Diakonessenhuis gaat samenwerken met VolkerWessels
Utrecht, 13 januari 2006 - Het Diakonessenhuis en
VolkerWessels (Koninklijke Volker Wessels Stevin nv) vormen binnenkort
een alliantie. Doel van de samenwerking is het realiseren van
noodzakelijke investeringen in bouw en patiëntenzorg, het leveren van
betere logistieke prestaties en tenslotte het versterken van de
financiële positie van het ziekenhuis. Het Diakonessenhuis is het
eerste ziekenhuis in Nederland dat een dergelijke structurele
samenwerking aangaat.
De alliantie biedt het Diakonessenhuis de mogelijkheid om zich verder
te kunnen ontwikkelen als innovatief en modern ziekenhuis. De
samenwerking gaat zich in eerste instantie richten op de
herontwikkeling van de terreinen en de gebouwen die het ziekenhuis in
Utrecht en Zeist bezit. Met de herontwikkeling van de terreinen kunnen
middelen worden vrijgemaakt, waarmee het Diakonessenhuis financiële
ruimte krijgt om te investeren in de noodzakelijke nieuwbouw en
modernisering van de ziekenhuislocaties. Ook kan het Diakonessenhuis
hierbij gebruik gaan maken van de ruime ervaring die VolkerWessels
heeft op andere gebieden zoals facilitaire dienstverlening en
breedbandtechnologie.
Er zal een ontwikkelingsplan worden opgesteld voor de
ziekenhuisterreinen in Utrecht en Zeist. Belangrijk uitgangspunt voor
de (bouwkundige) modernisering van het Diakonessenhuis vormt de
organisatie rondom patiëntenstromen/categorieën en ketenintegratie.
Momenteel bereidt het Diakonessenhuis de bouw van een centrum voor
acute en intensieve zorg in Utrecht voor, waarbij VolkerWessels nauw
wordt betrokken. Het programma van eisen is gereed en de planning is
dat de bouw in het najaar 2006 zal starten. Ook heeft het
Diakonessenhuis plannen voor een diagnostisch centrum in Utrecht en
eerstelijns gezondheidscentra in Utrecht en Zeist. In de planvorming
zullen tevens de parkeervoorzieningen worden opgenomen.
Ontwikkelingsmodel
Binnenkort ondertekenen de besturen van het Diakonessenhuis en
VolkerWessels de samenwerkingsovereenkomst. De alliantie wordt
vormgegeven in een ontwikkelingsmodel, waarbij de scope van de
samenwerking steeds verder wordt geconcretiseerd. In de overeenkomst
worden meetmomenten opgenomen waarbij partijen de mogelijkheid hebben
- mochten er onvoldoende prestaties geleverd worden - de overeenkomst
te ontbinden. De overeenkomst waarborgt tevens dat alle activiteiten
onder marktconforme condities plaatsvinden. In het ontwikkelingsmodel
past ook dat op korte termijn nog andere partners/marktpartijen kunnen
toetreden, die een toegevoegde waarde kunnen leveren aan de
modernisering van het Diakonessenhuis.
De voorzitter van de Raad van Bestuur van het Diakonessenhuis, Roel
Steenbergen, is verheugd over deze unieke samenwerking: "Het
Diakonessenhuis is blij met deze partner, aangezien VolkerWessels
ruime ervaring heeft in dergelijke samenwerkingsverbanden met een
lange termijn perspectief. Onze samenwerking biedt de mogelijkheid om
te kunnen investeren in het Diakonessenhuis en zodoende de kwaliteit
van onze patiëntenzorg in de regio op een hoger niveau te brengen."
Herman Hazewinkel, voorzitter van de Raad van Bestuur van
VolkerWessels: "Een dergelijke samenwerking vloeit logisch voort uit
de succesvolle vormen van samenwerking die marktpartijen uit de
bouwsector al op andere gebieden tot stand hebben gebracht en waarbij
is komen vast te staan dat het marktprincipe en de publieke en
maatschappelijke belangen goed kunnen samengaan."
In de zorgsector in het buitenland worden dergelijke
samenwerkingsverbanden tussen ziekenhuizen en private bedrijven al
succesvol toegepast. Uit deze ervaringen blijkt dat dit een flinke
kostenbesparing kan creëren en tevens dat de kwaliteit van de
patiëntenzorg kan verbeteren door een betere kwaliteit van
accommodaties en/of aanwezige voorzieningen en faciliteiten. Om deze
samenwerkingsverbanden in Nederland succesvol te laten zijn, is het
van belang dat ook beleidsmatig ruimte wordt geboden voor dergelijke
initiatieven. Het ministerie van VWS heeft zijn medewerking aan dit
nieuwe initiatief toegezegd. De wijze waarop deze medewerking zal
worden vormgegeven wordt vastgelegd in een `startbrief' van het
ministerie.