Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
2509 LV Den Haag
Der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44
Telefax (070) 333 4007
2513 AA `s-GRAVENHAGE
Uw brief Ons kenmerk
IZ/EA/2006/ 2562
Onderwerp Datum
Geannoteerde agenda voor de Informele 11 januari 2006
bijeenkomst van de Raad voor
Werkgelegenheid en Sociaal Beleid,
Volksgezondheid en Consumentenzaken van
19, 20 en 21 januari 2006 (onderdeel
werkgelegenheid en sociaal beleid)
./. Hierbij zend ik u, mede namens Staatssecretaris van Hoof, de geannoteerde agenda ten
behoeve van de informele bijeenkomst van de Raad voor de Werkgelegenheid en Sociaal
Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken van 19, 20 en 21 januari aanstaande in
Villach, Oostenrijk (onderdeel werkgelegenheid en sociaal beleid).
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(mr. A.J. de Geus)
Bijlage 1:
Geannoteerde Agenda van de informele bijeenkomst van de Raad voor
Werkgelegenheid en Sociaal beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken van 19, 20
en 21 januari 2006.
(Onderdeel: Werkgelegenheid en Sociaal Beleid)
Tijdens de informele bijeenkomst van Ministers voor werkgelegenheid en sociaal beleid van
19-21 januari a.s. zal van gedachten worden gewisseld over de onderwepen "flexicurity"en de
stroomlijning van de sociale bescherming in het kader van de Lissabon-strategie.
's Ochtends zullen betrokken ministers spreken over "flexicurity", het vinden van een
evenwicht tussen flexibiliteit en zekerheid. Uitgangspunt hierbij is dat een adequate sociale
zekerheid een voorwaarde is voor flexibiliteit op de arbeidsmarkt. De ministers zullen
discussiëren over de vraag hoe het Europees sociaal model en concurrentiekracht met elkaar
verzoend kunnen worden. De focus zal daarbij liggen op de uitwisseling van ervaringen
tussen de lidstaten met de wijze waarop een balans gevonden kan worden in het nationale
werkgelegenheidbeleid. Daarnaast zullen ook de gevolgen van de globalisering voor de
internationale arbeidsdeling aan de orde komen. Tenslotte zullen de ministers ingaan op de
mogelijkheden voor Europees beleid en gezamenlijke activiteiten.
De middagsessie staat in het teken staan van de stroomlijning van de sociale bescherming in
het kader van de Lissabon-strategie. In maart 2005 heeft de Europese Raad in het kader van
de herziening van de Lissabon-strategie besloten tot introductie van driejaarlijkse nationale
hervormingsprogramma's (NHP's). Lidstaten rapporteren jaarlijks over de implementatie
hiervan. De focus hierbij ligt op de bevordering van groei en werkgelegenheid.
De Commissie heeft in dit verband een mededeling gepresenteerd ("Working together,
working better: A new framework for the open coordination of social protection and inclusion
policies in the European Union"). Daarin doet zij een aantal voorstellen om de methode van
open coördinatie (OMC) op het terrein van sociale bescherming te verbeteren, mede in het
licht van de herziene Lissabon-strategie. Hierin gaat zij o.a. in op vereenvoudiging van de
rapportageverplichtingen en verbetering van mogelijkheden tot uitwisseling van "best
practices". De Commissie stelt o.m. voor dat de lidstaten hun driejaarlijkse OMC-rapport op
het terrein van sociale bescherming (want driejaarlijks) in september inleveren, zodat de
belangrijkste boodschappen in het in oktober in te dienen NHP kunnen worden opgenomen.
Nederlandse opstelling
Nederland zal in de werkgroep die zal discussiëren over "flexicurity" ingaan op de Wet Werk
en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA) vanuit het bredere perspectief van het belang van
een toename van de arbeidsparticipatie. Bij de WIA staat immers "werken naar
vermogen" centraal. Werken, dus ook weer of meer werken, moet lonend zijn. Nederland
zal de uitgangspunten van dit nieuwe stelsel toelichten.
In de middagsessie, die over stroomlijning van de methode van open coördinatie van de
sociale bescherming in het kader van de Lissabon-strategie gaat, zal Nederland het belang van
sociale bescherming en sociale insluiting voor groei en werkgelegenheid en het voorkomen
van extra rapportagedruk onderstrepen.
2
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid