11 jan 2006
Onderdeel: LEI
Een goed visserijbeheer vraagt om het delen van verantwoordelijkheden
door overheid en bedrijfsleven. De EU stelt aan behoorlijk bestuur de
eis van openheid, participatie, verantwoording, effectiviteit en
samenhang. In hoeverre voldoet het visserijbeleid in de verschillende
lidstaten van de EU aan deze criteria? Een internationaal team onder
leiding van Wageningen UR onderzocht in opdracht van de Europese
Commissie de bestaande praktijk en mogelijke nieuwe modellen voor een
visserijbeheer met gedeelde verantwoordelijkheden. Het concludeert dat
er geen algemene aanpak bestaat die tegemoet zou kunnen komen aan de
uiteenlopende omstandigheden in de verschillende Europese
visserijlanden.
Het onderzoek heeft betrekking op vijf EU-lidstaten, waaronder
Nederland, en op Noorwegen. In alle landen speelt het probleem dat het
Europese visserijbeleid wordt ervaren als een van buitenaf opgelegd
systeem. Het delen van verantwoordelijkheden wordt nu in hoofdzaak
langs twee wegen bevorderd: door regionale decentralisatie, zoals in
Spanje, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk, of door het delegeren
van sommige verantwoordelijkheden aan de sector zelf, zoals in
Noorwegen, Denemarken en Nederland. Beide benaderingen vloeien voort
uit de specifieke geschiedenis van de visserij in de betrokken landen.
Ze hebben echter ook hun beperkingen en nadelen, en bieden geen
pasklare oplossingen voor alle problemen rond het beperkte draagvlak
voor het beleid.
De onderzoekers concluderen dat er weinig kans is op één
gemeenschappelijke nieuwe aanpak, omdat de geschiedenis en de
tegenwoordige omstandigheden van de visserij in de verschillende
landen daarvoor te veel uiteenlopen. Maar er kunnen vanuit de
verschillende achtergronden wel stappen in de goede richting worden
gezet. Die zullen dan als gemeenschappelijke kenmerken moeten hebben:
meer aandacht voor een inbreng op lokaal niveau, meer delegatie van
verantwoordelijkheden naar beroepsorganisaties, en meer participatie
van alle betrokkenen in de ontwikkeling (en niet alleen de uitvoering)
van het beleid.
____________________________________
LEI