Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Foliumzuur

Kamerstuk, 20-1-2006

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

VGP/VV 2651432

20 januari 2006

Aan u is, naar aanleiding van de motie Ormel c.s. d.d. 29 juni 2005 (29 323, nr. 9) toegezegd, u te informeren over de stand van zaken met betrekking tot de projecten die het gebruik van foliumzuur rondom de conceptie stimuleren. Het gebruik van foliumzuur vier weken voor de conceptie tot acht weken in de zwangerschap leidt tot een sterke afname van neurale buisdefecten bij baby's.

Vanuit de Task Force Foliumzuur zijn, nadat VWS hierom heeft verzocht, vier projectvoorstellen ingediend. Drie voorstellen hebben ten doel een gerichte interventie in de consultatiebureaus, verloskundigenpraktijken en apotheken. Een vierde voorstel is vooral gericht op het op brede schaal geven van digitale en schriftelijke voorlichting.
In al deze voorstellen wordt extra aandacht geschonken aan het bereiken van allochtone vrouwen en vrouwen met een lage sociaal-economische status. Gebleken is dat er vooral bij deze vrouwen een laag gebruik van foliumzuur is.
Doel van de activiteiten is vrouwen te bereiken die voor de eerste keer zwanger willen worden maar ook vrouwen die na de geboorte van hun kind/kinderen opnieuw zwanger willen worden. De projectsubsidies zijn verleend, de voortgang en uitvoering van de projecten wordt bewaakt in de Task Force Foliumzuur. De activiteiten lopen van 2006 tot en met 2007.

De projecten in het kort:

- In de apotheken liep al de campagne "Zorg voor Foliumzuur". Deze campagne heeft als doel om via de apotheek zoveel mogelijk vruchtbare vrouwen voor
de éérste zwangerschap te informeren. Dit gebeurt onder meer door stickers
op de pilverpakking en het gericht uitdelen van folders. Bij deze campagne hebben 45%
van de apotheken in Nederland zich aangesloten. Voor de periode 2006 tot en met 2007
zal deze campagne zo optimaal mogelijk landelijk worden uitgerold om 70-75% van
de apotheken te bereiken.


- Het project in de consultatiebureaus moet leiden tot een uitvoerbare en zo mogelijk
effectieve voorlichtingsinterventie die geïmplementeerd kan worden in de Consultatiebureauzorg.
Consultatiebureauartsen en de bij de jeugdzorg betrokken organisaties beslissen
uiteindelijk of zij het resultaat zullen implementeren.


- In verloskundigensector wordt een pilot gestart naar de vraag hoe verloskundigen het beste foliumzuurgebruik zouden kunnen stimuleren en dan in het bijzonder bij vrouwen van allochtone afkomst en/of lage sociaal-economische status. Onderzocht gaat worden welke methoden werken in het bereiken en overtuigen van vrouwen. Na afloop van de pilot moet worden bekeken of er een vervolg komt.


- Het vierde project is gericht op het op brede schaal geven van digitale en schriftelijke voorlichting. Dit wordt uitgevoerd door het ERFO-centrum. Voor de volledigheid merk ik op dat onder meer bij het ontwikkelen van digitale voorlichting, een website, rekening wordt gehouden met het nog te verschijnen Gezondheidsraadadvies preconceptiezorg. Dit advies zal onder meer gaan over de preconceptionele voorlichting. Foliumzuur is hier een onderdeel van. De voorlichting over het belang van foliumzuur dient een integraal onderdeel te zijn van een bredere preconceptionele advisering en voorlichting. Het advies wordt in het tweede kwartaal van 2006 verwacht.

Op basis van de positieve resultaten van eerdere voorlichtingscampagnes en de nieuwe activiteiten in het vooruitzicht heb ik als streven bepaald dat in 2010 70% van de vrouwen tijdens de aanbevolen periode foliumzuur zal gebruiken.

De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

H. Hoogervorst