Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Antwoorden op kamervragen van Kant over de brief van de nierpatiëntenvereniging over zorgverzekeraars

Kamerstuk, 16-1-2006

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

DBO-K-U-2650221

16 januari 2006

Antwoorden van de minister op kamervragen van het Kamerlid Kant over de brief van de nierpatiëntenvereniging over zorgverzekeraars. (2050605670)

Vraag 1
Wat is uw reactie op brief van de Nierstichting en de Nierpatiënten Vereniging Nederland? 1)

Antwoord 1
Uit de brief blijkt dat verzekeringnemers de geboden mogelijkheid om te kiezen voor een zorgverzekeraar serieus nemen. Dat betekent dat zij nu de nodige informatie tot zich moeten nemen om uit de veelheid van aanvullende verzekeringen een goede keuze te maken. De Nierpatiënten Vereniging Nederland en de Nierstichting Nederland helpen bij het verkrijgen van informatie. Dat vind ik een goede zaak en dat is natuurlijk ook een taak van deze organisaties. De keuze voor een aanvullende verzekering kan voor een individu moeilijk zijn. Net als voor andere personen geldt voor nierpatiënten dat het bij de aanvullende verzekering gaat om een afweging voor jaren. Dat daarbij soms een gevoel van machteloosheid speelt, kan ik mij voorstellen. Een keuze is echter te maken. De stelling dat zij daarbij onzorgvuldig worden geïnformeerd wordt niet door mij gedeeld. Ik ga daar hierna verder op in.

Vraag 2
Klopt het dat er aanzienlijke verschillen zijn tussen de vergoedingen die verzekeraars verstrekken terwijl in de voorlichting wordt gesproken van gelijke basispakketten? Wilt u een reactie geven op de in de brief geconstateerde verschillen?

Antwoord 2
Het pakket van de zorgverzekering is voor iedereen gelijk. Daar kunnen zich dus geen verschillen in voordoen. Dat kan wel met betrekking tot de aanvullende verzekering. Als het gaat om verschillen kan het dus alleen maar gaan om zorg voor zover die niet in de zorgverzekering zit. Dat kan bij zelfzorgmiddelen, paramedische hulp, zittend ziekenvervoer en gebitssanering het geval zijn en is bij verblijf in een Ronald MacDonaldhuis altijd het geval.

Vraag 3
Deelt u de mening van de Nierstichting dat de boodschap `wij doen u een aanbod dat vergelijkbaar is met uw huidige polis' misleidend is omdat dit niet altijd zo is?

Antwoord 3
De aanvullende verzekering die zorgverzekeraars aanbieden lijkt zoveel mogelijk op de aanvullende verzekering die de verzekerde tot 1 januari 2006 bij zijn zorgverzekeraar had. Het kan voorkomen dat het aanbod voor de aanvullende verzekering niet precies aansluit bij de verzekering die de verzekerde had. In dat geval komt dat omdat de zorgverzekeraar de aanvullende verzekering anders heeft ingedeeld ten opzichte van 2005. De aangeboden verzekering kan meer omvatten dan het pakket van 2005 of minder. Krijgt een verzekerde zo'n afwijkend voorstel en vindt hij het te uitgebreid of te beperkt dan kan hij contact opnemen met zijn zorgverzekeraar om het naastliggende grotere of kleinere pakket te kiezen.
Deze informatie vindt de verzekerde ook in de informatie die ik in december in de huis aan huisbladen heb laten opnemen.

Vraag 4
Wat vindt u ervan dat Zorg en Zekerheid voor peritoneaal dialyserenden de vergoeding van meerkosten voor gas, water en elektriciteit heeft geschrapt?

Antwoord 4
Deze vergoeding zit, net als bij de ziekenfondsverzekering, in het pakket van de zorgverzekering en is dus geen onderdeel van de aanvullende verzekering.

Vraag 5
Wat vindt u van de conclusie dat de capaciteit van verzekeringsmaatschappijen om informatie te verstrekken over wat zij precies dekken tekortschiet?

Antwoord 5
De verzekerde heeft natuurlijk goede informatie nodig om een goede vergelijking te kunnen maken. De vraag is dan wel tot welk detailniveau dat moet gaan. Ik lees in de brief van de Nierstichting Nederland en de Nierpatiënten Vereniging Nederland dat Zorgverzekeraars Nederland hulp heeft toegezegd om zorgverzekeraars te bewegen tot het verstrekken van detailinformatie aan patiëntenvertegenwoordigers. Ik ga er vanuit dat daarmee aan de behoefte wordt voldaan.

Vraag 6
Deelt u de mening dat de informatievoorziening van zorgverzekeraars dus te wensen over laat?

Antwoord 6
Nee die mening deel ik niet.

Vraag 7
Deelt u voorts de mening dat patiënten zo moeilijk tot een goede keuze van zorgverzekeraar kunnen komen?

Vraag 8
Wat gaat u doen om de informatievoorziening naar patiënten toe te verbeteren?

Antwoord 7 en 8
Het pakket van de zorgverzekering is voor iedereen gelijk. Een afweging wat betreft het hoofdpakket en de daarvoor te betalen premie bij de diverse zorgverzekeraars is wat dat betreft dus te maken. Een afweging bij de aanvullende verzekeringen is moeilijker te maken vanwege de variatie in pakketten en de daarbij behorende premies. Er is echter goede informatie beschikbaar om een keuze te maken. Hiervoor verwijs ik onder meer naar www.kiesbeter.nl. Ook via de huis aan huisbladen wordt de nodige informatie verstrekt.

1) Brief van de Nierstichting en de Nierpatiënten Vereniging Nederland d.d. 22 december 2005 aan de leden van de vaste commissie voor VWS