisse
vanuit Nederland naar Iran mag in ieder geval niet doorgaan en het
verwachte bezoek van een Iraanse delegatie in Nederland in verband met
watervraagstukken evenmin. De regering mag niet deelnemen aan dit
soort contacten. Er moeten met de VS en Rusland afspraken worden
gemaakt over economische sancties. Is dit onderwerp van gesprek met de
Russische president Poetin? Welke concrete maatregelen wil Nederland
internationaal bepleiten tegen Iran, bij voorkeur te beginnen met de
EU?
De heer Van Dijk (CDA) ziet wat de financiële perspectieven betreft
met verbazing in de staat van de Unie staan dat er in 2005/2006 een
nettobijdrage aan de EU van EUR250 tot EUR300 per hoofd van de
bevolking betaald zou moeten worden. Graag hoort hij daarop een
toelichting in vergelijking met eerdere cijfers. De brief van de heer
Blair is mooi, maar heeft inhoudelijk nauwelijks iets om het lijf. Zal
het nog lukken om voor het einde van het jaar tot een afronding van de
financiële perspectieven te komen? Wat voor korting moet Nederland
volgens de regering in de komende jaren krijgen op de nettobijdrage
aan de EU?
Vorige week is een voortgangsrapportage over Roemenië en Bulgarije
ontvangen. Wat moet er gedaan worden om de ontwikkelingen in Roemenië
en Bulgarije te versnellen? Bulgarije heeft in de afgelopen zomer
forse vertraging opgelopen door de kabinetsformatie. In Roemenië is
wel wat vooruitgang te zien, maar nog onvoldoende. Hoe denkt de
minister via de EU ervoor te kunnen zorgen dat het sneller gaat?
De heer Ormel (CDA) vraagt de minister om op Europees niveau te
pleiten voor preventieve vaccinatie tegen de vogelgriep, in combinatie
met een onbelemmerd handelsverkeer van producten van gevaccineerde
dieren.
De uitspraken van de Iraanse president over Israël zijn uitermate
zorgwekkend. De minister wordt opgeroepen om in de EU te pleiten voor
maatregelen. Te denken valt aan het vermijden van enig contact met de
Iraanse president. In de VN moet de geplande reis van de
secretaris-generaal worden uitgesteld. Wil de minister overwegen,
artikel 5 van het VN-Charter in werking te laten treden, zodat de
Iraanse privileges die verbonden zijn aan het VN-lidmaatschap
opgeschort worden zolang de Iraanse president een andere staat van de
kaart wil vegen?
Hoe zal in Kosovo uiteindelijk een voorwaardelijke onafhankelijkheid
gestalte krijgen?
Ten aanzien van Syrië ondersteunt de heer Ormel de unaniem aangenomen
resolutie. Dat daarin geen sancties zijn opgenomen, doet wel de vraag
rijzen hoe het nu verder moet.
De CDA-fractie is blij dat Nederland Colombia heeft geagendeerd, maar
maakt zich zorgen over de verloop van de ontwapening van de
paramilitairen aldaar. Er schijnt vooruitgang te zijn geboekt, maar
zijn de gezette stappen voldoende effectief? Wat zijn de resultaten
van de demobilisatie?
Mevrouw Karimi (GroenLinks) waarschuwt voor stappen die tot een
escalatie van de situatie in Iran kunnen leiden. Dat is precies wat de
zittende regering wil: dan kan zij de inspecteurs de deur wijzen en
rustig doorwerken aan de bom. Het is goed dat de Veiligheidsraad in
actie is gekomen. Nu moet de wereldgemeenschap gaan werken aan een
deëscalatie. Er moet een dialoog komen met gematigde krachten, er moet
voor gezorgd worden dat de hardliners het minder voor het zeggen
hebben en er moet inspectie en verificatie zijn. De
secretaris-generaal van de VS moet er juist wel heen gaan, zij het met
een duidelijke boodschap. Nog beter zou het zijn als de
secretaris-generaal van de VN, de VS, de EU en Rusland een
gezamenlijke lijn trokken. Op dit moment schijnen allerlei bilaterale
overlegjes plaats te vinden tussen het Verenigd Koninkrijk en Iran en
tussen de VS en Iran. Dat is geen goede zaak. Het overleg moet zo
transparant mogelijk zijn. Het mag in de dialoog ook niet alleen gaan
over het nucleaire programma. De mensenrechten en de rol van Iran in
de regio moeten eveneens aan de orde komen.
Het rapport van de heer Wolfenson over het vredesproces in het
Midden-Oosten is niet hoopgevend. Kennelijk werkt de Israëlische
regering nauwelijks aan de voorwaarden die nodig zijn om de
leefomstandigheden in Gaza en de Palestijnse gebieden echt te
verbeteren. Hoe beoordeelt de minister de actuele situatie in het
Midden-Oosten?
De heer Koenders (PvdA) gaat ervan uit dat er in een volgende
vergadering nog wordt teruggekomen op de uitkomst van Hampton Court en
de financiële perspectieven van Nederland in de EU. Het is erg
belangrijk dat er in december een akkoord komt. Is er nu inderdaad een
zekere ruimte gecreëerd die dat mogelijk maakt?
De heer Koenders sluit zich aan bij de opmerkingen die de heer Ormel
heeft gemaakt over de vogelgriep.
In de motie-Van der Laan/Koenders (29800-V, nr. 39) is de regering
verzocht, de verdere samenwerking met Rusland te koppelen aan
voortgang op het terrein van de mensenrechten en democratisering.
Nederland is voor eenderde van de totale consumptie afhankelijk van
aardolie uit Rusland en voor de helft van Russisch gas, maar dat mag
niet leiden tot een omfloerste reactie van Nederland bij de bespreking
van deze urgente zaken. Hoe is het gesprek met de Russische minister
van Buitenlandse Zaken verlopen? Is Wit-Rusland ook aan de orde
geweest? Wordt er met betrekking tot Wit-Rusland gesproken over een
eventuele bevriezing van de tegoeden van de president en zijn
omgeving? Is het TACIS-programma in staat om de oppositie aldaar te
verbreden?
Over Iran is al veel gezegd. Het goede aan deze zaak is dat de
president met zijn antisemitische taal door de hele wereld in de hoek
is gezet. Wat nu verder moet gebeuren, is een politiek oordeel van de
eerste orde. Iran is in zekere zin machtiger geworden als gevolg van
Afghanistan en Irak. Terecht heeft de regering Iran opgeroepen, aan
alle verplichtingen te voldoen, de nucleaire activiteiten op te
schorten en terug te keren naar de onderhandelingstafel. Wat is
precies de bedoeling van een handelsmissie zoals de geplande?
Met betrekking tot Kosovo is de heer Koenders het eens met de
"standards and status"-benadering van de heer Eide, maar wat bedoelt
de regering met de betrokkenheid van stabilisatie- en
associatieakkoorden? Cruciaal is de relatie met Servië en Montenegro.
Veel hangt af van de crisis in die twee landen en van de manier waarop
Europa daarmee omgaat. De heer Koenders is ter ore gekomen dat het op
het tweede plan plaatsen van de arrestatie van Karadzic en Mladic een
wat positievere benadering van Servië zou kunnen bevorderen, wat dan
weer de relatie met Kosovo zou kunnen verbeteren. Is dat zo? Met deze
benadering zou de heer Koenders het niet eens zijn.
Met de benadering van Syrië is hij het eens. Het is goed dat de
VN-Veiligheidsraad niet voortijdig met sancties is begonnen, maar de
Syriërs tot op het hoogste niveau ertoe aanzet, met oplossingen te
komen.
Het Midden-Oostenvredesproces loopt weer helemaal mis en Europa toont
wederom onvoldoende engagement. Er zou veel meer naar de heer
Wolfenson moeten worden geluisterd. De Gazastrook mag geen open
gevangenis blijven. Er moeten verbindingen komen met Egypte en de
Westoever. Wordt daar bilateraal en op Europees niveau op aangedrongen
bij Israël?
Op de VN-top 2005 moet gezorgd worden voor een politieke bewaking van
het monitoringsysteem van de Millennium Development Goals. Hoe gebeurt
dat precies?
Het mandaat van de Europese Commissie voor de
wereldhandelsbesprekingen komt bij de RAZEB weer aan de orde. De heer
Koenders is nog steeds voorstander van een Nederlandse positie die
verdergaat dan de huidige. Landen als Frankrijk mogen geen ruimte
krijgen om Europese belangen op het spel te zetten, laat staan
ontwikkelingsbelangen.
*Mevrouw Van der Laan (D66) is van mening dat
Wit-Rusland van de huidige dictaturen de prioritaire aandacht van de
Europese Unie verdient. De rol van de heer Loekasjenko is hopelijk aan
de orde gesteld in het gesprek met de heer Poetin. De situatie is
buitengewoon ernstig. Zal Nederland zich er hard voor maken dat de
Raad daar een strenge uitspraak over doet?
Wat Iran betreft, lijkt ook mevrouw Van der Laan de vuist niet niets
die er mondiaal is gemaakt in reactie op de uitspraken van de Iraanse
president. De lijn die de regering heeft ingezet, lijkt haar goed. Het
is een heel gevoelig diplomatiek spel dat zich voor een groot gedeelte
achter de schermen afspeelt. Mevrouw Van der Laan heeft alle
vertrouwen in de Nederlandse diplomaten bij de VN en de EU. Met
handelsreizen moet voorzichtig worden omgegaan. Zij worden gauw als
gebaar van diplomatieke goedkeuring gezien.
Ten aanzien van het vredesproces in het Midden-Oosten en ten aanzien
van Kosovo sluit mevrouw Van der Laan zich aan bij wat de heer
Koenders heeft gezegd en bij de vragen die hij daarover heeft gesteld.
Wat er in WTO-verband staat te gebeuren, schijnt nu regelmatig terug
te komen in de RAZEB. Het is erg belangrijk dat Nederland zich in het
hervormingsgezinde kamp bevindt. De Fransen trappen consequent op de
rem en proberen het onderhandelingsmandaat van de Commissie in te
perken. Dat is onaanvaardbaar. Mevrouw van der Laan wenst op de hoogte
te worden gehouden van de lijn die de Nederlandse regering kiest.
Zij heeft vier punten gemist op de agenda van de huidige vergadering,
namelijk Ivoorkust, Zanzibar, Guantanamo Bay en Zambia. Wat zal ten
aanzien van Ivoorkust de Europese inzet zijn, nu de VN-resolutie is
afgewezen? Wat wordt er gedaan om te zorgen voor een structurele
ontwapening en nieuwe verkiezingen? In Zanzibar is de situatie
eveneens dramatisch slecht. Wat gaat de Europese Unie doen om ervoor
te zorgen dat de afwikkeling van de verkiezingen in goede banen wordt
geleid? Het is onacceptabel dat de VN alleen maar toegang krijgen tot
Guantanamo Bay, als er niet met de gevangenen wordt gepraat. Welke
stappen gaat de EU ondernemen? In Zambia heerst een hongersnood en het
World Food Programme vraagt al zeven maanden om voedsel. Ziet de EU
kans om daar op in te gaan, voordat de humanitaire crisis nog erger
wordt?
Naar mening van de D66-fractie is een verbetering van de
nettobetalerspositie van Nederland alleen mogelijk als er iets gebeurt
aan de landbouwuitgaven. De hoop was gevestigd op het Britse
voorzitterschap, maar vooralsnog komt er weinig uit. Wanneer neemt
Nederland een initiatief, al dan niet met gelijkgezinde landen, om
daarmee voort te maken?
Het antwoord van de bewindslieden
De minister acht de situatie in Iran om meerdere redenen zorgwekkend.
Naast de uitspraken van de president zijn dit de positie die Iran
inneemt ten aanzien van het Midden-Oosten, de mensenrechten, de
terrorisme-situatie en het nucleaire dossier. De regering deelt de
verontwaardiging die uit de inbreng van de Kamer spreekt en heeft dat
duidelijk uitgesproken, zowel bij monde van de minister-president als
bij monde van de minister van Buitenlandse Zaken. De Iraanse
ambassadeur is ontboden en hem is in niet mis te verstane termen
duidelijk gemaakt dat dit soort uitspraken verwerpelijk is. Die
reactie is in Hampton Court in EU-verband herhaald. De minister zal de
stevige boodschap die de Kamer hem meegeeft, uitdragen in de RAZEB.
De vraag hoe het nu verder moet, heeft de minister uitvoerig besproken
met zijn Russische collega Lavrov. Lavrov zei de verontwaardiging te
delen, maar de Iraanse minister van Buitenlandse Zaken Mottaki en
anderen laten al genuanceerde interpretaties horen van hetgeen de
president gezegd heeft. Dat duidt op spanningen binnen het regime,
zelfs tussen de felle religieus orthodoxe groeperingen en de meer
verlichte groeperingen. Dat moet in het oog worden gehouden. Lavrov
deelt de indruk dat bepaalde krachten in Iran proberen het Westen uit
de tent te lokken. Eind november komt er een nieuw IAEA-rapport dat in
december aan de orde zal komen in de Veiligheidsraad. Dan moet er
geconcludeerd worden of Iran bereid is om samen te werken. De deur
moet hoe dan ook open blijven voor inspecties van de IAEA, maar
tegelijkertijd moet krachtig de boodschap worden uitgedragen dat dit
gedrag onacceptabel is. Rusland heeft Iran aangeboden om voor de
verrijking van uranium te zorgen. Rusland zou dan al het afgewerkte
materiaal terugkrijgen en de IAEA zou toegang houden tot alle
installaties, inclusief de militaire. Iran heeft ultracentrifuges,
maar volgens Rusland is Iran niet in staat de eerste stap tot
verrijking te zetten.
De minister heeft aarzelingen bij alle maatregelen die een open
dialoog onmogelijk maken. Een ambassadeur terugroepen, acht hij geen
geschikte maatregel. Wel zouden de EU-landen kunnen besluiten om
bepaalde missies te bevriezen. Economische sancties zouden niet veel
indruk maken, omdat het Westen praktisch altijd de vragende partij is.
Iran genereert per dag $ 300 à 400 mln. inkomsten door de verkoop van
olieproducten.
De Iraanse regering is niet te goeder trouw. Daarom zijn er
inspectieregimes nodig en daarom moet de internationale gemeenschap in
staat zijn om controle te kunnen uitoefenen. Er moet alles aan gedaan
worden, de IAEA in staat te stellen de huidige inspecties voort te
zetten en uit te breiden tot militaire installaties.
De minister zal de optie ter sprake brengen om de privileges op te
schorten die Iran in verband met het VN-lidmaatschap geniet, maar hij
acht de kans gering dat voor die koers wordt gekozen. Het streven is
immers om nog voor kerstmis te komen tot een akkoord over hoe verder
te gaan in die hele kwestie. Ook de wens naar opschorting van geplande
handelsmissies zal hij meenemen, maar hij vermoedt dat daarvoor
precies hetzelfde geldt.
In Bulgarije moeten nog serieuze tekortkomingen worden weggewerkt op
het gebied van de intellectuele eigendomsrechten, de landbouw en JBZ,
dus grensbewaking, politiesamenwerking en de strijd tegen de
georganiseerde misdaad. In Roemenië gaat het met name om de
aanbestedingen, om de landbouw en ook weer om JBZ, met corruptie als
serieus aandachtspunt. De Commissie stuurt beide landen een
waarschuwingsbrief en organiseert onderzoeksmissies. De resultaten
worden met de twee landen besproken. Ook bieden de Commissie en de
lidstaten doelgerichte ondersteuning. In 2006 is daarvoor 1,16 mld.
beschikbaar voor Roemenië en 454 mln. voor Bulgarije. Uiteindelijk
moeten zij het echter zelf doen. Nederland vertegenwoordigt beide
landen in een aantal internationale financiële instituties en volgt de
situatie daar dus extra kritisch. De criteria dienen scherp te worden
toegepast. Niemand is gebaat bij het binnenhalen van lidstaten die
schromelijk falen op terreinen als JBZ, corruptie en landbouw.
Ten aanzien van de vogelgriep is ook de minister van mening dat
vaccinatie goed zou zijn. Hij zal het standpunt van de Kamer
overbrengen.
Het rapport van ambassadeur Eide over Kosovo ligt er. De standards
zijn nog niet geheel vervuld, maar toch is er besloten om alvast naar
de status te kijken. Parameters zijn daarbij: geen onafhankelijkheid,
wel grote autonomie, geen aansluiting bij een buurland, geen
opsplitsing van het gebied en geen wijziging van de grenzen. De
minister verwacht een voorlopige mandaatsoplossing, maar de heer
Athisari is nu aan zet. De situatie in de regio is delicaat en
buitengewone voorzichtigheid is geboden.
Syrië wordt in de VN-resolutie opgeroepen, volledig mee te werken en
alle vragen te beantwoorden. De Russische minister van Buitenlandse
Zaken Lavrov bleek te geloven dat Syrië daaraan zal meewerken.
Minister Bot twijfelt daar toch aan. In hoeverre het land aan de
condities voldoet, zal binnenkort moeten blijken.
Bij zijn bezoek aan Colombia is de minister onder de indruk geraakt
van de inzet van de president voor de ontwapening van de paramilitaire
eenheden. Tien- tot elfduizend mensen hadden de wapens neergelegd en
een dergelijk aantal werd voor de volgende maanden nogmaals verwacht.
Daarmee zouden de paramilitaire groeperingen ontmanteld zijn. In
samenwerking met de VS worden de drugsbendes aangepakt en wordt er
compensatie geboden aan cocaboeren die weer iets anders gaan
aanbouwen. Na 20, 30 jaar oorlog tussen de regering en de FARC, de
paramilitairen en de drugsbendes ligt nu een wetsvoorstel Justicia y
Paz bij het Hooggerechtshof ter toetsing. Er loopt ook een programma
voor de nazorg van voormalige slachtoffers van ontvoering of
gevangenschap. De minister heeft gesproken met vertegenwoordigers van
die slachtoffergroeperingen en heeft sterk de indruk dat het
vredesproces staat of valt met president Uribe, die voor het eerst in
de geschiedenis risico's neemt die zijn voorgangers niet durfden te
nemen.
Het Midden-Oostenvredesproces is vastgelopen. In gesprek met mevrouw
Rice heeft de minister te kennen gegeven, graag een actievere rol van
de VS te zien. Ten aanzien van Gaza is nu wel een stap gezet, maar de
situatie is slechter dan voorheen. De grens moet in zoverre open dat
er normale handel kan plaatsvinden en er moet gewerkt worden aan
vliegveld en haven, zodat er producten verhandeld kunnen worden. Ook
de grens met Egypte moet normaal open. Er moet in het kwartet worden
nagedacht over de "final status outline". De nu voorliggende road map
zegt immers niets over waar je uiteindelijk moet uitkomen. De minister
zal dit inbrengen en nagaan of Europa het kan stimuleren. Wat de rol
van de Palestijnen in het conflict betreft, deelt de minister de
analyse van de heer Wolfenson. Zij moeten als partij eveneens worden
aangesproken, want ook zij hebben de situatie ter plaatse niet onder
controle.
Rusland is helemaal niet de beste vriend van Belarus. Er wordt vanuit
Rusland ook heel kritisch gekeken naar wat er gebeurt. De EU probeert
op alle mogelijke manieren maatregelen te nemen tegen het regime van
Loekasjenko. De versterking van het maatschappelijke middenveld wordt
erg belangrijk geacht. In dat kader is ook de TACIS-steun voor Belarus
van EUR8 mln. te zien, waarvan EUR2 mln. voor democratie en
mensenrechten. De EU is voornemens om een missie te starten in Minsk,
niet omdat men het eens zou zijn met het regime, maar juist om grotere
druk te kunnen uitoefenen, om geschikte projecten te kunnen
identificeren en om contact te houden met het maatschappelijke
middenveld. Er wordt steun gegeven aan de media en aan
maatschappelijke organisaties, teneinde met het oog op de verkiezingen
van 2006 zoveel mogelijk democratie te introduceren in het land.
De implementatie van de Mensenrechtenraad is naar de inschatting van
de minister het moeilijkste onderwerp van de VN-top. Met de
Peace-Building Commission gaat het wel de goede kant op, maar dat is
een gemakkelijkere zaak. De implementatie van de Millennium
Development Goals kan worden voortgezet, evenals de
ECOSOC-hervormingen en die van het secretariaat.
De kritiek van het kabinet op Rusland omvat verschillende punten zoals
de recentelijk genomen maatregelen ten aanzien van bevoegdheden van
gouverneurs, benoemingen, het terugdringen van het democratisch
proces, de situatie in Tsjetsjenië en de behandeling van gevangenen.
De mensenrechten zullen uiteraard aan de orde worden gesteld in het
gesprek dat de minister-president een dag na dit overleg met president
Poetin zal hebben. Dat zal met name gebeuren in de bredere context van
de vier ruimtes.
De staatssecretaris geeft ten aanzien van de financiële perspectieven
aan dat 2006, dus wat men nog betaalt voordat de nieuwe
meerjarenbegroting ingaat, het ijkpunt is van de Nederlandse regering
bij het bepalen hoeveel men er in absolute en in relatieve zin op
vooruit wil gaan. Gewezen is op een grote toename van de nettobijdrage
in deze jaren. Pas kort geleden is bekend geworden hoeveel dat per
hoofd van de bevolking dit jaar zal betekenen. Voor volgend jaar is
het nog niet duidelijk. Volgens een schatting zal het gaan om EUR250 à
EUR300 per hoofd van de bevolking. Dat is een stuk meer dan de EUR180
van 2003. Het is veel, maar dat is wel begrijpelijk, omdat daarin
vooral de kosten voor de uitbreiding verdisconteerd worden. De
staatssecretaris schat in dat de nieuwe bijdrage in de buurt van de
EUR250 à EUR300 zal komen. Nadat de Commissie had ingezet op een veel
te hoog voorstel, moet nu het Britse voorzitterschap met nieuwe
voorstellen komen. De positie van Nederland is in ieder geval heel
duidelijk gemaakt.
Hampton Court heeft volgens de staatssecretaris wel gezorgd voor een
verbetering, al garandeert dat nog niet dat men er in december uit zal
komen. Duidelijk is dat het beleid gemoderniseerd moet worden. Een
opening biedt voorts de mogelijkheid van een review-clause, waarmee de
bakens al binnen de zevenjarige begrotingsperiode verzet kunnen
worden. Als dergelijke tussentijdse evaluaties op goede voorwaarden
gebeuren, is de staatssecretaris er voorstander van. In Hampton Court
is bovendien gebleken dat de Commissie zelf bereid is om op haar eigen
voorstel terug te komen.
Gevoelige punten blijven de cofinanciering en de algemene bredere
landbouwdiscussie. De Nederlandse inzet hierin blijft onveranderd.
Meer verschuiven naar het plattelandsbeleid en naar cofinanciering is
op zichzelf gunstig, maar het moet nationaal en Europees niet tot
hogere uitgaven in de landbouw leiden.
Een verdere conclusie van Hampton Court was dat het voorzitterschap
met een nieuw voorstel zou komen en dat het uitgangspunt daarbij een
eerlijke behandeling van de lidstaten met vergelijkbaar
welvaartsniveau zou zijn. Dat lijkt de staatssecretaris een goede
basis om op voort te gaan. Zijn inschatting is dat veel lidstaten er
in december hard aan zullen trekken om tot een goede oplossing te
komen.
Wat de WTO betreft, staat Nederland volgens de staatssecretaris aan de
goede kant. In de laatste ingelaste RAZEB is overeengekomen, de
voortgang regelmatig terug te koppelen in de RAZEB, zonder daarin een
motie van wantrouwen te zien aan het adres van de Commissie. De
Commissie zal in de RAZEB verslag komen doen over de onderhandelingen
die met de externe partners -- de VS, India, Brazilië en Australië --
zijn gevoerd. Daar moet aandacht aan besteed worden en daar moeten de
concessies vandaan komen. Volgens hem doet de Commissie het heel goed
in dit onderhandelingsproces, onder andere door de gebaren die zij
maakt, te koppelen aan deadlines waarbinnen de tegenpartij een
bepaalde tegenprestatie moet leveren.
De voorzitter resumeert dat de minister en de staatssecretaris tijdens
het algemeen overleg de volgende toezeggingen hebben gedaan:
- de Kamer ontvangt een overzicht van de voortgang wat betreft de
follow-up van de VN-Millenniumtop;
- de Kamer ontvangt vóór het plenaire debat over de Staat van de Unie
een overzicht van de financiële positie van Nederland in relatie tot
de begroting van de EU;
- de vragen over de situatie in Ivoorkust en Zanzibar en over de
hongersnood in Zambia worden schriftelijk beantwoord;
- de minister zal bij de Europese partners de opschorting van
handelsmissies naar Iran bepleiten en met minister Brinkhorst van
Economische Zaken de opschorting van bilaterale handelsmissies naar
Iran bespreken. Tevens zal de minister bij de Europese partners de
mogelijkheid opbrengen om de rechten van Iran als VN-lid op te
schorten. De Kamer wordt over de uitkomst geïnformeerd.
10-1-2006 13:30