Socialistische Partij

World Social Forum Mali

Dagboek World Social Forum 2006, Bamako, Mali

DOOR HARRY VAN BOMMEL

Donderdag 19 januari 2006

Harry van Bommel Van 19 tot en met 23 januari bezoek ik voor onze partij het Wereld Sociaal Forum (WSF) in het Afrikaanse land Mali. De reis van Diemen naar Mali duurde al met al zo'n 11 uur en verloopt via Parijs. Het forum wordt gehouden in de hoofdstad Bamako en kent een tiental thema's. Mijn belangstelling gaat vooral uit naar de bijeenkomsten waar wordt gesproken over alternatieven voor het globaliserende liberalisme. Het idee dat het liberaliseren van markten en het privatiseren van nutsvoorzieningen de armste landen economische voorspoed brengt, blijkt in de Afrikaanse praktijk vaak bezijden de waarheid. Mali is daarvan een duidelijk voorbeeld.

Mali (12 miljoen inwoners, 37 keer zo groot als Nederland) behoort tot de minst ontwikkelde landen ter wereld. De armoede is er schrijnend. Meer dan 70% van de inwoners verdient minder dan één dollar per dag en in de ontwikkelingsindex van de Verenigde Naties staat het land bijna helemaal onderaan op plaats 172 van de 176. Gezien die enorme armoede is Mali voor Nederland een belangrijk partnerland. Bovendien is Mali een van de weinige stabiele landen van West-Afrika en onderhoudt het goede relaties met alle landen van de regio. Het land heeft zich zeer actief opgesteld bij de internationale pogingen te bemiddelen in het conflict in Ivoorkust. Met een budget van 40 miljoen euro in 2005 is Nederland een grote donor. Ook voor particuliere organisaties is Mali een belangrijke partner. In het land zijn onder meer de NOVIB, ICCO, Cordaid en SNV actief.

Op de heenreis tref ik in het vliegtuig de ploeg van NOVIB aan. Zij reizen met niet minder dan zeven medewerkers naar het WSF. Enkelen van hen ken ik van eerdere gelegenheden. Zo sprak ik Bertram Zagema eerder, toen hij nog voor Milieudefensie werkte, en een studie maakte van de privatisering van de publieke watervoorziening in Ghana. Net als in Ghana is ook in Mali vooral de Wereldbank (en het Internationaal Monetaire Fonds (IMF) de drijvende kracht achter de trend van privatisering van nutsvoorzieningen. In Mali zijn onder druk van die internationale financiële instellingen inmiddels de watervoorziening, het energiebedrijf, de spoorwegen en de luchthavens geprivatiseerd. In de katoensector is de privatisering op de lange baan geschoven. De beperkingen van de privatiseringen zijn pijnlijk aan het licht gekomen. De privé onderneming welke het energie- en het waterbedrijf had overgenomen, bleek niet in staat de noodzakelijke investeringen voor het in stand houden en uitbreiden van het netwerk te genereren. In 2004 en 2005 zijn er daarom moeizame onderhandelingen geweest om te komen tot een herschikking van verantwoordelijkheden tussen staat en exploitatiemaatschappij waarin de staat verantwoordelijk blijft voor de investeringen.

Vandaag ga ik samen met fractiemedewerkster Riekje Kappelhof op pad om ons in te schrijven voor het WSF en deel te nemen aan de openingsmars die om 16.00 zal worden gehouden. We logeren in hotel Triskell, een bescheiden onderkomen in een buitenwijk van Bamako. Riekje is enkele dagen eerder in Bamako aangekomen om haar schoonouders te bezoeken. Dit eerste deel van mijn dagboek schrijf ik direct na het ontbijt, aan een tafeltje bij de ingang van het hotel, en zal in de loop van de dag via een internetcafé de lezer bereiken. Voor de thuisblijvers is het misschien leuk te weten dat het hier twintig graden is.
---