Een vijfde Amsterdamse 55-plussers depressief
16 januari 2006
---
Persbericht GGD Amsterdam
Tweeëntwintig procent van de Amsterdamse 55-plussers blijkt last te
hebben van depressie en is vaker eenzaam. In heel Nederland gaat het
om 16 procent van de ouderen. Dit blijkt uit een onderzoek naar
depressie, sociaal isolement en verlies van regie over het eigen leven
bij Amsterdamse, met name autochtone ouderen vanaf 55 jaar, verricht
door de Longitudinal Aging Study Amsterdam in opdracht van de GGD
Amsterdam.
Daarnaast hebben Amsterdamse ouderen een kleiner sociaal netwerk en
zijn zij vaker (matig) eenzaam (44 procent) dan de ouderen in de rest
van Nederland (33 procent). Depressie, sociaal isolement en verlies
van regie over eigen leven blijken nauw met elkaar samen te hangen.
Depressie vooral door verlies van regie over eigen leven Depressie
De mate waarin ouderen de regie over hun eigen leven hebben, is een
zeer bepalende factor bij het optreden van depressie. In dit kenmerk
verschillen Amsterdamse ouderen niet van de gemiddelde Nederlandse
oudere. Wel hebben Amsterdamse ouderen gemiddeld meer functionele
beperkingen en een slechter ervaren gezondheid. En er is vaker geen
partner in het huishouden.
Deze kenmerken zijn van invloed op het ontwikkelen van een depressief
syndroom en zouden een deel van de verklaring voor verhoogde depressie
bij Amsterdamse ouderen kunnen zijn. Opmerkelijk is verder dat
alleenstaande mannen die zowel lichamelijk als geestelijk gezond zijn
toch tot de groep behoren met verhoogd risico op het ontwikkelen van
een depressie.
Risicofactoren sociaal isolement
Mannen met weinig vertrouwen om zaken succesvol aan te pakken en met
een positief resultaat af te ronden, blijken risico op sociaal
isolement te lopen. Het hebben van chronische aandoeningen verhoogt
eveneens deze kans. Zowel ouderen die lijden aan twee of meer
chronische aandoeningen, als ook ouderen met een slechte subjectieve
gezondheid lopen een bijna tweemaal zo grote kans om in een sociaal
isolement te raken. Ook de Amsterdamse ouderen die zich 's avonds niet
veilig voelen, een gegeven dat bij Amsterdamse ouderen meer voorkomt
dan bij de gemiddelde Nederlandse oudere, lopen een grotere kans op
sociaal isolement.
Verlies van regie
Wat betreft het verlies van regie wijken de Amsterdamse ouderen niet
af van het Nederlands gemiddelde. Vooral ouderen boven de 80 jaar
hebben een verhoogde kans op verlies van regie maar ook al vanaf 75
jaar blijken ouderen, zodra er sprake is van twee of meer chronische
aandoeningen, niet meer in staat volledig zelfstandig hun leven vorm
te kunnen geven. Een riskant klein netwerk, bestaande uit zes personen
of minder, vergroot ook de kans dat ouderen de regie over hun leven
kwijt raken.
Een intersectorale aanpak lijkt daarom zinvol. In het rapport wordt
aangegeven dat preventieve maatregelen gericht zouden moeten zijn op
het niveau van de individuele oudere alsook op het niveau van de
collectieve preventie. Aanbevolen wordt om een individueel
signaleringsinstrument te ontwikkelen dat gebruikt zou kunnen worden
binnen bestaande interventies zoals huisbezoeken door
ouderenadviseurs. Na signalering kan gericht toegeleid worden naar
preventieve activiteiten op het terrein van zorg en dienstverlening.
De resultaten van het onderzoek bieden ook aanknopingspunten voor het
ontwikkelen van groepsgerichte activiteiten binnen het kader van de
collectieve preventie.
Preventie
De GGD gaat in samenwerking met anderen zoals de Dienst
Maatschappelijke Ontwikkeling, stadsdelen, Stichtingen Welzijn,
(geestelijke) gezondheidszorg en zelforganisaties de resultaten
vertalen naar concrete preventie activiteiten.
Gemeente Amsterdam