Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Toespraak


Toespraak van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H. Hoogervorst, tijdens het Nationaal Alcoholcongres van het NIGZ op 19 januari 2006 in Rotterdam.
Wijzigingen voorbehouden. Alleen de uitgesproken tekst geldt!
Dames en heren,
Ik sprak onlangs een oude vriend van de middelbare school. We haalden oude herinneringen op, onder andere over de vele feesten die wij samen gevierd hadden. Ik vertelde hem dat het alcoholgebruik onder de jongeren van nu echt uit de hand begint te lopen. Mijn vriend zei: Joh, wij dronken vroeger toch ook wel eens een biertje te veel? Ik kon inderdaad niet ontkennen dat ik mij in dat opzicht niet altijd onbetuigd heb gelaten. Lid van de blauwe knoop zal ik ook nooit worden.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

- 2 -
Toespraak
Maar, zei ik gelijk tot mijn vriend, er is wel een groot verschil tussen toen en nu. Het is een feit dat het alcoholgebruik onder jongeren tot zestien jaar vandaag de dag een veel groter probleem is dan in onze tijd. De Nederlandse jeugd anno 2006 drinkt vroeg, vaak en
vooral véél. Het is zelfs al zo erg dat Nederlandse jongeren inmiddels tot de grootste drinkers van Europa behoren.
Uit een in 2003 gehouden onderzoek blijkt dat van de Nederlandse jeugd 25 procent minimaal een keer per drie dagen alcohol drinkt. Nummer twee Oostenrijk zit op 21 procent, terwijl het Europese gemiddelde op ruim 10 procent zit.
Bij het veel drinken, ook wel bekend als binge-drinken, staan de Nederlandse jongeren met 28 procent op de tweede plaats, na Ierland met 32 procent. Het Europese gemiddelde ligt op 18 procent. Onder veel drinken wordt verstaan: meer dan drie keer per maand minstens vijf glazen alcohol per keer.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

- 3 -
Toespraak
Laatst in het tv-programma Netwerk vertelde een jongen van zeventien dat hij rustig twintig biertjes op een avond dronk. Uit de cijfers blijkt dus dat hij bepaald geen uitzondering was.
Een ander verontrustend gegeven is dat steeds meer kinderen voor hun twaalfde jaar hun eerste glas bier, wijn of iets anders alcoholisch drinken. Had in 1976 'slechts' ­ tussen aanhalingstekens ­ éénderde van alle jongens en meisjes van twaalf jaar wel eens alcohol gedronken, in 2003 dronk al ruim tweederde van de meisjes en zelfs driekwart van de jongens van twaalf jaar alcohol. Op veertienjarige leeftijd drinkt inmiddels vrijwel iedere jongere. En dat gebeurt vaak gewoon waar de ouders bij zijn.
Niet voor niks lanceerde het NIGZ vorige maand een nieuwe campagne tegen alcoholgebruik door jonge
meiden. Meisjes van veertien blijken zelfs al vaker dronken te zijn dan jongens van die leeftijd.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

- 4 -
Toespraak
Ik trek uit mijn verhaal tot nu toe een paar conclusies. De eerste is dat de befaamde 'jeugd van tegenwoordig' echt anders is dan de 'jeugd van vroeger'. Veel meer jongeren drinken veel meer dan één biertje te veel. Onze 'jeugd van tegenwoordig' drinkt ook meer dan de jeugd in
andere Europese landen. De Nederlandse jongere is de zuipschuit van Europa.
Al zijn er gelukkig ook uitzonderingen die de regel bevestigen. Neem die pas 21-jarige Jelle Klaasen die afgelopen zondag, naar ik heb begrepen, de eerste
alcoholvrije wereldkampioen darten werd. Maar dit
terzijde.
Uit het gesprek met mijn jeugdvriend blijkt ook dat veel ouders geen idee hebben hoe sterk het probleem gegroeid is. De babyboom-ouders hebben als eerste generatie de welvaart en de vrijheid gehad om geregeld de bloemetjes buiten te zetten. Dat gunnen zij hun kinderen natuurlijk ook. Daarom zien zij waarschijnlijk niet hoe groot het probleem geworden is en doen zij er ook te weinig aan. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

- 5 -
Toespraak
De gevolgen blijven niet uit. Want van de jongeren tussen de 16 en 24 jaar wordt 22 procent gerekend tot de
categorie probleemdrinkers. Zij drinken om bijvoorbeeld hun zorgen te vergeten of meer zelfvertrouwen te krijgen, met alle gevolgen van dien. Denkt u maar aan agressie op straat en diverse gevallen van zinloos geweld. Drank als openbare-ordeprobleem dus. Zinloos geweld heeft bijna altijd met alcohol te maken.
Ook staat vast dat overmatig alcoholgebruik schadelijk is voor de ontwikkeling van de hersenen van jongeren. Er is een duidelijk verband aangetoond tussen te veel drinken en schoolprestaties. Ik heb mij laten vertellen dat op maandagochtend menige leraar tegenwoordig te maken heeft met leerlingen die met een kater in de schoolbanken zitten, hun huiswerk niet hebben gemaakt of er helemaal niet zijn. Te veel drinken is dus ook een
onderwijsprobleem.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

- 6 -
Toespraak
Ook op de langere termijn kunnen de gevolgen aanzienlijk zijn. Gebleken is dat wie jong begint met overmatig drinken, in zijn latere leven een verhoogd risico loopt op gezondheidsproblemen. Het is nu al zo dat 12,5 procent van de totale ziektelast bij mannen en 2,3 procent van de ziektelast bij vrouwen is toe te schrijven aan overmatig alcoholgebruik. Als jongeren op deze manier doorgaan met drinken, worden die percentages in de toekomst alleen maar hoger.
Zo kan ik nog wel meer feiten en cijfers noemen, maar ik denk dat wel duidelijk is wat ik bedoel. Het
alcoholprobleem waarmee we in Nederland kampen, heeft forse consequenties op verschillende maatschappelijke terreinen. Maar constateren is één ding. Het gaat er natuurlijk om dat we iets aan dit probleem doén. Want het is de hoogste tijd voor een stevige aanpak.
En stevig is niet alleen voorlichting geven over de risico's en gevaren van alcohol. Dat moet je óók doen, maar het is niet voldoende.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

- 7 -
Toespraak
Ik wijs daarbij op een in 2003 verschenen studie van de Wereldgezondheidsorganisatie, getiteld: 'Alcohol: no ordinary commodity', oftewel: alcohol is geen gewoon goedje. Uit die studie blijkt dat je niet alleen voorlichting moet geven, maar dat je tegelijk maatregelen moet
nemen op het gebied van verkrijgbaarheid, prijzen en reclame.
Zoals u waarschijnlijk wel weet heb ik begin vorig jaar een dergelijke brede aanpak ook voorgesteld. Als het aan mij had gelegen was onder meer de accijns op breezers en bier omhoog gegaan en zou de reclame voor dergelijke producten aan strengere regels zijn gebonden. Daarbij past ook een strengere handhaving van de leeftijdsgrens waarop je alcohol mag kopen.
De meerderheid in de Tweede Kamer is echter gekant tegen dit type maatregelen, vanuit wat ik maar een antibetuttelingsgevoel noem. Ik ben van nature ook niet voor
betutteling.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

- 8 -
Toespraak
Maar helaas is het zo dat er onvoldoende
maatschappelijke tegenkrachten zijn tegen de eerder genoemde typen excessen. Dan zal toch de overheid voor een aantal duidelijke spelregels moeten zorgen. Daar hebben de ouders dringend behoefte aan.
Gelukkig sta ik in dat standpunt niet alleen. Vrijwel alle betrokken partijen ­ naast VWS zijn dat instanties als het NIGZ en het Trimbosinstituut, de alcoholproducenten en de horeca ­ zijn het er over eens dat we alles op alles moeten zetten om die trend van steeds vroeger, steeds meer en steeds vaker drinken te doorbreken.
Een aantal van de hiervoor genoemde partijen werkt inmiddels samen in het Partnership Vroegsignalering Alcohol, dat vandaag officieel wordt ingesteld. VWS subsidieert dit Partnership voor een periode van drie jaar met in totaal 750.000 euro. Doel is om mensen met
alcoholproblemen eerder te bereiken en daardoor beter te helpen. Zéker voor jongeren is dat erg belangrijk. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

- 9 -
Toespraak
Belangrijk, maar niet voldoende. Daarom bereid ik
maatregelen voor die ik óf zelf nog in gang kan zetten óf waarmee desnoods het volgende kabinet aan de slag kan gaan. Centraal in die maatregelen staat dat het weer de sociale norm moet worden dat je onder je zestiende geen alcohol drinkt. Die boodschap moeten we bij iedereen tussen de oren zien te krijgen. De alcoholbranche is al bezig om daar, in overleg met VWS, een goede slogan voor te verzinnen.
Ook de ouders zullen veel meer bij dit probleem moeten worden betrokken. Zij lijken, zoals ik aan het begin al zei, vaak niet te weten dat hun kinderen zo veel drinken en wat de gevolgen daarvan zijn. Ik ga er daarom voor zorgen dat daarover meer informatie beschikbaar komt. Al is en blijft het in de eerste plaats de
verantwoordelijkheid van de ouders om te voorkómen dat zoon- of dochterlief alcoholproblemen krijgt.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

- 10 -
Toespraak
Ik ben van plan die ouders een handje te helpen door het jongeren lastiger te maken breezers en andere
alcoholhoudende mixdrankjes te kopen. Nu liggen die nog in de schappen van de supermarkt. Als het aan mij ligt zijn dergelijke drankjes straks alleen nog bij de slijter verkrijgbaar. Want de drempel om drank te kopen bij een slijter is voor iemand van 14 of 15 veel hoger dan de drempel van de supermarkt.
Ik doe ook een beroep op de alcoholbranche. Met name op het punt van de reclame. Ik was vorig jaar akkoord gegaan met een aanscherping van de zelfregulering rond alcoholreclame gericht op jongeren. Maar al vrij snel daarna kwam een grote bierbrouwer toch met een
reclame in de vorm van een computerspelletje. Die was in mijn ogen op de grens van het toelaatbare. Misschien een beginnersfoutje, maar ik vind dat producenten en
importeurs van drank niet eens in de búúrt van die grens zouden moeten komen.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

- 11 -
Toespraak
En begin deze week las ik in de krant dat een langlopend Amerikaans onderzoek heeft aangetoond dat jongeren die veel drankreclames zien, ook meer drinken. Nu voel ik als liberaal weinig voor een wettelijke reclamebeperking. Maar als het moet, dan moet het.
Sowieso ontkomen we in de toekomst waarschijnlijk niet aan onorthodoxe maatregelen. Ik heb hiervoor steeds gezegd dat we ervoor moeten zorgen dat jongeren onder de zestien niet drinken. Maar misschien moeten we wel toe naar een nieuwe eenduidige leeftijdsgrens,
bijvoorbeeld achttien jaar. Ik ga daarover in elk geval praten met alle betrokken instanties.
Een andere mogelijkheid waar ik aan denk is het strafbaar maken van het kopen van alcohol als je nog geen zestien ­ of straks misschien achttien ­ bent. Nu kunnen alleen de verkopers daarvoor worden beboet. Als de
horecahouder kan worden beboet, waarom de
minderjarige aan wie hij schenkt dan niet?
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

- 12 -
Toespraak
Ik besef heel goed dat het in dat soort gevallen aankomt op controle en handhaving ­ en dus met name op de
politie of andere ordehandhavers. Ik ga daarom, in overleg met mijn collega van Binnenlandse Zaken,
proberen de gemeenten bij deze discussie te betrekken. Zoals ik eerder al zei: drank is onder meer een openbareorde probleem, zeker in de grote steden. Daarom moeten
ook de gemeenten een rol krijgen in de aanpak van dit probleem.
Dames en heren,
Ik hoop dat u duidelijk is geworden dat de toenemende alcoholconsumptie in ons land, met name onder jongeren, mij grote zorgen baart. Ik wil daarom geen mogelijkheid onbenut laten om deze ontwikkeling te keren. Ik heb u geschetst wat ik van plan ben daar aan te doen.
Het verwijt zal wel weer opklinken dat de overheid te betuttelend optreedt. Ik zou dat ook liever volledig aan de ouders overlaten.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

- 13 -
Toespraak
Maar het is klaarblijkelijk nodig dat de overheid de ouders een steuntje in de rug geeft en dat moeten we dan ook doen. Want de periode van 'vrijheid blijheid' als het om alcoholgebruik door jongeren gaat is echt voltooid verleden tijd.
Dank u wel.

-0-0-0-


Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Directie Voorlichting en Communicatie
Parnassusplein 5
Postbus 20350
2500 EJ DEN HAAG
Telefoon (070) 340 79 11
Doorkiesnummer
(070) 340 60 00
Fax (070) 340.62.92
Hebt u 's avonds of in het weekend dringend een voorlichter nodig, belt u dan met het ministerie, telefoon (070) 340 79 11. Daar regelt men dat u wordt teruggebeld.