VU Medisch Centrum

Interventieprogramma verbetert beweeggedrag revalidatiepatiënten

Het beweeggedrag van revalidatiepatiënten verbeterde nadat zij een interventieprogramma volgden. Zowel negen weken als een jaar nadat hun revalidatieprogramma was beëindigd, bewogen zij meer dan revalidatiepatiënten die het programma niet hadden gevolgd. Dit blijkt uit promotieonderzoek van bewegingswetenschapper en epidemioloog Hidde van der Ploeg.

De Nederlander beweegt te weinig, maar revalidatiepatiënten bewegen over het algemeen nog minder dan mensen zonder een lichamelijke beperking. Dagelijkse lichaamsbeweging is voor hen belangrijk omdat daarmee gezondheidsproblemen als hoge bloeddruk, diabetes, hart- en vaatziekten, obesitas en bepaalde typen kanker kunnen worden voorkomen.

Van der Ploeg bood zes weken voordat revalidatiepatiënten met ontslag gingen het programma Revalidatie & Sport (R&S), de combinatie R&S met Actief na Revalidatie (AnR) of uitsluitend de gebruikelijke revalidatieprogramma's aan. De programma's werden in revalidatiecentra aan patiënten met diverse aandoeningen aangeboden. 315 revalidanten volgden R&S, 284 revalidanten R&S in combinatie met AnR en 603 revalidanten alleen de gebruikelijke revalidatiebehandeling.

De combinatie van R&S en AnR leidde tot een langdurige verbetering van het beweeggedrag van patiënten met een lichamelijke beperking. AnR beoogt de dagelijkse lichamelijke activiteit van revalidatiepatiënten (hond uitlaten, op de fiets boodschappen doen, handbiken) te bevorderen. R&S is een sportstimuleringsprogramma.

AnR bestaat uit op de individuele patiënt gericht en specifiek advies om lichaamsbeweging te bevorderen. Patiënten krijgen tijdens de revalidatie een adviesgesprek en hebben 2, 5 en 8 weken na afloop van de revalidatie kortere telefonische adviesgesprekken over hun dagelijkse lichamelijke activiteit. R&S bestaat uit een sportadvies gesprek tijdens de revalidatie.

In beide programma's wordt rekening gehouden met de diagnose. In overleg met de patiënt wordt bepaald welke bewegingsactiviteit en welke sportbeoefening voor hem of haar het meest geschikt, haalbaar en gewenst is en waar deze in de woonomgeving kan worden gedaan. Volgens van der Ploeg is de combinatie R&S en AnR met name succesvol door deze persoonlijke benadering, de extra contactmomenten na de revalidatie en de combinatie van sport en dagelijkse activiteiten.

Hidde van der Ploeg promoveert op 12 januari aanstaande aan VU medisch centrum.