Antwoorden op kamervragen van Kant over de beperkte medische hulp aan
onverzekerden
Kamerstuk, 17-1-2006
Antwoorden van minister Hoogervorst op de vragen van het Kamerlid Kant
(SP) over de beperkte medische hulp aan onverzekerden (2050605520).
Vraag 1
Bent u er van op de hoogte dat vanaf 1 januari 2006 in Medisch Centrum
(MC) Haaglanden onverzekerde patiënten alleen worden geholpen als de
aandoening levensbedreigend is?
Antwoord 1
Nee. Uit navraag bij het Medisch Centrum Haaglanden is mij gebleken
dat het Medisch Centrum de criteria van de Koppelingswet, zoals in
antwoord 2 omschreven, hanteert.
Vraag 2
Zo ja, wat is uw mening daarover?
Antwoord 2
Als minimale zorgplicht ten aanzien van een persoon die
niet-rechtmatig in Nederland verblijft, geldt sinds de
inwerkingtreding van de Koppelingswet in juli 1998, dat het moet gaan
om een situatie waarin de verlening van medische zorg niet kan worden
onthouden of uitgesteld zonder het leven of de gezondheidstoestand van
betrokkene dan wel de Nederlandse volksgezondheid ernstig in gevaar te
brengen (Kamerstukken II, 1994/95, 24 233, nr. 3). In het kader van de
parlementaire behandeling van de Koppelingswet is dit nader aangeduid
als "medisch noodzakelijke zorg".
Voorzover ik uit de berichtgeving heb kunnen opmaken, handelt het
Medisch Centrum Haaglanden in overeenstemming met deze lijn.
Vraag 3
Zijn er bij u andere instellingen bekend die hetzelfde beleid zullen
gaan voeren als MC Haaglanden, dat tot deze maatregel is overgegaan
omdat het verwacht dat het aantal onverzekerden in de toekomst zal
gaan stijgen?
Antwoord 3
Mij is bekend dat er verschillende ziekenhuizen zijn die maatregelen
voorbereiden, dan wel hebben getroffen om het risico van onbetaalde
rekeningen te verkleinen. Dit is ook gebleken bij de invoering van de
Wet fraudebestrijding zorgverzekeringswetten, waarmee de
identificatieplicht in ziekenhuizen is ingevoerd. Voorop stond dat het
verlenen van zorg als zodanig niet verbonden was aan de
identificatieplicht, omdat medisch noodzakelijke zorg altijd verleend
moet worden. Waar het om gaat is te voorkomen dat in het kader van het
medisch dossier persoonsverwisseling ontstaat of dat een verzekeraar
de rekening ontvangt van de kosten van zorg die is verleend aan een
persoon die niet bij hem verzekerd is.
Vraag 4
Wat vindt u van het bericht dat een patiënt met vermoedelijk een
kapotte meniscus zich niet heeft laten behandelen?
Antwoord 4
Of iemand zich laat behandelen is de eigen verantwoordelijkheid van de
persoon in kwestie. Als iemand de rekening zelf moet betalen omdat hij
niet verzekerd is of niet-rechtmatig in Nederland verblijft en om die
reden geen verzekering kan sluiten, kan dat er toe leiden dat zo
iemand afziet van een behandeling.
Vraag 5
Wat vindt u ervan dat sommige medisch specialisten weerstand hebben
tegen het nieuwe beleid van MC Haaglanden?
Antwoord 5
De term "medisch noodzakelijke zorg" benadrukt dat de arts de noodzaak
van de zorg vaststelt en gaat uit van het vooropstellen van de
professionele verantwoordelijkheid. Ik heb tijdens de behandeling van
de Wet fraudebestrijding zorgverzekeringswetten aangegeven dat niemand
precies kan definiëren wat dit begrip inhoudt en dat ik dat overlaat
aan het beoordelingsvermogen van de arts. Als iemands leven op het
spel staat is het glashelder dat iemand geholpen moet worden.
Als een specialist moeite heeft met het beleid van het ziekenhuis en
het gaat om niet-noodzakelijke zorg, staat er niets aan in de weg dat
die arts de kosten ervan voor eigen rekening neemt.
Vraag 6
Deelt u de mening dat patiënten geholpen moeten worden, ook al zijn ze
onverzekerd voor alle basiszorg zoals deze in het verzekerd pakket is
opgenomen? Zo neen, waarom niet?
In welke gevallen moet patiënten volgens u wel altijd worden
behandeld?
Antwoord 6
In beginsel is er geen noodzaak om onverzekerd te zijn omdat iemand de
verzekeringspremies niet zou kunnen betalen. De Wet op de zorgtoeslag
geeft -afhankelijk van de hoogte van het inkomen- immers een
compensatie voor de nominale premie die verzekeringsplichtigen moeten
betalen. Dankzij de acceptatieplicht van zorgverzekeraars kan
bovendien iedere onverzekerde voor wie de verzekeringsplicht geldt
zich op ieder gewenst moment alsnog verzekeren - bijvoorbeeld ook vlak
voor een ziekenhuisopname. Er is dan mogelijk (achteraf) een boete,
maar geen vooruitbetaling verschuldigd. Voor het overige verwijs ik
naar het antwoord op vraag 2.
Vraag 7
Bent u bereid met grotere spoed een waarborgfonds in te stellen zoals
de werkgroep onverzekerden heeft aanbevolen? Zo ja, per wanneer? Zo
neen, waarom niet?
Antwoord 7
Zoals ik heb aangegeven in mijn brief van 13 december 2005
(Z-VV/2643771) dient voor de oprichting van een waarborgfonds nog een
aantal afwegingen te worden gemaakt. Mijn standpunt is sinds medio
december niet gewijzigd: het instellen van een dergelijk fonds moet
gezien worden als sluitstuk om de nadelige gevolgen van onzekerheid op
te vangen. Vooruitlopend op de resultaten van de door het CBS uit te
voeren monitoring zal het oprichten van een waarborgfonds
beleidsinhoudelijk worden voorbereid, zodat als de beslissing tot
instelling wordt genomen op korte termijn duidelijk is hoe dit
gestalte moet krijgen.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport