Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

13-01-06: GLB / Suikerakkoord / Kwartaalrapportage DR

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

ons kenmerk : DR. 2006/252
datum : 13-01-2006
onderwerp : GLB / Suikerakkoord / Kwartaalrapportage DR
bijlagen :

Geachte Voorzitter,

De implementatie van het nieuwe GLB en het nieuwe mestbeleid raken in een stroomversnelling. Hierbij ontvangt u nadere informatie over aspecten van de invoering van het nieuwe GLB en het Suikerakkoord die opgebracht werden in het overleg met uw Kamer van 14 december jl. Verder treft u de rapportage van Dienst Regelingen (DR) over het vierde kwartaal van 2005 aan. Met deze kwartaalrapportage informeer ik u over de voortgang van de invoering van het nieuwe gemeenschappelijke landbouwbeleid (GLB) en het mestbeleid 2006, en de communicatie met de sector.

Toeslagrechten en nationale reserve
De berekening van toeslagrechten is een uiterst ingewikkeld proces waarbij zo veel als mogelijk recht dient te worden gedaan aan de specifieke omstandigheden van de landbouwbedrijven. De Europese Commissie heeft daartoe gedetailleerde regels uitgewerkt.
In de praktijk levert dat complexe situaties op, met name met betrekking tot SAN en SN.
In vorige brieven ben ik reeds op de algemene principes ingegaan. Een nog openstaand punt is de samenhang tussen de SAN-regeling faunaranden en toeslagrechten. Ik zal hier zo spoedig op terugkomen met een oplossing voor de laatste problemen.

Als om nader omschreven redenen de referentie-periode niet representatief is, kunnen landbouwers een aanvraag doen uit de Nationale Reserve. In overleg met het landbouwbedrijfsleven heb ik een vrij uitgebreide lijst van omstandigheden opgesteld waaronder men een beroep kan doen op de Nationale Reserve. Investeringen in grond, gebouwen, stalinrichting, dierrechten en leveringsrechten fabrieksaardappelen worden in het kader van de bedrijfstoeslagregeling als investering erkend. 'Natuurlijke aanwas' (zoogkoeien en schapen) en 'zoogkoerechten in de nationale reserve' zijn volgens de uitvoeringsbepalingen van de Europese Commissie geen toegestane investeringscategorieën. Een 'ruim' toelatingsbeleid voor de Nationale Reserve kan als nadeel hebben dat de beschikbare middelen tekort schieten. Daarvoor heb ik reeds voorzien dat alle te honoreren aanvragen voor de Nationale Reserve met EUR 500 worden gekort.

Als blijkt dat de aanspraken het beschikbare budget 1 gaan overschrijden kan worden besloten tot het toepassen van een korting op de specifieke aanvragen uit de Nationale Reserve, al of niet gecombineerd met een generieke korting op het totale budget voor de Bedrijfstoeslag. DR zal binnenkort een analyse uitvoeren op de ingediende aanvragen om de omvang van de aanspraak op de Nationale Reserve vast te stellen. Op basis hiervan zal ik in februari/maart de definitieve toewijzingsmodaliteiten van de Nationale Reserve vaststellen.

Suiker
Het politieke akkoord dat in de Landbouw- en Visserijraad van november werd bereikt over de hervorming van de marktordening suiker voorziet in compensatiebetaling aan de telers. Met deze betaling worden zij gecompenseerd voor de afgesproken prijsdaling, die uiteindelijk 36% zal bedragen. De prijsdaling vindt stapsgewijs plaats. In het seizoen 2006/07 zal de prijsdaling 20% zijn, in 2007/08 27,5%, in 2008/09 32,2% en in het vierde jaar 2009/10 36%. Deze prijsdaling zal de eerste twee jaar voor 60% worden gecompenseerd door een directe inkomenstoeslag. Vanaf het derde jaar zal de inkomenscompensatie in de EU gemiddeld 64,2% bedragen en in Nederland naar verwachting 64,42%. Deze compensatie wordt integraal onderdeel van de bedrijfstoeslagregeling, met alle modaliteiten en randvoorwaarden die daarop van toepassing zijn, zoals cross-compliance, modulatie en degressiviteit.

Cross-compliance
Per 2006 zijn conform de Europese voorschriften aanvullende randvoorwaarden van toepassing geworden op alle directe steunbetalingen. Alle landbouwers hebben over de nieuwe randvoorwaarden inmiddels een infobulletin van DR ontvangen. Ook zijn ze op internet en via het LNV-loket beschikbaar. Het beleidskader Randvoorwaarden GLB dat in 2005 is ontwikkeld, zal mede met het oog op de transparantie van beleid begin 2006 worden gepubliceerd in de Staatscourant. Met het beleidskader wordt onder meer inzicht gegeven in de wijze waarop de resultaten van controles op de randvoorwaarden GLB - indien noodzakelijk - zullen worden omgezet in een op te leggen korting op de aangevraagde steunbetalingen.

Nieuw GLB - voorbereiding invoering
In het laatste kwartaal van 2005 heeft DR een aantal belangrijke stappen gezet op weg naar de invoering van het GLB in 2006. Een groot gedeelte van de reacties op de eerder verzonden vooraankondiging is verwerkt. Voor iedere landbouwproducent is vervolgens op basis van de meest actuele registratie van de referentiegegevens een voorlopige berekening gemaakt van het aantal en de waarde van de toeslagrechten.

Vanaf medio januari 2006 krijgt iedere landbouwproducent een aanvraagformulier toegezonden voor de vaststelling van de toeslagrechten. Op grond van een telefonische enquête verwacht DR dat het uitsturen van het aanvraagformulier opnieuw zal leiden tot verzoeken om aanpassing van de referentiegegevens. DR dringt er bij de producenten op aan om zo snel mogelijk hun aanvraag en eventuele verzoeken tot wijzigingen terug te sturen. Een en ander zullen wij aanvullen met een gerichte belactie. Door een tijdige verwerking van de reacties in combinatie met intensieve communicatie denkt DR veel bezwaren te kunnen voorkomen.

Begin december 2005 heeft Dienst Regelingen de nieuwe uitvoeringsprocessen voor de controle op de cross compliance in gebruik genomen. Hiermee kan DR nu aan de hand van de controleresultaten van de Algemene Inspectie Dienst (AID) de eventuele korting op de aangevraagde steun berekenen en toepassen.

Mestbeleid 2006
Op 1 januari is het aan de Nitraatrichtlijn aangepaste mestbeleid van kracht geworden. De uitvoering is zonder noemenswaardige problemen van start gegaan. Ook is samen met de AID een begin gemaakt met de controle en handhaving, die zich momenteel vooral richt op de mesttransporten.

In de maanden november en december van het afgelopen jaar zijn 15 regionale voorlichtingsbijeenkomsten voor landbouwers gehouden over het mestbeleid 2006. Deze zijn door circa 7.000 personen bezocht. Daarnaast zijn 7 regionale voorlichtings-bijeenkomsten geweest voor de mesttransporteurs. Deze bijeenkomsten zijn in samenwerking met Cumela georganiseerd.

In de laatste week van 2005 heeft DR aan circa 100.000 relaties de voorlichtingsbrochures over het gebruiksnormenstelsel en de tabellenbrochures verspreid. In samenwerking met Cumela is een uitgebreide brochure opgesteld over de nieuwe regels en procedures rond de mesttransporten. Deze brochure is aan de mestintermediairs toegestuurd.
Intensieve veehouderijbedrijven, potentiële derogatiebedrijven en mestintermediairs hebben een formulier ontvangen voor het registreren van hun mestvoorraden. De potentiële derogatiebedrijven hebben daarnaast een formulier ontvangen om zich voor derogatie aan te melden. Deze aanmelding kan ook elektronisch, via internet.

De aanmeldingsformulieren voor derogatie zijn toegezonden aan bedrijven die op basis van hun registratie en opgave van landbouwgrond uit het verleden, beschikten over 60% grasland of meer. Door bedrijfsoverdrachten in het recente verleden of wijzigingen in het grondgebruik hebben niet alle bedrijven die van derogatie gebruik kunnen maken een formulier ontvangen. Op basis van de informatie die in de nieuwsbrieven en brochures is verstrekt kunnen ook formulieren worden aangevraagd bij het LNV-Loket. DR streeft er naar dat aangevraagde formulieren binnen 5 werkdagen door de aanvrager worden ontvangen.

Van de 28.000 aanmeldingsformulieren voor derogatie die door DR zijn verstuurd, zijn inmiddels bijna 3000 terugontvangen. De verwachting is dat het merendeel van de formulieren vlak voor de uiterste inzenddatum van 1 februari zal worden ontvangen.

Bij het LNV-Loket zijn na het versturen van de brochures en formulieren ca 10.000 2 vragen binnengekomen over het mestbeleid 2006. Ruim 6000 vragen hadden betrekking op derogatie. Bijna 3.500 van deze vragen hadden betrekking op het aanvragen van een meldingsformulier. Daarnaast worden veel vragen gesteld over de verplichte grondbemonstering op derogatiebedrijven. De overige vragen hebben ondermeer betrekking op de registratie van de mestvoorraden en de tabellenbrochure. Het callcenter heeft extra capaciteit ingezet om alle vragen te kunnen beantwoorden.

Per 1 juli 2006 moeten mesttransportvoertuigen voorzien zijn van apparatuur voor de automatische gegevensregistratie van het transport en positiebepaling met behulp van het Global Positioning System (AGR/GPS). Dit om fraude met mesttransporten te voorkomen. Transporten met voertuigen die nog niet voorzien zijn van AGR/GPS moeten in de periode tot 1 juli vooraf worden gemeld bij DR. De uitvoeringsorganisatie was vanaf 1 januari 2006 gereed voor het ontvangen en verwerken van de via AGR/GPS of voorafmelding gemelde transporten.
Een aangekondigde actie van een aantal grote mestdistributeurs tegen de transportmelding vooraf, is uiteindelijk een actie van in totaal 3 bedrijven gebleken. Zij hebben de melding gefaxt in plaats van deze via het webformulier of callcenter aan te melden. Na overleg tussen Dienst Regelingen en Cumela is vastgesteld dat de procedure gehandhaafd blijft. Wel is een maatregel getroffen om het melden van meerdere transporten op hetzelfde moment te vereenvoudigen.

Communicatie
In november organiseerde DR weer een bijeenkomst van het landelijke praktijkpanel. Met de aanbevelingen van het praktijkpanel zijn de opzet van de voorlichtingsbijeenkomsten over het Mestbeleid 2006 en verschillende aanvraagformulieren voor het GLB verbeterd. Daarnaast deed het praktijkpanel suggesties voor het vergroten van de respons op brieven van DR. De suggestie van een stimulerende tekst op de enveloppe wordt voor het eerst toegepast bij de mailing in januari over de aanvraag toeslagrechten.
DR is in december gestart met een gecombineerd onderzoek naar de behoefte aan elektronische dienstverlening (EDV) bij haar klanten en een klanttevredenheidsonderzoek. De uitkomsten worden gebruikt om de dienstverlening van DR verder te verbeteren.
DR verwacht de uitkomsten ook te kunnen gebruiken bij de onderbouwing van de doelmatigheidscriteria die ze aan uw Kamer rapporteert.

Bezoek aan DR
Hierbij wil ik mijn uitnodiging, eerder gedaan in het AO van 14 december jongstleden, herhalen om een bezoek te brengen aan DR in de periode eind mei/begin juni om u persoonlijk op de hoogte te laten stellen van de stand van zaken met betrekking tot de invoering van het nieuwe GLB.

De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,

dr. C.P. Veerman

1 De voorlopige berekening laat zien dat er circa EUR 8 mln. budgetruimte beschikbaar is voor de Nationale Reserve, dat wil zeggen circa 3% van het totale bedrag aan toeslagrechten.
2: stand van zaken 11 januari 200