Katoen uit Oezbekistan: kinderleed en milieurampen

ChildRight en Environmental Justice Foundation vragen om sancties

OEZBEKISTAN, 20060119 -- Voor de katoenteelt in Oezbekistan (Centraal Azië) worden tienduizenden kinderen uitgebuit en als slaven ingezet. In opdracht van de regering werken ze jaarlijks drie maanden achtereen in de katoenvelden. De scholen worden gesloten en onder fysieke dwang en zonder werkelijk salaris worden de kinderen de velden ingestuurd. De levensomstandigheden zijn zeer slecht. Na het oogstseizoen worden de kinderen - ondervoed en meestal ernstig ziek - aan hun lot over gelaten. Sommige van de Oezbeekse kindslaven zijn niet ouder dan zeven jaar; de meesten zijn jonger dan tien.

In het onlangs gepubliceerde rapport "White Gold - The True Cost of Cotton" beschrijft de in Londen gevestigde Environmental Justice Foundation (EJF) de schaamteloze mensenrechtenschendingen in de Oezbeekse katoenproductie.
In een commentaar bevestigt Craig Murray, voormalig Brits ambassadeur in Oezbekistan: "Zelfs de meest basale ethiek ontbreekt. De katoenindustrie drijft op ellende en slavernij. Het systeem is volledig verrot."

De EJF stelt dat de katoenteelt een belangrijke financiële steunpilaar is van het corrupte bewind van president Karimov. Drie miljoen arbeiders (volwassenen en kinderen) worden gedwongen ingezet om de door het regime gestelde katoenquota binnen te halen en te verwerken.

Oezbekistan is de op één na grootste exporteur van katoen: 800.000 ton per jaar. Europa neemt daarvan eenderde af (ruim 260.000 ton) ter waarde van ongeveer 350 miljoen dollar. Hiermee financiert de Europese Unie kinderslavernij in een van de wreedste regimes ter wereld.

ChildRight, het in Amsterdam gevestigde kinderfonds van Nobelprijswinnaars, en de EFJ eisen nieuwe EU-wetgeving die de import van door kindslaven gemaakte katoenproducten verbiedt. Beide organisaties doen een oproep aan consumenten en detailhandelaren om geen katoenproducten te kopen die in Oezbekistan zijn geproduceerd.

Het EJF-rapport geeft een schrijnend beeld. Niet alleen van de wijdverbreide kinderarbeid, ook van de desastreuze gevolgen voor het milieu en de volksgezondheid. Elke kilo katoen vergt 20.000 liter water. Maar liefst 60% van het daartoe aangevoerde water gaat onderweg verloren in gebrekkige irrigatiesystemen. Hierdoor is de Aral Zee inmiddels ingekrompen tot 15% van haar oorspronkelijke volume. Alle 24 oorspronkelijke vissoorten zijn uitgestorven. De werkeloosheid rond de zee is opgelopen tot 70%. Meer dan 50% van de sterfgevallen in de regio is het gevolg van aandoeningen aan de luchtwegen, veroorzaakt door pesticiden. Ruim 60 % van de geïrrigeerde gewassen is aangetast door de toegenomen zoutheid van het water. Ook het drinkwater is verontreinigd.

Steve Trent, EJF-directeur: "Westerse overheden moeten sancties instellen. Totdat Oezbekistan aantoont dat zijn katoen vrij is van kinderarbeid én minder vernietigend voor het milieu en de gezondheid."