KNMG

Fusion wil dialoog stimuleren

Wat hebben reguliere en complementaire geneeskunde elkaar te bieden? Hoe kunnen artsen samenwerken? Het onderscheid tussen reguliere en complementaire zorg is voor de meeste patiënten niet relevant en de gebrekkige communicatie tussen beide werkvelden onbegrijpelijk. Deze 'verzuiling' in de zorg is overigens steeds meer een typisch Nederlands verschijnsel; in het buitenland is de dialoog tussen reguliere en complementaire artsen veel levendiger en is veel meer sprake van samenwerking. Het groot opgezette congres Fusion, een initiatief van KNMG District VI Rotterdam op 9 februari 2006 in De Doelen in Rotterdam, verkent de mogelijkheden. Klik op www.fusioncongres.nl voor het uitgebreide programma. Voor diverse specialismen is accreditatie aangevraagd. District Rotterdam wil met het congres een forum organiseren voor regulier werkende artsen die op een verantwoorde wetenschappelijke basis willen kennisnemen van het werk van artsen in het complementaire werkveld en vice versa. Met het congres geven de organisatoren een opmerkelijke impuls aan de discussie over medische mogelijkheden voor samenwerking cq. overleg tussen regulier en complementair werkende artsen. De organisatoren hopen te bereiken dat artsen vanuit de verschillende werkvelden met elkaar in gesprek komen en daarbij verkennen waar reguliere en complementaire geneeswijzen elkaar mogelijkerwijs kunnen aanvullen of versterken. In een aantal workshops zullen over en weer 'best practices' worden behandeld. Bewust is gekozen voor een zo objectief mogelijke wetenschappelijke benadering van zowel de reguliere als de complementaire praktijk. Artsen zullen vanuit wetenschappelijk perspectief aangeven waar complementaire zorg in het belang van de patiënt een optie is.