Antwoorden op kamervragen van Heemskerk over de aanbieding van een nieuwe
collectieve zorgpolis
Kamerstuk, 16-1-2006
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
DBO-K-U-2650229
16 januari 2006
Antwoorden van minister Hoogervorst op kamervragen van het Kamerlid
Heemskerk over de aanbieding van een nieuwe collectieve zorgpolis
(2050605710).
Vraag 1
Is het waar dat "tienduizenden Nederlanders nog steeds wachten op een
aanbieding voor hun nieuwe collectieve zorgpolis"? 1) Zo ja, wat is
daarvan de oorzaak?
Vraag 2
Hoe verhoudt zich dit met de toezegging dat "iedereen vóór half
december een aanbod heeft voor een zorgverzekering"?
Antwoord 1 en 2
Het artikel in de Telegraaf, waarnaar deze vraag verwijst, gaat over
werknemers, waarvan de werkgevers nog in gesprek zijn met verzekeraars
over collectieve contracten voor zorgverzekeringen. Het is allereerst
aan werkgevers om te besluiten of zij een collectief contract aan
werknemers willen aanbieden en hen hierover adequaat te informeren. Ik
heb geen inzicht in het aantal werkgevers dat van plan is een
dergelijk collectief contract af te sluiten met een verzekeraar, noch
heb ik inzicht in de voortgang van dergelijke gesprekken. Ik sluit
niet uit dat een aantal werkgevers relatief laat is begonnen met de
selectie van een collectieve verzekering.
Voor de betrokken werknemers is dit in beginsel geen probleem,
aangezien zij met de invoering van de Zvw vrij zijn in hun keuze van
een zorgverzekering. Zij kunnen kiezen uit een ruim aanbod aan
`individuele' polissen en veelal ook uit collectieve verzekeringen van
bijvoorbeeld een vakbeweging of patiëntenorganisatie. Mocht een
werkgever nog in onderhandeling zijn over een collectief contract, dan
mag worden verwacht dat hij zijn werkgevers hierover adequaat
informeert. Hij is daar zelf ook bij gebaat, aangezien veel werknemers
anders hun definitieve keuze al gemaakt zullen hebben.
Zorgverzekeraars hebben binnen Zorgverzekeraars Nederland (ZN)
bovendien afgesproken dat zij al hun huidige verzekerden uiterlijk 16
december een passend aanbod zouden doen. Deze afspraak gold ook voor
verzekerden, waarvan medio december de werkgever nog in onderhandeling
was over een collectief contract of waarvan de werkgever inmiddels bij
een andere verzekeraar een collectief contract had afgesloten. Het is
nog te vroeg om definitieve uitspraken te doen over de wijze waarop de
overgang is verlopen. Het CTZ houdt in mijn opdracht de vinger aan de
pols. Op het moment dat het CTZ mij heeft gerapporteerd, zal ik de
Kamer nader informeren. Maar voor zover bekend bij mijn departement en
ZN, hebben vrijwel alle Nederlanders op tijd een aanbod ontvangen.
Om hierover toch al op korte termijn meer zekerheid te verkrijgen, is
naar aanleiding van de berichtgeving in de Telegraaf en andere media
over dit onderwerp contact opgenomen met de desbetreffende
verzekeraars. Op één na geven deze verzekeraars aan, dat als er nog
contractonderhandelingen over collectieve contracten lopen, de
desbetreffende verzekerden op tijd een `individueel' aanbod hebben
ontvangen voor een zorgverzekering. Daarbij is dan vanzelfsprekend nog
geen rekening gehouden met een eventuele collectiviteitkorting. Deze
verzekerden ontvangen op het moment dat de contractonderhandelingen
zijn afgesloten alsnog een aanbod voor de collectieve verzekering.
Voor zover nu is na te gaan heeft zich bij één collectief contract van
één verzekeraar door een samenloop van omstandigheden een andere
situatie voorgedaan. Hier was sprake van een collectief contract,
waarvan pas op 16 december bekend werd bij de verzekeraar dat het door
de werkgever werd opgezegd. Daarbij is verzuimd de desbetreffende
verzekerden tijdig een passend `individueel' aanbod te doen. De `oude'
verzekeraar doet dit alsnog. Daarnaast ontvangen deze werknemers een
aanbod van de verzekeraar waar de nieuwe collectieve verzekering is
ondergebracht. Verder geldt vanzelfsprekend ook voor deze
verzekeringsplichtigen de wettelijke bepaling dat zij, mits zij voor 1
mei een verzekering kiezen, met terugwerkende kracht zijn verzekerd
per 1 januari.
Vraag 3
Wat is de positie van werknemers als hun werkgever niet of niet tijdig
tot overeenstemming komt met een zorgverzekeraar over een collectieve
polis?
Antwoord 3
Zie de antwoorden onder 1 en 2.
Vraag 4
Raadt u werknemers aan alvast een zorgverzekering af te sluiten als
hun werkgever nog niet tot overeenstemming is gekomen met een
zorgverzekeraar over een collectief contract?
Antwoord 4
Het is niet aan mij om te treden in de afwegingen van
verzekeringsplichtigen. Voor mij staat voorop dat zij
verzekeringsplichtigen, mits zij voor 1 mei een verzekering kiezen,
met terugwerkende kracht zijn verzekerd per 1 januari.
Vraag 5
Wat is naar uw mening het uiterste moment waarop werknemers
duidelijkheid moeten hebben over een eventuele collectieve zorgpolis?
Antwoord 5
Verzekeringsplichtigen hebben tot 1 maart de gelegenheid om de
aanbieding die zij van hun huidige verzekeraar hebben ontvangen te
vergelijken met eventuele collectieve aanbiedingen en te besluiten
over het eventueel beëindigen van hun huidige verzekering. Het ligt
dan ook in de rede dat werkgevers en verzekeraars hun werknemers
tijdig voor 1 maart informeren over eventuele collectieve
aanbiedingen.
Vraag 6
Hoe wilt u dat verwezenlijken?
Antwoord 6
Het is aan werkgevers en verzekeraars om werknemers tijdig te
informeren over eventuele collectieve aanbiedingen.
1) Telegraaf, 28 december jl.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport