NIOD


10.1.2006

Zilveren Camera winnaar Jan Banning exposeert in het NIOD!

Sporen van Oorlog. Overlevenden van de Birma- en de Pakanbaroe-spoorweg

De fotoseries van Jan Banning (1954, Almelo) bevinden zich op het kruispunt van journalistiek, kunst en wetenschap. Recente thema's zijn de langetermijngevolgen van oorlogen en bureaucratie. Banning won o.a. de World Press Photo Award 2004 voor portretseries en afgelopen week de Zilveren Camera voor zijn Malawi-serie in 'M' van NRC/Handelsblad. Sporen van Oorlog. Overlevenden van de Birma- en de Pakanbaroe-spoorweg bestaat uit portretten in foto's en tekst van veertien mannen, die als dwangarbeider aan één van deze spoorwegen hebben gewerkt. Niet alleen ex-krijgsgevangenen -blanken en Indo's- , die nu in Nederland leven, maar ook Indonesische ex-romusha's komen in beeld. Sporen van Oorlog. Overlevenden van de Birma- en de Pakanbaroe-spoorweg is ook als boek uitgekomen (met bijdragen van Esther Captain en Willem Willems), Utrecht 2003 ISBN 90-777386-01-7

Tijdens de 2e Wereldoorlog lieten Japanners zowel in het grensgebied van Thailand en Birma als op Sumatra een spoorlijn aanleggen door krijgsgevangenen en geronselde Aziatische burgers, de zogenaamde romusha's.

De leef- en werkomstandigheden van deze dwangarbeiders waren erbarmelijk. Aan de 414 kilometer lange Birmaspoorweg werkten ruim 60.000 geallieerde krijgsgevangenen, waaronder zo'n 18.000 Nederlanders. Circa 20% van het kwam om. Aan de Pakanbaroespoorlijn (220 kilometer) zijn zo'n 6500, grotendeels Nederlandse, krijgsgevangenen ingezet. Daarvan heeft eenderde het eind van de oorlog niet meer beleefd. Van de naar schatting 100.000 Javaanse dwangarbeiders aan de Pakanbaroespoorlijn en de 160.000 romusha's in Birma is volgens deskundigen 80 tot 90% omgekomen! Een aantal mensen bereikte de werkkampen niet eens, maar kwam om bij torpederingen onderweg, zoals die van Junyo Maru: bij deze op twee na grootste scheepsramp in de geschiedenis, voor de Sumatraanse Westkust, kwamen ongeveer 4000 romusha's en 1500 krijgsgevangenen om.

Meer dan een halve eeuw later ging fotograaf Jan Banning op zoek naar overlevenden. Zijn project Sporen van Oorlog is het resultaat. Het bestaat uit portretten in foto's en tekst van vierentwintig mannen, die als dwangarbeider aan één van deze spoorbanen hebben gewerkt: vijftien voormalige krijgsgevangenen - blanke en Indo's - in Nederland, en één in Jakarta, plus acht Indonesische ex-romusha's, wonend op Sumatra en Java.

In gesprekken en de aansluitende fotosessies voerde hij de mannen terug naar hun leven in de oorlogsdagen. Ze zijn gefotografeerd zoals ze destijds werkten: met ontbloot bovenlijf. De meeste hadden na enige tijd in de werkkampen immers niet meer kleding over dan een 'tjawat', een lendendoek.

Interviews - die soms vijf of zes uur duurden - gingen eerste over hun ervaringen aan de spoorbaan. Maar de vraag waar het hele project om draaide was: wat zijn de gevolgen van de vaak loodzware ervaringen op hun verdere leven geweest?

Het onderwerp heeft een zeer persoonlijke uitgangspunt: Bannings grootvader werkte aan de Birma-, zijn vader aan de Pakanbaroespoorbaan.

Jan Banning bedankt:

Kees Arends, Esther Captain, Dick van Driel, Marianne van de Ende, Harry van Gelder, Henk Hovinga, Hilde Janssen, Joy de Jong, Christine Maturbongs, Gjalt van der Molen, Remco Raben, Wim Roefs, Judith Schut, Monique Soesman, Fridus Steijlen, Wil Tinnemans, Rion Verberne, Rosa Verhoeven, Maartje Wildeman en Wim Willems.

Jan Banning (1954, Almelo) studeerde geschiedenis. Zijn fotoseries bevinden zich op het kruispunt van journalistiek, kunst en wetenschap. Recente thema's zijn de lange termijn gevolgen van oorlogen en van bureaucratie. Publiceerde o.a. de boeken 'Vietnam; Doi Moi' (1993), 'Sporen van oorlog. Overlevenden van de Birma- en de Pakanbaroe-spoorweg' (2003) en 'De prijs van het paradijs'(2004). Won World Press Photo Award 2004, Zilveren Camera (negen prijzen en nominaties), Price of Prague 2004.

Voor de foto´s:
Zie het origineel