ChristenUnie


Verslag Invoering burgerservicenummer in de zorg woensdag 25 januari 2006 - 11:28

Door: André Rouvoet

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel, hetgeen beoogt dat als persoonsgegevens in de zorgsector verwerkt worden, hierbij het burgerservicenummer (BSN) wordt gebruikt. Deze leden constateren dat het wetsvoorstel en de onderbouwing daarvan vooral gericht zijn op het verbeteren van de kwaliteit en de efficiency in de zorg. Naar de mening van deze leden wordt daardoor echter te weinig aandacht besteed aan de rechtsbescherming van burgers. Met betrekking tot de uitwerking van het wetsvoorstel zelf hebben zij daarom een aantal vragen.

In de memorie van toelichting is vermeld dat voor de relatief kleine groep personen die op grond van de Wabb geen BSN krijgen toegekend het sociaal-fiscaalnummer als aanvullend persoonsnummer zal kunnen worden gebruikt. Het sociaal-fiscaalnummer is echter met minder waarborgen omgeven. De leden van de ChristenUnie-fractie vragen de regering op welke wijze de bescherming van de persoonsgegevens van deze groep toch kan worden gewaarborgd. Ook willen zij weten op welke termijn de basisregistratie voor niet-ingezetenen zal worden opgezet. Wat wordt er precies bedoeld met «binnen afzienbare tijd»?

Op pagina 4 van de memorie van toelichting staat dat de uitgifte van het BSN wordt beheerd door een publieke voorziening. De leden van de ChristenUnie-fractie vragen de regering om welke publieke voorziening het hier gaat.

Op pagina 9 van de memorie van toelichting staat dat van de facultatieve grondslag voor het stellen van beveiligingseisen aan het verwerken van persoonsgegevens gebruik kan worden gemaakt, indien zou blijken dat in de zorgsector onvoldoende maatregelen worden getroffen ter bescherming van persoonsgegevens. Deelt de regering de mening van de leden van de ChristenUnie-fractie dat er voldoende maatregelen moeten zijn getroffen om de beveiliging van persoonsgegevens te garanderen voordat het BSN in gebruik wordt genomen en dat een wettelijke verankering van beveiligingseisen derhalve noodzakelijk is?
---