18.01.2006
J. Schuurmans
aula
VU medisch centrum
15:45
Anxiety in late life. Moving toward a tailored treatment
Promotor: prof.dr. R. van Dyck, prof.dr. P.M.G. Emmelkamp
Ouderen met angst wel gebaat bij medicatie
De terughoudendheid om ouderen SSRI-medicatie voor te schrijven wanneer zij lijden aan een angststoornis, is waarschijnlijk ongegrond. Het positieve effect van de medicatie blijkt groter dan dat van cognitieve gedragstherapie (CGT), en van bijwerkingen is minder spraken dan doorgaans wordt gevreesd bij ouderen. Wel kan het effect van CGT kleiner zijn dan mogelijk is, omdat de psychologische interventie niet was aangepast voor de ouderen. Dat blijkt uit onderzoek van Josien Schuurmans.
Angststoornissen zijn bij ouderen de meest voorkomende psychiatrische stoornis, en komt vaker voor dan depressie, dysthemie of dementie. Ongeveer een op de tien ouderen lijdt aan een angststoornis. Bovendien is de impact van angst op de kwaliteit van leven en zorggebruik bij ouderen groot, zelfs vergelijkbaar met de impact van een depressie.
Tot nu toe is nauwelijks onderzoek gedaan naar farmacologische interventies voor angststoornissen bij ouderen. Ouderen met angst maken veelvuldig gebruik van kalmerende middelen, maar langdurig gebruik brengt grote risico's met zich mee. Daarom verdienen psychologische interventies, volgens wetenschappelijke literatuur, de voorkeur. Zelfs tegen modernere middelen, zoals de serotonerge antidepressiva die bewezen effectief zijn bij jongere mensen met angst, wordt gewaarschuwd omdat ouderen onder andere door een langzamere stofwisseling meer last zouden hebben van bijwerkingen.
Schuurmans onderzocht de effectiviteit van cognitieve gedragstherapie bij ouderen met angst, om vast te stellen of genoemde terughoudendheid jegens farmacologische iterventies terecht is. Ze vergeleek daarvoor behandeling met gedragstherapie, met behandeling met SSRI-medicatie (sertraline). De terughoudendheid blijkt ongegrond: sertraline bleek effectiever te zijn dan CGT. Wel meent Schuurmans dat het beperkte effect van CGT mogelijk te wijten is aan de beperkte mate waarin de gedragstherapie was aangepast voor toepassing bij ouderen.
Voor meer informatie over activiteiten aan de VU:
dienst Communicatie, afdeling wetenschapsvoorlichting
T 020 59 85666
E
Voor meer informatie over VUmc:
T 020 44 43444
E