Gemeente Boxmeer
Strengere regelgeving Wet werk en bijstand
De Wet werk en bijstand vervangt sinds 1 januari 2004 de Algemene
bijstandswet. Een van de veranderingen in de WWB is de regelgeving
voor verlagingen (voorheen maatregelen). De WWB kent een aantal
verplichtingen die de uitkeringsgerechtigde dient na te komen. Bij het
niet nakomen daarvan of wanneer sprake is van andere verwijtbare
gedragingen, kan de gemeente maatregelen nemen. Dit staat in de
Verordening Afstemming Wet werk en bijstand. Veelal houdt dit in dat
de klantmanager een verlaging van de uitkering toepast. Dit kan
betekenen dat de uitkering geheel of gedeeltelijk wordt verlaagd.
Werk staat voorop
Per 1 januari 2004 is de Wet werk en bijstand (WWB) van kracht.
Belangrijk uitgangspunt van deze wet is: werk staat voorop. Als u een
bijstandsuitkering krijgt is het volgens de WWB verplicht zo snel
mogelijk werk te vinden. U wordt geacht algemeen geaccepteerd werk te
aanvaarden, ofwel werk dat door iedereen als normaal wordt gezien. Dit
betekent dat u ook banen moet aannemen die niet aansluiten bij uw
opleiding en werkervaring. Er kunnen door u geen eisen worden gesteld
aan het soort werk, het aantal uren en de beloning van het werk.
U bent dus verplicht om te solliciteren. Iedere uitkeringsgerechtigde
met een bijstandsuitkering heeft deze verplichting: ook alleenstaande
ouders en personen van 57,5 jaar of ouder. Een tijdelijke ontheffing
van deze arbeidsplicht is alleen mogelijk als er dringende redenen
zijn. Denk dan bijvoorbeeld langdurige arbeidsongeschiktheid.
Hulp bij zoeken werk
Lukt het u niet zelf om werk te vinden dan is het mogelijk om daarbij
hulp te krijgen. In dat geval valt u binnen het zogeheten
reïntegratietraject. Hulp bestaat dan bijvoorbeeld uit het aanbieden
van een werkervaringsplaats, scholing, vrijwilligerswerk of
taallessen. Met dit reintegratietraject willen we u helpen bij het
ontdekken van uw mogelijkheden en het op korte termijn vinden van
passend werk.
Verlaging uitkering bij niet nakomen arbeidsverplichtingen
Binnen de WWB geldt een aantal arbeidsverplichtingen: u bent verplicht
te solliciteren en werk te aanvaarden of deel te nemen aan een
reïntegratietraject. Bovendien bent u verplicht informatie te
verstrekken.
Het niet voldoen aan deze verplichtingen betekent dat uw
bijstandsuitkering kan worden verlaagd. Niet voldoen aan de
verplichtingen wordt volgens de wet verdeeld in drie categorieën.
1. Eerste categorie:
1. het niet geregistreerd zijn of blijven als werkzoekende bij het
Centrum voor werk en inkomen (CWI);
2. het langer verblijf houden buiten Nederland dan ingevolge artikel
13, eerste lid, onder d, van de wet is toegestaan, indien er geen
plicht tot arbeidsinschakeling is.
Tweede categorie:
1. het in de periode voorafgaand aan de bijstandsverlening en/of de
periode gedurende de bijstandsverlening niet naar vermogen
trachten algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen;
2. gedragingen die de inschakeling in de arbeid belemmeren;
3. het langer verblijf houden buiten Nederland dan de wettelijke
toegestane periode van vier weken, indien er een plicht tot
arbeidsinschakeling is.
Derde categorie:
1. het niet aanvaarden van algemeen geaccepteerde arbeid;
2. het door eigen toedoen niet behouden van algemeen geaccepteerde
arbeid, dan wel andere bronnen van inkomsten;
3. het niet of onvoldoende nakomen van de verplichting tot gebruik
maken van een door het college aangeboden voorziening, waaronder
begrepen het niet of onvoldoende meewerken aan een onderzoek naar
de mogelijkheden tot arbeidsinschakeling, scholing of zelfstandige
participatie.
Het bovenstaande kunt u terugvinden in artikel 9 van de Wet werk en
bijstand.
Voldoet u niet aan de verplichtingen, dan kunnen de volgende
verlagingen worden toegepast.
* 20% van de bijstandsnorm gedurende minimaal 1 maand en maximaal 3
maanden bij gedragingen van de eerste categorie;
* 50% van de bijstandsnorm gedurende minimaal 1 maand en maximaal
3 maanden bij gedragingen van de tweede categorie;
* 100% van de bijstandsnorm gedurende minimaal 1 maand en maximaal
3 maanden bij gedragingen van de derde categorie.
Verlaging bij niet-voldoen aan reïntegratieverplichting
Deelname aan een reïntegratietraject is één van de verplichtingen,
verbonden aan de Wet werk en bijstand. Wanneer u niet meewerkt aan een
reïntegratietraject, wordt de bijstand gedurende een periode van
minimaal 1 maand en maximaal 3 maanden met 100% verlaagd. Ofwel, u
ontvangt in deze periode geen uitkering.
In de (oude) Algemene bijstandswet bedroeg de korting op de uitkering
20% voor de duur van 1 maand. Hieruit valt duidelijk af te leiden dat
in de Wet werk en bijstand nog meer dan in de Algemene bijstandswet
werk voorop staat. Kunt u werken, dan wordt u ook geacht dat te doen.
Verlaging uitkering bij niet voldoen aan inlichtingenplicht
Volgens de WWB (artikel 17) bent u verplicht inlichtingen te
verstrekken. Het niet of niet-behoorlijk voldoen aan deze verplichting
kan ertoe leiden dat u ten onrechte bijstand heeft ontvangen, of ten
onrechte een te hoog bedrag aan bijstand heeft ontvangen.
Wanneer u de inlichtingenverplichting niet, of niet-behoorlijk nakomt,
kan dit leiden tot de volgende verlaging:
* 20% van de bijstandsnorm gedurende 1 maand, indien het netto
benadelingsbedrag minder bedraagt dan 500;
* 50% van de bijstandsnorm gedurende 1 maand, indien het netto
benadelingsbedrag gelijk is aan of meer bedraagt dan 500 maar
minder bedraagt dan 2000;
* 100% van de bijstandsnorm gedurende 1 maand, indien het netto
benadelingsbedrag gelijk is aan of meer bedraagt dan 2000.
Wanneer u herhaaldelijk de inlichtingenplicht niet nakomt, zonder dat
dit leidt tot het ten onrechte ontvangen van bijstand, wordt ook een
verlaging toegepast van 20% van de bijstandsnorm gedurende 1 maand.
Verlaging uitkering bij tekortschietend besef van verantwoordelijkheid
Met de bijstandsuitkering ontvangt de uitkeringsgerechtigde middelen
van bestaan. Wanneer blijkt dat u met de aan u geboden middelen op een
onverantwoorde wijze omgaat, zal een verlaging van de uitkering worden
toegepast. Dit staat in artikel 18, lid 2 WWB. De verlaging wordt
afgestemd op de periode dat als gevolg van de gedraging eerder of
langer recht bestaat op bijstand. In de wet wordt dit een
tekortschietend besef van verantwoordelijkheid genoemd.
Een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid kan uit allerlei
gedragingen blijken, zoals:
* een onverantwoorde besteding van vermogen;
* geen of te late aanvraag doen voor een voorliggende voorziening;
* het niet nakomen van de verplichting tot instellen
alimentatievordering.
De verlaging ordt op de volgende wijze vastgesteld:
* 20% van de bijstandsnorm gedurende 1 maand bij een periode van 1
maand of korter;
* 50% van de bijstandsnorm gedurende 1 maand bij een periode van 1
tot 3 maanden;
* 100% van de bijstandsnorm gedurende 1 maand, bij een periode van
3 maanden en langer.
Bij het onverantwoord interen van vermogen bedraagt de verlaging 100%
van de geldende uitkeringsnorm. Dit gedurende een periode die neerkomt
op de periode waarover eerder aanspraak op uitkering moet worden
gemaakt.
Verlaging uitkering bij zeer ernstige misdragingen
Wanneer een belanghebbende zich zeer ernstig misdraagt tegenover het
college of de ambtenaren, onder omstandigheden die rechtstreeks
verband houden met de uitvoering van de wet, wordt een verlaging
toegepast van 100% gedurende minimaal 1 maand tot maximaal 6 maanden.
Verlaging bij niet-nakomen nadere verplichtingen
De WWB stelt reguliere wettelijke verplichtingen. Daaraan toegevoegd
kan de gemeente nadere verplichtingen opleggen. Deze verplichtingen
hebben ten doel de uitkeringsgerechtigde te begeleiden naar werk. Ook
kan het college verplichtingen opleggen met als doel de
bijstandsuitkering uit te keren, te verminderen of te beëindigen. Een
verplichting kan inhouden dat u zich medisch moet laten behandelen.
Dit uiteraard op advies van een arts.
Wanneer een of meerdere nadere verplichtingen zijn opgelegd en deze
niet in voldoende mate worden nagekomen, wordt een verlaging toegepast
van 50% van de bijstandsnorm gedurende 1 maand.
Informatie
De verordening kunt u nalezen via onderstaande link.
Verordening Wet werk en bijstand.