Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33

Uw brief Ons kenmerk
SV/V&V/06/2994

Onderwerp Datum
Kamervragen 2050606000 26 januari 2006

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van de Kamerleden Verbeet en Heemskerk (beiden PvdA) over de inhouding van de zorgverzekeringspremie bij AOW-gerechtigden in het buitenland (ingezonden 6 januari 2006).

De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(H.A.L. van Hoof)

2

2050606000

Vragen van de leden Verbeet en Heemskerk (beiden PvdA) aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de inhouding van de zorgverzekeringspremie bij
AOW-gerechtigden in het buitenland. (Ingezonden 6 januari 2006)


1
Is het waar dat de Sociale Verzekeringsbank de zorgverzekeringspremie inhoudt op de pensioenuitkering aan de 200.000 AOW-gerechtigden in het buitenland?


1
Als hoofdregel geschiedt de inhouding van de procentuele zorgverzekeringbijdrage door de inhoudingsplichtige in de sfeer van de loonheffing (werkgevers en uitkeringinstanties). De Sociale verzekeringsbank (SVB) is inhoudingsplichtige voor de AOW- en ANW-uitkeringen. Daarnaast is krachtens de zorgverzekeringswet bepaald dat pensioeninstellingen, waaronder SVB, ook nominale bijdragen moet inhouden op pensioenen, waaronder AOW, als de gerechtigde in het buitenland woont en volgens het College voor Zorgverzekeringen (CVZ) onder de verzekering van de Zorgverzekeringswet (ZVW) valt.
Van de 233.442 personen in het buitenland met een uitkering AOW of ANW via SVB zijn er 178.555 woonachtig in een EU/EER/verdragsland met potentiële aanspraak op ziektekosten volgens het woonlandpakket. Van deze groep moet door CVZ worden vastgesteld of men op grond van de individuele situatie een bijdrage verschuldigd is in het kader van de Zorgverzekeringwet.
SVB houdt in opdracht van CVZ per 1 januari 2006 bij 39.202 personen de verschuldigde buitenlandbijdragen Zorgverzekeringswet in. Per 1 februari 2006 zal deze groep worden uitgebreid met ca. 14.000 personen, zijnde verdragsgerechtigden waarover CVZ alsnog heeft vastgesteld dat men zorgaanspraken heeft ten laste van Nederland. Hierbij verdient aantekening dat CVZ nog steeds doende is om de potentiële verdragsgerechtigden te achterhalen, zodat het aantal AOW/ANW-gerechtigden waarbij de SVB bijdragen moet inhouden, nog kan toenemen.


2
In hoeveel van die gevallen is de inhouding één derde of méér van de betreffende AOW-uitkering? In hoeveel gevallen is de inhouding zelfs groter dan de AOW-uitkering?


2
Indien het individuele inkomen van betrokkenen wordt beschouwd, dan hebben 9.038 personen uit de groep van 39.202 personen een inkomen dat lager of gelijk is aan 263,-. Voor hen geldt dus dat de inhouding éénderde of méér van de AOW/ANW-uitkering betreft. Het gezinsinkomen kan echter hoger liggen, indien de partner eveneens een uitkering ten laste van Nederland heeft, dan wel over overige inkomsten beschikt.


3
Wat zijn de koopkrachteffecten in situaties waarin de inhouding éénderde of méér is?

3

3
De koopkrachteffecten van de inhouding van de zorgverzekeringspremie zijn sterk afhankelijk van de individuele situatie. Een algemeen geldend cijfer is niet te berekenen. Het koopkrachteffect hangt van verschillende factoren af.

Zo maakt het in de uitkomsten uit of de betrokkene in 2005 ziekenfondsverzekerd was, particulier verzekerd was of in het geheel geen premie betaalde. Daarnaast is de vraag van belang of de betrokkene naast inkomsten uit de AOW nog andere inkomsten heeft en wat het inkomen van de eventuele partner is.
In zijn op 16 januari 2006 aan de Kamer gestuurde antwoorden op vragen van mevrouw Kant laat de minister van VWS de ontwikkeling van de nominale bijdrage zien voor degenen die in 2005 ziekenfondsverzekerd waren. Daaruit blijkt dat voor de zorgverzekeringswet op de nominale bijdrage, de ontvangen zorgtoeslag en no-claimkorting in mindering kunnen worden gebracht. Per saldo resteert dan een stijging van 22 à 26 per maand.
Voor degenen die in 2005 particulier verzekerd waren zal over het algemeen sprake zijn van een daling van de nominale bijdrage. Voor degenen die in 2005 onverzekerd waren leidt de verplichte verzekering vanaf 2006 tot een stijging van de te betalen nominale bijdrage. Naast de genoemde mogelijke premiemutaties is de hoogte van het (overige) inkomen van belang. Bij een nominale bijdrage van 90 per maand bedraagt de inhouding een derde of meer bij inkomens lager dan 270 per maand. Personen met een dergelijk laag AOW-pensioen zullen veelal een aanvullend inkomen hebben.


4
In welke mate zijn betrokkenen daar vooraf over geïnformeerd?

4
Buiten Nederland wonende AOW/ANW-gerechtigden zijn uitvoerig geïnformeerd over de inhouding van de zorgverzekeringspremie op het AOW/ANW-pensioen.
In het algemeen:

· Via een artikel op de website van SVB (met vanaf de homepage een verwijzing naar het artikel). Het artikel staat sinds half oktober 2005 op de website (in december 2005 geactualiseerd).

· Via voorlichtingsbijeenkomsten in Spanje en Zuid-Portugal (door CVZ). Op naam verstuurde informatie:

· Twee mailings van CVZ in de tweede helft van 2005 met informatie over Zorgverzekeringswet.
· Pensioenspecificatie van SVB van de betaling van december 2005 (eind december verstuurd). Op de achterkant staat algemene informatie over de Zorgverzekeringswet (onder andere over de opbouw van de inhouding en de daarbij behorende bedragen en percentages).
· Voormalige niet-ziekenfondsverzekerden bij wie CVZ heeft vastgesteld dat zij onder de Zorgverzekeringswet vallen, hebben begin januari 2006 een mailing van SVB ontvangen met een specificatie van de betaling van januari 2006.

· In week 4 van januari 2006 zendt SVB een specificatie van de betaling van januari 2006. AOW-gerechtigden met de inhouding `bijdrage Zvw buitenland' ontvangen bij hun specificatie aanvullende informatie over de Zorgverzekeringswet.

4


· In week 4 van januari 2006 zendt SVB het informatieblad `svb.info' met een (globaal) artikel over de zorgwet.

· AOW-gerechtigden bij wie CVZ heeft vastgesteld dat zij onder de Zorgverzekeringswet vallen, ontvangen van CVZ een informatiepakket met onder andere een E-121-formulier.


5
Hoe wordt de rest van de zorgverzekeringspremie geïnd indien de in te houden premie groter is dan de AOW-uitkering?

5
De SVB is in eerste instantie verplicht tot inhouding van de nominale bijdrage. Indien het bedrag dat overblijft van de AOW-uitkering - na aftrek van de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw en de bijdrage die overeenkomt met de procentuele premie AWBZ - niet toereikend is voor het inhouden van de nominale bijdrage, meldt SVB dit bij CVZ. SVB int geen nominale bijdragen indien de uitkering daartoe ontoereikend is. Vanaf dat moment neemt het CVZ de inning van de nominale bijdrage over. Deze inning gaat als volgt. Ingeval aan een verdragsgerechtigde meer dan één pensioen of rente is toegekend, wordt de nominale bijdrage in opdracht van CVZ ingehouden op het pensioen of de uitkering dat in de tijd gerekend het eerst is toegekend en dat toereikend is. Als het eerst toegekende pensioen of rente niet toereikend is, wordt het niet op dat pensioen of rente ingehouden, maar op het volgende pensioen of de rente. Indien geen enkel pensioen of rente toereikend is blijft inhouding van de nominale bijdrage achterwege en factureert het CVZ deze bijdrage rechtstreeks bij de betreffende verdragsgerechtigde. De procentuele, inkomensafhankelijke bijdragen worden wel altijd door de SVB op het AOW/ANW-pensioen ingehouden.


6
Hebben AOW-gerechtigden in het buitenland de mogelijkheid hun AOW-recht en zorgverzekeringsplicht op te zeggen?

6
De verplichting tot betaling van premies of van bijdragen die verdragsgerechtigden op grond van de Zorgverzekeringswet verschuldigd zijn, ziet op het feit dat men rechthebbende is op een pensioen. Het recht op een pensioen zoals AOW vloeit rechtstreeks voort uit de wet; daarvan kan geen afstand worden gedaan. Door afstand te doen van de ontvangst van AOW kan men derhalve niet de premieheffing of het verschuldigd zijn van de bijdrage ontlopen.


7
Bent u van mening dat de Nederlandse premie en de zorgrechten in het buitenland altijd in juiste verhouding tot elkaar staan?


8
In welke landen is dat naar uw mening niet het geval? Wat bent u van plan daaraan te doen?

5

7 en 8
Bij de behandeling van de Invoerings- en aanpassingswet Zorgverzekeringswet in de Eerste Kamer heeft de minister van VWS besloten om de AWBZ-component van de bijdrage die verdragsgerechtigden verschuldigd zijn te verlagen met 30% ten opzichte van de in Nederland verschuldigde AWBZ-premie, omdat de woonlandpakketten doorgaans een minder uitgebreide AWBZ-dekking hebben.