kamervragen over het substitutie-effect van hoge grafprijzen
Antwoorden op kamervragen over het substitutie-effect van hoge grafprijzen
17 januari 2006
Vragen van het lid Externe link Slob (ChristenUnie) aan de minister
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties over het
substitutie-effect van hoge grafprijzen.
---
1. Vraag
Hebt u kennisgenomen van het bericht dat steeds meer mensen zich laten
cremeren terwijl ze liever begraven willen worden? 1)
1. Antwoord
Ja.
2. Vraag
Kunt u bevestigen dat de afgelopen vijf jaar de prijzen van
grafrechten met zeker 35% zijn gestegen en in 2006 mogelijk met 80%?
2. Antwoord
Nee, niet op grond van de mij ter beschikking staande informatie. De
VNG heeft naar aanleiding van het bericht waar u naar refereert, een
enquête uitgevoerd terzake de ontwikkeling van tarieven voor het jaar
2006. Ongeveer 100 gemeenten hebben gereageerd en uit die reacties
blijkt dat het merendeel voor 2006 geen of een trendmatige
tariefstijging door zal voeren. In individuele gemeenten zal zich een
aanzienlijke stijging voordoen omdat men tot (meer) kostendekkende
tarieven wil komen. Aan de tariefsverhogingen liggen beleidsmatige
afwegingen ten grondslag, zoals het verbeteren van het onderhoud van
een begraafplaats. Voorheen betaalden deze gemeenten een deel van de
kosten van de begraafplaats uit de algemene middelen. De gemeenten
zijn vrij in het bepalen van de tarieven ter dekking van
kostendekkendheid van de begraafplaatsen mits zij binnen de grenzen
van de wet blijven. Voor wat betreft de stijging van de tarieven
bepaalt artikel 229b van de Gemeentewet de grens en deze is bereikt
wanneer een gemeente binnen de legesverordening 100% kostendekkende
tarieven hanteert. De toets in deze is voorbehouden aan de
belastingrechter.
3. Vraag
Gebruiken de gemeenten de tarieven van grafrechten steeds vaker om hun
inkomsten op peil te houden, onder meer wegens de
onroerend-zaakbelasting, die per 1 januari 2006 zal worden afgeschaft?
3. Antwoord
Daartoe bestaat in ieder geval de noodzaak niet, omdat ten eerste
gemeenten voor wat betreft de afschaffing van het gebruikersdeel van
de OZB voor woningen door het Rijk worden gecompenseerd. Ten tweede is
er de wettelijke beperking van maximale kostendekkendheid die in
antwoord op de vorige vraag is aangegeven.
4. Vraag
Deelt u de mening dat de ontwikkeling, dat mensen zich laten cremeren
wegens de lagere kosten, terwijl ze eigenlijk liever begraven zouden
willen worden, ongewenst is? Zo ja, wat gaat u doen om deze
ontwikkeling tegen te gaan?
4. Antwoord
De ontwikkeling van het aantal begravingen ten opzichte van het aantal
crematies kan vele oorzaken hebben. Het kostenaspect is slechts één
factor in die afweging. Ik zie geen aanleiding om in die afweging van
burgers te treden, waarbij ik het overigens op zich ongewenst zou
vinden als burgers hierbij op grond van kostenoverwegingen verregaand
in hun keuzevrijheid beperkt zouden worden
1) NOS-Teletekst, 14 december jl.
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties