Ingezonden persbericht


PERSBERICHT

CENTRAAL BUREAU VOOR DE RIJN- EN BINNENVAART

Rotterdam, 13 januari 2006

Noodklok over zand- en grindvervoer per binnenschip

Open brief aan het bouwend bedrijfsleven

Het Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart heeft in een open brief aan de organisaties van het bouwend bedrijfsleven de noodklok geluid over de situatie in het vervoer van bouwgrondstoffen per binnenschip.

Uit een te publiceren rapport van het economisch onderzoek instituut NEA, met als titel "Kostenindex voor de zand- en grindvaart-uitgave 2005", afgezet tegen tarieven die daadwerkelijk in de markt worden betaald, blijkt dat de economische situatie van het gespecialiseerd vervoer van zand en grind per binnenschip in zeer veel gevallen dramatisch slecht is. Het verschil tussen de berekende kostprijs en de daadwerkelijk verkregen inkomsten is vaak niet minder dan 25%. In deze berekeningen is dan ook nog uitgegaan van verouderde schepen die reeds 30 jaar of meer in de vaart zijn, waardoor kapitaalkosten verbonden aan de afschrijving van nieuwe schepen niet of nauwelijks zijn meegenomen.

Pikant detail is dat ca 25 jaar geleden in een vrije markt per ton vervoerd gewicht ongeveer hetzelfde werd betaald als heden het geval is. Deze sector heeft daardoor veelal in de laatste 25 jaar zelfs de kosteninflatie nauwelijks kunnen doorberekenen. (Voorbeeld: Zand Maas-Son (N-Brabant) 1981: hfl 6,40; 2005: E3,20 / Grind: Maas-Gouda 1984: hfl 5.05; 2005: E2,56). Hierbij dient te worden aangetekend dat de omvang van de binnenlandse vaarwegen schaalvergroting niet of nauwelijks mogelijk maken.

Het voortbestaan van dit deel van de binnenvaartsector wordt hierdoor rechtstreeks bedreigd vanwege bedrijfsbeëindiging, vergrijzing, geen bedrijfsopvolging en zeer verouderde vervoermiddelen.

Het overgrote deel van alle bouwgrondstoffen (75/80%) wordt vervoerd per binnenschip naar diverse locaties in het binnenland, vaak langs de kleinere vaarwegen. Dit betreft ca 50 miljoen ton op jaarbasis.

Ook in de sector van het vervoer van ophoogzand en bagger, dat veelal met moderner materiaal vaart, is er sprake van een dramatisch verschil tussen kostprijs en inkomsten. Deze schepen varen veelal direct of indirect in opdracht van grote aannemersbedrijven. In deze markt, worden op jaarbasis vele tientallen miljoenen tonnen vervoerd, afhankelijk van onderhanden zijnde projecten (bouwlocaties, HSL Betuwelijn enz.). Alternatieven voor vervoer per binnenschip in dit deel van de markt zijn er in feite nauwelijks.

In de open brief roept het CBRB het bouwend bedrijfsleven op om -zeker ook in hun eigen belang- deze situatie zo snel mogelijk op te lossen en het vervoer van bouwgrondstoffen per binnenschip weer rendabel te maken.

Noot voor de redactie (