Voorselectie van polders voor estuariene natuur
In de Regiostuurgroep Natuurpakket Westerschelde staat half februari
de voorlopige selectie van polders aan de Westerschelde die geschikt
zijn voor het aanleggen van nieuwe estuariene natuur op de agenda. Op
dit moment wordt onderzocht welke polders het beste voldoen. Daarbij
wordt gekeken naar te bereiken doelen op het gebied van ecologie, naar
maatschappelijke factoren en naar de verwerfbaarheid van grond.
Het aanleggen van 600 hectare estuariene natuur in Zeeland is nodig
voor de totstandkoming van natuurherstel in het Schelde-estuarium en
voorgeschreven door Europa en de rijksoverheid. Het college van
Gedeputeerde Staten van de provincie Zeeland voert de regie over het
natuurpakket Westerschelde, waarvan uiterlijk in 2010 de aanleg van
start moet gaan.
In verband met te bereiken ecologische doelen wordt natuurherstel
verdeeld over drie zones: de monding van de rivier, het middenstuk
(Vlissingen Hansweert) en het gedeelte van Hansweert tot de grens met
Vlaanderen.
Bestuurlijk werden door de Vlaamse en Nederlandse regeringen al de
grensoverschrijdende gebieden Hedwige-/Prosperpolder (Hansweert grens)
en het Zwin (mondingsgebied) aangewezen. Aan de Nederlandse kant van
de grens zijn deze samen goed voor zon 300 hectare.
Hiervan uitgaande moet in Zeeland nog zon 300 hectare gevonden worden
langs de Westerschelde tussen Hansweert en Vlissingen. In opdracht van
de provincie wordt onderoek uitgevoerd naar geschikte locaties. Naast
ecologische argumenten wordt onder andere ook vrijwillige
verwerfbaarheid van grond meegenomen.Vrijwillige verkoop van grond
door de eigenaren is voor Provinciale Staten van Zeeland een
belangrijk punt.
De onderzoeksresultaten zullen allereerst besproken worden in de
Regiostuurgroep Natuurpakket Westerschelde. Deze is ingesteld door de
provincie Zeeland en houdt zich bezig met het proces en de voortgang
rondom het natuurpakket. Gedeputeerde Thijs Kramer is voorzitter.
Overige deelnemers aan deze stuurgroep zijn: de gemeenten Borsele,
Hulst, Kapelle, Reimerswaal, Sluis, Terneuzen en Vlissingen, beide
Waterschappen, de ZLTO en de ZMF.
Nadat de mogelijkheden voor natuurontwikkeling besproken zijn in de
regiostuurgroep zal de provincie hierover betrokkenen in de
betreffende regios informeren en om reactie vragen. De verwachting is
dat het zal gaan om verschillende pakketten van geschikte gebieden. In
een informeel traject wordt het draagvlak in de betreffende regios
gepeild. Het streven is dat dit kort na half februari plaatsvindt. De
regiostuurgroep is zich ervan bewust dat belanghebbenden en inwoners
snel meer willen weten en spant zich hiervoor in. Een gedegen aanpak
en zorgvuldigheid staan voorop. Op basis van communicatie met de regio
bepaalt GS welke alternatieven ze in de Startnotitie MER, de volgende
stap in het project, zal opnemen.
De Startnotitie bevat het afwegings- en onderzoekskader. Deze notitie
kent een wettelijke inspraakprocedure. Na een inspraakperiode stelt de
minister van LNV het bevoegd gezag de richtlijnen vast waaraan het
MER-onderzoek moet voldoen.
Parallel aan deze procedure, wordt gewerkt aan
natuurontwikkelingsplannen. Deze worden gecombineerd met plannen voor
regionale ontwikkeling, wat kansen biedt aan de betreffende regios. In
de natuurontwikkelingsplannen staat hoe een gebied wordt ingericht en
welke vergunningen nodig zijn voor de uitvoering.
De natuurontwikkelingsplannen worden ondersteund door
landbouwflankerend beleid dat in overleg tussen rijk, provincie en
ZLTO tot stand is gekomen. Het aanleggen van nieuwe estuariene natuur
zal gekoppeld worden aan vernieuwing op het gebied van kustverdediging
in samenwerking met het Innovatieplatform van het rijk.
Waar de natuuraanleg uiteindelijk zal plaatsvinden de definitieve
gebiedsselectie dus -, wordt duidelijk na afronding van de
MER-procedure.
Het resultaat van de eerste fase van het project Natuurpakket
Westerschelde is dat eind 2007 vaststaat waar de 600 hectare nieuwe
estuariene natuur wordt aangelegd en hoe. De minister van LNV neemt
hiertoe een Rijksprojectenbesluit. De provincie Zeeland is
verantwoordelijk voor de volledige voorbereiding van de
besluitvorming.
16 januari 2006, Mariëlle de Jonge, telefoon 0118-631464, nummer 4.
Provincie Zeeland