Universiteit Utrecht

Persbericht van de Universiteit Utrecht

Faculteit Sociale Wetenschappen

16 januari 2006

Sociaal isolement vraagt om nieuw beleid

Er is de laatste jaren veel onderzoek gedaan naar sociaal isolement en eenzaamheid. Het probleem blijft echter hardnekkig en echte oplossingen lijken niet voorhanden. Beleid en interventies die simpelweg gericht zijn op de sociale participatie van sociaal geïsoleerden werken niet, of eerder averechts. Een andere beleidsmatige aanpak is nodig, maar zonder kennis van de specifieke problematiek van verschillende categorieën sociaal geïsoleerden is het niet mogelijk om adequate interventies te bedenken. Onder andere op basis van ervaringskennis van sociaal geïsoleerden heeft Anja Machielse een praktisch bruikbare typologie ontwikkeld waarin de mogelijkheden voor de (re)integratie van zes verschillende subgroepen sociaal geïsoleerde tot uitdrukking komen. Machielse promoveert op 17 januari aan de faculteit Sociale Wetenschappen.

Machielse plaatst sociaal isolement nadrukkelijk in de context van de huidige geïndividualiseerde samenleving. Daarmee kiest zij een andere weg dan in sociaal-wetenschappelijk onderzoek naar dit probleem gebruikelijk is. Bestaande psychologische en sociologische theorieën over sociaal isolement bieden volgens haar onvoldoende inzicht in de wijze waarop persoonlijke en maatschappelijke factoren met elkaar interfereren. De wijze waarop deze samenhangen en op elkaar inwerken komen in bestaande theorieën niet expliciet aan de orde. Bovendien is de kennis van betrokkenen zelf vaak niet in de theorievorming geïmpliceerd.

Ervaringskennis

Machielse verbindt de ervaringskennis die sociaal geïsoleerden over hun eigen situatie hebben, met de theorie van de risicomaatschappij die inzicht biedt in de maatschappelijke context waarin sociaal isolement zich voordoet en met inzichten uit de structuratietheorie van Giddens die duidelijk kunnen maken op welke wijze sociaal geïsoleerde hun situatie bestendigen of zelfs verergeren. Op basis daarvan haar beschrijft zij een praktisch bruikbare typologie waarin de mogelijkheden voor de (re)integratie van zes verschillende subgroepen sociaal geïsoleerde tot uitdrukking komen.

Maatschappelijk actief

Ten eerste onderscheidt zij twee groepen sociaal geïsoleerden die (nog) wel maatschappelijk actief zijn. De zelfredzamen beschikken over functionele sociale competenties; zij hebben geen moeite met sociale contacten in functionele contexten, maar zijn niet in staat contacten op te bouwen in hun persoonlijke leven. Voor hen is aansluiting bij de samenleving cruciaal. De afhankelijken zijn daarentegen veel minder functioneel sociaal competent; zij hebben weliswaar een baan, maar kunnen zich slechts met veel moeite staande houden in de sociale context van dat werk. Ondersteuning in deze sfeer is voor hen cruciaal.

Zonder baan

De buitenstaanders, de hoopvollen, de eenzamen en de overlevers hebben geen betaalde baan. Daarvan onderscheiden de laatste twee zich door hun betere functionele sociale competenties, waardoor zij in principe betere mogelijkheden hebben om te reïntegreren in de samenleving. De eenzamen en de hoopvollen verschillen van de buitenstaanders en de overlevers wat hun ambities en verwachtingen betreft. Waar de eersten duidelijk aansluiting zoeken bij de samenleving, doen de andere twee dat zeker niet. Interventies bij de laatste categorieën zijn daarom zeer complex.

Interventie en communicatie

Zonder gerichte interventies komen sociaal geïsoleerden steeds verder van de reguliere samenleving af te staan; ze gaan steeds minder participeren, verliezen geleidelijk hun zelfredzaamheid en zijn vervolgens volledig aangewezen op professionele voorzieningen. Beleid en interventies die simpelweg gericht zijn op de sociale participatie van sociaal geïsoleerden zijn niet afdoende; zij werken eerder averechts. Oplossingen dienen vooral gericht te zijn op de onderliggende problematiek. De kwaliteit van de interventies is dan ook afhankelijk van de communicatie tussen de professional en de sociaal geïsoleerde. Het overheidsbeleid en de interventies dienen vooral recht te doen aan de potentie die mensen hebben om actief de eigen levenscondities te scheppen.

Meer informatie

17 januari 2006, 10:30 uur, Academiegebouw, Domplein 29, Utrecht.

Anja Machielse, faculteit Sociale Wetenschappen

Proefschrift: Onkundig en onaangepast. Een theoretisch perspectief op sociaal isolement

Promotor: Prof.dr. H.M.J. Coenen

Copromotor: Dr. R.P. Hortulanus

Voorlichter Roy Meijer, (030) 253 3705 / 9300, r.e.t.meijer@uu.nl. De samenvatting van het proefschrift staat bij het persbericht op www.uu.nl/nieuws.