003 - Sport goed voor lichaam en en geest
Datum: 3 januari 2006
Wie zich voorneemt om in het nieuwe jaar meer te gaan bewegen, heeft
niet alleen het beste voor met zijn lichamelijke conditie, maar
scherpt tegelijkertijd al sportend de geest. Uit onderzoek van biologe
Karin van der Borght blijkt dat lichamelijke activiteit de vorming van
nieuwe hersencellen verhoogt en leidt tot verbetering van het
leervermogen en het langetermijngeheugen. Van der Borght: "Dat meer
bewegen niet alleen goed is voor je lichaam maar ook je geestelijke
vermogens bevordert, is absoluut relevant in een tijd waarin mensen te
weinig bewegen." Zij promoveert op 13 januari 2006 aan de
Rijksuniversiteit te Groningen.
Als ze de kans krijgen, rennen muizen in een nacht vijf tot twaalf
kilometer in een loopwiel. Muizen die dat doen, leren sneller en
krijgen een beter langetermijngeheugen dan muizen die niet extra
bewegen. Dat is de belangrijkste conclusie uit het promotieonderzoek
van Karin van der Borght. Niets heeft zo'n duidelijke invloed op de
vorming van nieuwe hersencellen als beweging. "Ik had juist verwacht
dat het verstoren van de slaap/waak-cyclus en het aanleren van
allerlei taken van grote invloed zouden zijn. Het is fascinerend om te
zien dat zoiets eenvoudigs als lichamelijke activiteit zo'n grote
impact heeft. Als je bedenkt dat we in een tijd leven waarin mensen
juist te weinig bewegen, lijkt me dit een goed argument om toch in
beweging te komen."
Activiteit bevordert aanmaak hersencellen
Dat zoogdieren na de embryonale ontwikkeling gewoon doorgaan met het
aanmaken van nieuwe hersencellen is nog maar korte tijd bekend. Een
van de twee gebieden in de hersenen waar dit gebeurt, is de
hippocampus. Dit gebied is cruciaal bij leer- en geheugenprocessen.
Van der Borght heeft verschillende factoren onderzocht die van invloed
zijn op de aanmaak en overleving van hersencellen in de hippocampus.
"De meest opvallende conclusie is dat lichamelijke activiteit de
vorming van nieuwe neuronen in de hippocampus bevordert. Als je muizen
een loopwiel geeft zodat ze kunnen rennen, neemt het aantal nieuwe
neuronen aanzienlijk toe. Als je deze muizen daarna in een doolhof
naar eten laat zoeken, lukt ze dat sneller dan muizen die geen extra
beweging hebben gehad. Blijkbaar is hun leervermogen als gevolg van
deze nieuwe hersencellen verbeterd. Laat je ze twee weken later nog
eens zoeken, dan weten ze nog precies waar het eten ligt. Hun
langetermijngeheugen is er dus ook op vooruitgegaan. Overigens gaat
het om vrijwillige beweging: als je ratten - van nature luie dieren -
dwingt om te rennen op een loopband, leidt dat alleen maar tot stress
en niet tot extra neuronen."
Alzheimeronderzoek
Het positieve effect van activiteit op de vorming van hersencellen is
volgens Van der Borght vooral interessant voor Alzheimeronderzoek.
"Het is bekend dat Alzheimerpatiënten geestelijk minder snel achteruit
gaan als ze actief blijven. Het is goed mogelijk dat dit komt omdat ze
nog steeds nieuwe neuronen aanmaken en daardoor de afbraak van
hersencellen compenseren. Hiervoor is nieuw onderzoek nodig."
Nachtje overslaan
Tegen de verwachting in blijkt een nachtje overslaan geen enkele
invloed te hebben op het vormen van nieuwe neuronen. Van der Borght:
"Bij muizen waarvan we de slaap/waak-cyclus onderbreken, zie je dat de
aanmaak van nieuwe neuronen niet verandert. Ook het aanleren van
nieuwe taken heeft geen invloed op de vorming van neuronen. Het
ophalen van herinneringen heeft zelfs een negatief effect: als je
muizen iets laat doen waarbij ze informatie moeten ophalen uit hun
lange termijngeheugen, neemt de vorming van nieuwe neuronen af. Het
lijkt erop of de hippocampus alleen eenrichtingsverkeer toestaat: als
er informatie moet worden opgehaald, is het niet mogelijk om
tegelijkertijd nieuwe neuronen te vormen."
Hersenbeschadiging
Tot slot heeft Van der Borght ook gekeken naar het effect van een
hersenbeschadiging van het mediale septum op de vorming van nieuwe
neuronen in de hippocampus. "De hippocampus heeft het mediale septum
nodig voor het verwerken van informatie. Als dit deel van de hersenen
beschadigd is, worden er in de hippocampus veel minder nieuwe neuronen
gevormd."
Curriculum Vitae
Karin van der Borght (Boxtel, december 1978) studeerde biologie aan de
Rijksuniversiteit Groningen. Ze verrichtte haar promotieonderzoek bij
de vakgroep Basiseenheid Moleculaire Neurobiologie van de
onderzoekschool Behavioral and Coginitive Neurosciences van de
Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen van de RUG. Zij is inmiddels
werkzaam als postdoc aan de Lund Universiteit te Zweden. Van der
Borght promoveert tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen.
Haar promotoren zijn prof. dr. P.G.M. Luiten, dr. E.A. Van der Zee en
dr. B.J.L. Eggen. De titel van haar proefschrift luidt: New neurons in
the adult brain. A study on the regulation and function of
neurogenesis in the adult rodent hippocampus.
Rijksuniversiteit Groningen