GroenLinks

Laat drop-outs jeudcentra bouwen in probleemwijken

19 januari 2006

GroenLinks bepleit dat drop-outs zonder werk of opleiding aan het werk gezet worden in het bouwen, inrichten en opzetten van nieuwe jeugdcentra in probleemwijken. Kansarme jongeren in kazernes disciplineren is kortzichtig. Cruciaal is om deze jongeren bij de lurven te pakken en aan een serieus project te zetten, dat hen ervaring geeft, sterkt in een gevoel van eigen waarde én dus perspectief geeft.

De 4000 drop-outs van Hans de Boer kunnen beter aan de slag in de bouw (of renovatie) van nieuwe centra in (met voorrang) de 50 grootste steden, dan geïsoleerd worden in kazernes op het platteland. Dit voorstel biedt een uitgelezen kans om een doorbraak te bewerkstelligen in een aantal problemen.

Het dwingt drop-outs aan de slag te gaan in een project met toekomst. Het leert de bouwsector samen te werken met kansarme allochtonen jongeren. Het geeft een nieuwe impuls aan het jeugd en jongerenwerk en het tegengaan van uitsluiting en radicalisering. En als de nieuwe centra naast ontspanning ruimte en ondersteuning geven voor verder begeleiding naar leer-werktrajecten is continuïteit in de aanpak van, inzicht in en contact met drop-outs voor langere tijd gewaarborgd.

Belangrijke meerwaarde van het project is gelegen in het gedwongen samenbrengen van de drop-outs met de bouwwereld. Uit onderzoek, dat de Universiteit van Utrecht vorig jaar in opdracht van GroenLinks heeft gedaan, bleek dat allochtone jongeren veruit het moeilijkst aan een stageplek in de Bouwsector komen. Marokkaanse jongens in de bouw hebben maar liefst 63% minder kans om op gesprek te mogen komen. Concreet bleek dat waar de kans op een uitnodiging bij een autochtone stagiair boven de 40% is, slechts 15% van de Marokkaanse jongens voor een gesprek werd uitgenodigd.

Naast de concrete inspanning gericht op werk kunnen nieuwe jeugcentra bovendien ook een belangrijke bijdrage leveren aan het voorkomen of indammen van overlast en kleine criminaliteit door jongeren die de weg kwijt zijn. Aandachtspunt moet ook zijn dat er veel meer capaciteit komt voor en werk gemaakt wordt van het doorsturen van probleemjongeren naar jeugd en jongerenwerkers in de jeugdcentra. Recent bleek dat hier, bijvoorbeeld in Amsterdam, een groot knelpunt zit.

Femke Halsema
Ineke van Gent
Naïma Azough