Rijksuniversiteit Groningen

007 - Travestieten met homoseksueel gedrag ontdekt bij kemphaan

Datum: 12 januari 2006

Bij de kemphanen blijken zich niet twee maar zelfs drie typen mannetjes te manifesteren, die niet alleen wat betreft uiterlijk en gedrag , maar ook genetisch van elkaar verschillen. De kemphaan-hanen van het nu ontdekte derde type waren altijd voor vrouwtjes aangezien, maar blijken bij nadere beschouwing zelfs extra grote testes te bezitten. Deze ontdekking van de Friese aardappelteler en vogelkenner Joop Jukema leidde tot een wetenschappelijk artikel van hem en Theunis Piersma, hoogleraar dierecologie aan de Rijksuniversiteit Groningen, dat deze week verscheen in Biology Letters.

Hoewel mannen, of het nou om mensen of om andere dieren gaat, zich in het liefdesspel heel verschillend kunnen gedragen, heeft deze verscheidenheid vrijwel nimmer een erfelijke basis. Slechts bij een zeepissebed, een vis, een hagedis en de kemphaan was tot nu toe meer dan één mannentype ontdekt, mannen die zich onderscheiden door vorm, kleur, grootte en gedrag.

Flitsend uiterlijk

De kemphaan is een weidevogelsoort die in Nederland als broedvogel inmiddels vrijwel is uitgestorven, omdat hij niet tegen de moderne landbouwmethoden kon opboksen. In voor- en najaar trekken er echter nog wel vele duizenden kemphanen door Nederland, op weg van de overwinteringgebieden in West-Afrika naar de broedgebieden in Scandinavië, Noord-Rusland en Siberië.

Kemphaanmannetjes zien er in de broedtijd flitsend uit, met een bontgekleurde kraag van lange showveren en een even bonte kuif. Ze laten het broeden en begeleiden van de kuikens helemaal over aan de vrouwtjes, die ongeveer half zo groot zijn als de mannen en onopvallend bruin van kleur.

Wereldberoemd

Kemphanen zijn al vijftig jaar wereldberoemd omdat destijds aan de Rijksuniversiteit Groningen werd ontdekt dat er twee typen mannen bestonden: een type (de honkman) dat op gemeenschappelijke baltsplaatsen een klein territorium verdedigt tegen andere honkmannen, en een type (de satelliet) dat geen honk verdedigt, maar op en rond de baltsplaats rondscharrelt en door de honkmannen wordt getolereerd.

Satellieten zijn heel goed te herkennen aan hun witte kuif en witte kraag. Honkmannen hebben allerlei kleuren, en combinaties van kleuren. Vrouwtjes komen naar de baltsplaats om één of meerder mannen te kiezen om mee te paren. Ze kiezen verhoudingsgewijs even vaak voor een honkman als voor een hagelwitte satelliet.

Derde man
Jukema, samen met de Friese `wilsterflappers' (vogelvangers genoemd naar het wilsterflappen, een traditionele vangmethode voor goudplevieren en andere steltlopers) en medewerkers van de Rijksuniversiteit Groningen ontdekten bij kemphanen een `derde man', zoals die eerder al bekend was bij de zeepissebed, de vis en de hagedis. Deze derde man is veel kleiner dan de honkmannen en de satellieten. Hij is iets groter dan een vrouwtje, onopvallend bruin van kleur en draagt geen kraag of kuif. Ze zijn zeldzaam; want vormen maar 1-2 % van de populatie. Tot nu toe waren ze aangezien voor uit de kluiten gewassen vrouwtjes. De ontdekkers hebben ze `faren' genoemd - faar is een oud-Fries woord voor aartsvader - omdat ze vermoeden dat deze vogels, in ieder geval wat betreft hun uiterlijk, het oorspronkelijke type man bij kemphanen belichamen.

Stiekem

Waarnemingen in vliegkooien bij het NIOZ op Texel wezen uit dat de faren er niet alleen uitzien als vrouwtjes, maar zich ook zo gedragen. Ze tonen interesse in de baltsende honkmannen en paren regelmatig met ze. Eén keer werd waargenomen dat ze met een vrouwtje paarden. Dat kunnen ze dus wel, maar ze doen het stiekem.

Deze waarnemingen werden bevestigd door een Frans echtpaar dat in Noord-Noorwegen een baltsplaats van kemphanen fotografeerde. Eén van de `vrouwtjes' was herkenbaar aan een aantal kleurringen om haar poot. Dit `vrouwtje' paarde meerdere keren met een bruine honkman en een keer met een satelliet, maar bleek bij nader inzien (onder andere door het controleren van het in Nederland verzamelde bloedmonster) een van de zes faren te zijn die in het voorjaar van 2004 geringd werden losgelaten!

Grote testes

Aangezien de testes van faren enkele malen groter zijn dan die van honkmannen, denken de onderzoekers dat faren onder andere voor nakomelingen zorgen door met een overvloedige spermaproductie het zaad van andere mannen te verdrijven. Ze durven zelfs te speculeren dat de paringen van de faren met honkmannen en satellieten bedoeld zijn om hun sperma in de cloaca van deze grote mannen te krijgen, die op hun beurt er onbedoeld voor zorgen dat dit faar-zaad een vrouwtje bevrucht.

Noot voor de pers

Nadere informatie:

Joop Jukema, Oosterbierum. Jukema is pootaardappelteler, maar daarnaast al 25 jaar intensief bezig met vogelonderzoek. Hij heeft meerdere belangwekkende ornithologische ontdekkingen op zijn naam staan, maar de ontmaskering van de faar is vooralsnog de grootste.

Prof.dr. Theunis Piersma, Vakgroep Dierecologie, CEES, RUG, tel. (050) 363 2043; of op het NIOZ, tel. (0222) 369 300.

Publicatie: Jukema, J. & T. Piersma. 2006. Permanent female mimics in a lekking shorebird. Biology Letters 2: First-Cite Online early publishing (10 January 2006). DOI: 10.1098/rsbl.2005.0416

Foto's: zie
http://www.rug.nl/biologie/onderzoek/onderzoekgroepen/dieroecologie/ni euws/index%20