Nederlandse Politiebond


Politieoverleg 19 januari 2006

Gepubliceerd: donderdag 19 januari 2006.

Politieoverleg van 19 januari 2006

Meer en minderuren
Eindelijk, na jarenlang verzet, heeft de minister zich neergelegd bij de opvatting van de politiebonden dat meer en minderuren (dat zijn teveel of te weinig gewerkte uren op jaarbasis) op een bepaalde manier moeten worden behandeld. Uit pragmatische overwegingen hebben de politiebonden ongeveer twee jaar geleden het voorstel gedaan om met een franchise van 9 uren, de meeruren daarboven na 1 januari van het volgende jaar uit te betalen en de minderuren boven de grens van 9 uren kwijt te schelden. De minister wilde niet. De advies- en arbitragecommissie gaf de politiebonden volledig gelijk. Vervolgens wilde de minister nog steeds niet, dat wil zeggen het onderdeel van de minderuren. Er zou, zo was zijn stelling mogelijk arbeidscapaciteit verloren gaan.
Onze stelling, niet weersproken en overgenomen door de advies- en arbitragecommissie, was dat de werkgever verantwoordelijk is voor een juiste planning van de arbeidsuren per jaar. Wijziging in de planning op initiatief van de werkgever of op op verzoek van de werknemer kunnen, binnen de grenzen van de rechtspositie of ATW plaatsvinden, maar voor het juist plannen en het eindsaldo is uitsluitend de werkgever verantwoordelijk. Vandaag heeft de minister erkent dat we als bonden gelijk hebben, bijna anderhalf jaar overigens na het advies- van de arbitragecommissie. Het Barp zal worden aangepast. Tot die tijd zijn er nog afwijkende regionale regelingen (in overeenstemming met het RGO) mogelijk. Na de wijziging van het Barp, moeten ook de regionale regelingen daaraan voldoen. De korpsen die nog geen regionale regeling hebben worden geadviseerd overeenkomstig het akkoord van vandaag te handelen.

Rbana en RST
Op 7 december jl vond technisch overleg plaats over de rechtspositie van politieambtenaren die op de Antillen bijstand leveren (RST). Nadien bleek dat de dag ervoor in het Staatsblad de zogenaamde Rbana-regeling was gepubliceerd. In die regeling werd ook de rechtspositie van die collega's geregeld. Alleen de datum van ingang zou nog nader worden bepaald. Dat was op zijn zachtst gezegd raar omdat er inhoudelijk aanleiding bestond voor politie specifieke regels. Dat vonden ook de vertegenwoordigers van de minister. Vandaag trok de minister het boetekleed aan. De noodzakelijk coördinatie op het ministerie had volledig ontbroken. Verschillende verdiepingen hadden langs elkaar heen gewerkt. Deze fout werd door de minister ernstig betreurd. Vastgesteld kon worden dat de minister nog immer bereid was te spreken over politie specifieke aanpassingen of regels en dat tot dat moment de bestaande afspraken voor de RST-collega's zullen worden gerespecteerd.

Niet dragen van de veiligheidsgordel en eventuele schade In de vorige vergadering had de minister zich niet garant willen stellen voor eventuele schade die een politieambtenaar kan oplopen in het geval hij, tijdens het dragen van een tactisch veiligheidsvest geen autogordel kan dragen. De minister kwam daar in deze vergadering op terug.
Dat wilde hij wel, alleen bleek uit nader onderzoek dat zoiets niet nodig was omdat de verplichting voor politieambtenaren om de veiligheidsgordel te dragen in daarvoor in aanmerking komende omstandigheden niet bestaat. Anders gezegd een derde kan zich er in zo'n situatie niet op beroepen dat de politieambtenaar rechtens gehouden was om een veiligheidsgordel te dragen en dus zelf mede verantwoordelijk is voor de ontstane schade. In de praktijk blijken korpsen echter helemaal niet op de hoogte te zijn van deze ontheffing van RVV-verplichtingen van 31 maart 1994. BZK zal de korpsen daarover informeren. Overigens is gebleken dat in de praktijk groepen politieambtenaren soms tientallen kilometers tevoren onnodig het tactische veiligheidsvest dragen en daarmee ook onnodig in risicovolle verkeersomstandigheden kunnen komen. Dat geldt te meer indien verplaatsingen met relatief hoge snelheid plaatsvinden. Op dit onderdeel zal met korpsen worden afgestemd om hiervoor een verantwoorde gedragslijn te ontwikkelen. Overname van deze informatie is toegestaan mits met bronvermelding. © 19 01 2006 NPB