Den Haag, 11 januari 2006

Vragen van de leden Depla en Noorman-den Uyl (beiden PvdA) aan de minister van VROM en aan de staatssecretaris van Financiën

over de hoogte van de huurtoeslag in bijzondere situaties

1.

Is het u bekend dat sommige huurders in een bijzondere situatie bij een gelijkblijvend inkomen een aanzienlijk lagere huurtoeslag krijgen dan hun huursubsidie in 2005?

2.

Klopt het dat binnen de huursubsidieregeling tot 1 januari 2006 er voor bepaalde situaties uitzonderingen bestonden met betrekking tot het vaststellen van de hoogte van het rekeninkomen? Gelden deze uitzonderingssituaties nog steeds? Zo ja, waarom worden ze niet toegepast? Zo nee, waarom worden ze afgeschaft?

3.

Indien het gaat om verzorgingsrelatie van bejaarde ouder en inwonende zoon, vindt u het dan redelijk en billijk dat de huurtoeslag van de bejaarde ouder ruim ¤90 lager is dan de huurtoeslag in 2005 bij gelijkblijvende omstandigheden?

4.

Zo niet, bent u bereid daarin op grond van kennelijke hardheid de huurtoeslag aan te passen?

5.

Indien het gaat om de stagevergoeding van een inwonende zoon, bent u bereid voor de bijtelling van deze vergoeding bij het inkomen van de ouders, gelijk zoals bij de huursubsidie 2005, maar een gedeelte van de stagevergoeding in het toetsinkomen te betrekken?

6.

Zo ja, bent u bereid daarvoor de uitvoeringsinstructie aan te passen, opdat per februari 2006 de berekening van de huurtoeslag wordt aangepast aan de beperkte toerekening van het persoonsgebondenbudget?

7.

Kunt u deze vragen voor het AO huurtoeslag op 9 februari 2006 beantwoorden?

Een bejaarde vrouw wordt verpleegd door haar inwonende zoon. Het inkomen van haar zoon bestaat voor een deel uit het persoonsgebondenbudget van de moeder. VROM telde het inkomen van de zoon niet volledig mee bij het rekeninkomen. De Belastingdienst/Toeslagen baseert de hoogte van de huurtoeslag wel op basis van het inkomen van moeder en de zoon inclusief het gehele persoonsgebonden budget. De huurtoeslag die de bejaarde moeder ontvangt is ruim ¤90,- lager dan de huursubsidie die zij ontving.

Een echtpaar met kinderen moet rond komen van de WAO-uitkering van de vader. De zoon loopt stage. Hiervoor ontvangt hij een stagevergoeding. VROM telde niet de volledige stagevergoeding mee bij het vaststellen van het rekeninkomen. De Belastingdienst/Toeslagen baseert wel de huurtoeslag mede op de volledige stagevergoeding. Het gezin ontvangt daardoor ¤92,26 minder per maand.

Een bejaarde vrouw wordt verpleegd door haar inwonende zoon. Het inkomen van haar zoon bestaat voor een deel uit het persoonsgebondenbudget van de moeder. VROM telde het inkomen van de zoon niet volledig mee bij het rekeninkomen. De Belastingdienst/Toeslagen baseert de hoogte van de huurtoeslag wel op basis van het inkomen van moeder en de zoon inclusief het gehele persoonsgebonden budget. De huurtoeslag die de bejaarde moeder ontvangt is ruim ¤90,- lager dan de huursubsidie die zij ontving.

Een echtpaar met kinderen moet rond komen van de WAO-uitkering van de vader. De zoon loopt stage. Hiervoor ontvangt hij een stagevergoeding. VROM telde niet de volledige stagevergoeding mee bij het vaststellen van het rekeninkomen. De Belastingdienst/Toeslagen baseert wel de huurtoeslag mede op de volledige stagevergoeding. Het gezin ontvangt daardoor ¤92,26 minder per maand.