Gemeente Eemsmond


Glastuinbouw Eemsmond stap dichterbij
dinsdag 10 januari 2006

Het college van burgemeester en wethouders van Eemsmond is vandaag akkoord gegaan met het milieueffectrapport (MER) voor het beoogde glastuinbouwgebied ten zuiden van de Eemshaven. Ook de andere initiatiefnemer, de provincie Groningen, heeft vandaag ingestemd met de inhoud van het MER. Er zijn twee alternatieven onderzocht en de conclusie van het MER is dat beide voldoen aan de doelstellingen en randvoorwaarden voor een efficiënt en duurzaam glastuinbouwgebied. Het college van Eemsmond heeft ook het voorontwerp van het bestemmingsplan in dit gebied vastgesteld. Hiermee komt het glastuinbouwgebied in de gemeente Eemsmond een stap dichterbij.

Het MER
In het MER wordt beschreven wat de verwachte milieueffecten zijn van de voorgenomen ontwikkeling. Er is gekeken naar twee alternatieven, te weten het meest milieuvriendelijke alternatief (MMA) en een zogenaamd terugvalalternatief (TVA). Deze zijn beoordeeld op een aantal aspecten, zoals lichtniveau, natuur, waterhuishouding, landschap, energie, verkeer, lucht en geluid.

Effecten en conclusie
Licht
De mogelijke toename van het lichtniveau is het belangrijkste milieueffect. De conclusie is dat bij beide alternatieven deze toename gering is. Hiervoor moet wel een aantal maatregelen genomen worden. Deze maatregelen hebben te maken met het afdekken van de kassen en het afstemmen van gewasreflecties en verlichtingniveaus. Natuur
De effecten van de glastuinbouw op de natuurwaarden in het plangebied en het omringende landbouwgebied worden negatief gewaardeerd. In het MMA betreft deze negatieve waardering uitsluitend verlies van leefgebied. In het TVA komt daar nog enige geluidsverstoring bij. Voor het Eemshavengebied en de Waddenzee worden geen effecten op de natuur verwacht.
Landschap en cultuurhistorie
Het plangebied zelf zal uiteraard volledig veranderen, waardoor een nieuw landschap ontstaat. In het MER is het verdwijnen van de huidige openheid van het gebied negatief beoordeeld, net als het gedeeltelijk verdwijnen van de verkavelingsstructuur en de maren. Verkeer
De toename van het verkeer op de wegen rond het plangebied is geen reden tot zorg. De capaciteit van de wegen is ruim voldoende om deze toename aan te kunnen.
Lucht
De komst van glastuinbouw leidt niet tot overschrijding van de grenswaarden voor de luchtkwaliteit.
Overige
De effecten op een aantal andere aspecten zijn te vinden in de samenvatting van het MER.

Doelen
De doelen van de ontwikkelingsplannen zijn onder meer:
* de locatie moet bijdragen aan de gewenste herstructurering van de glastuinbouw in Nederland en aan de schaalvergroting daarin;
* de locatie moet bijdragen aan de gewenste versterking van de economische dynamiek in Noord-Groningen en aan de bevordering van de regionale werkgelegenheid;

* de locatie moet gebruikmaken van de gunstige locatie-eigenschappen;

* de natuurwaarden van de Waddenzee en landschappelijke basisstructuur mogen niet worden aangetast en de lichtvervuiling moet maximaal worden beperkt;

* de locatie moet duurzaam worden ingericht.

Conclusie
De overkoepelende conclusie van het MER is dat beide alternatieven kunnen voldoen aan de doelstellingen en randvoorwaarden voor een efficiënt en duurzaam glastuinbouwgebied.

Natuurbescherming, flora en fauna
In de bestemmingsplanprocedure is ook gekeken of beide alternatieven voldoen aan de Natuurbeschermingswet en de Flora- en faunawet. De Natuurbeschermingswet richt zich op de bescherming van gebieden. Uit het onderzoek (de zogenaamde passende beoordeling) blijkt dat het glastuinbouwgebied geen beduidende negatieve effecten heeft op de natuur.
De Flora- en faunawet richt zich op de bescherming van soorten. Ook hiervoor geldt dat de realisatie van een glastuinbouwgebied geen effecten oplevert die hiermee in strijd zijn.

Vervolg procedure
Het MER wordt samen met het voorontwerp-bestemmingsplan zes weken (vanaf 20 januari 2006) ter inzage gelegd bij de publieksbalie in het gemeentehuis in Uithuizen. In deze periode heeft iedereen de mogelijkheid om te reageren. Deze reacties kunnen gaan over de juistheid en volledigheid van het MER en over het voorontwerp-bestemmingsplan.
Op grond van de inspraakreacties, adviezen en overleg met wettelijke adviseurs, wordt het voorontwerp-bestemmingsplan zonodig aangepast. Hiermee is de mer-procedure afgerond. Het MER maakt daarna onderdeel uit van het bestemmingsplan. Na de inspraakprocedure wordt dat weer ter inzage gelegd en kunnen zienswijzen ingediend worden. Vervolgens wordt het bestemmingsplan vastgesteld en begint de periode van bezwaar en beroep.

Historie
Uit contacten met een aantal grote glasgroentetelers bleek begin 2002 dat zij zich graag willen vestigen in Eemsmond. Schaalvoordelen, de lage grondprijs en de kustlocatie zijn hiervoor belangrijke redenen. Na uitvoerige voorbereiding hebben het college van gedeputeerde staten van de provincie Groningen en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eemsmond eind oktober 2002 besloten een MER op te stellen. De bedoeling is een glastuinbouwgebied van ruim 200 hectare (netto) te realiseren ten zuiden van de Eemshaven.