RAAD VAN
DE EUROPESE UNIE
NL
P/06/8
Brussel, 17 januari 2006
5336/1/06 REV 1 (Presse 9)
Verklaring van het voorzitterschap namens de Europese Unie over de
verslechterde politieke situatie in Cambodja
De EU spreekt haar bezorgdheid uit over het aanhoudende gebruik van
rechtszaken wegens laster door de koninklijke regering van Cambodja
tegen leden van de oppositie, media, vakbonden en NGO's die tot hun
arrestatie leiden. Deze verontrustende tendens, die culmineerde in de
arrestatie van de directeur van het Cambodjaanse centrum voor de
mensenrechten op 31 december 2005 en van andere voorvechters van de
mensenrechten, heeft het cumulatieve effect van een gerichte
intimidatiecampagne tegen NGO's en mensenrechtenactivisten in
Cambodja.
De EU doet een beroep op de Cambodjaanse regering zich te onthouden
van stappen die leiden tot strafrechtelijke vervolging wegens als
laster beschouwde uitspraken. In dit verband is de EU ingenomen met
het besluit om de heer Yeng Virak op 11 januari vrij te laten en
spreekt zij de hoop uit dat alle anderen die naar aanleiding van de
gebeurtenissen tijdens de ceremonie ter gelegenheid van de Dag van de
mensenrechten op 10 december 2005 zijn gearresteerd, eveneens zullen
worden vrijgelaten.
De toetredende landen Bulgarije en Roemenië, de kandidaat-lidstaten
Turkije, Kroatië* en de Voormalige Joegoslavische Republiek
Macedonië*, de landen van het stabilisatie- en associatieproces en
mogelijke kandidaat-lidstaten Albanië, Bosnië en Herzegovina, Servië
en Montenegro, en de EVA-landen IJsland, Liechtenstein en Noorwegen,
die lid zijn van de Europese Economische Ruimte, alsmede Oekraïne en
de Republiek Moldavië, sluiten zich bij deze verklaring aan.
*Kroatië en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië blijven
deel uitmaken van het stabilisatie- en associatieproces.
European Union