Gemeente Winterswijk


26 januari 2006

College maakt geen bezwaar tegen status rijksmonument strandbad

Winterswijk - Het college van B&W heeft kennisgenomen van het besluit van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap om het strandbadcomplex aan de Badweg aan te wijzen als beschermd rijksmonument. Het college heeft tevens besloten geen bezwaar in te dienen tegen dit besluit. Redenen hiervoor zijn onder andere dat de aanwijzing niet betekent dat ook de functie behouden moet blijven en dat een bezwarenprocedure lang kan duren waardoor geen aanspraak gemaakt kan worden op rijkssubsidies.

Het college heeft op 4 mei 2005 een negatief advies uitgebracht aan de staatssecretaris omtrent het voornemen het strandbad aan te wijzen als rijksmonument.. Normaal gesproken wordt een groot belang gehecht aan het advies van de lagere overheden. Slechts op zwaarwegende gronden kan de staatssecretaris van deze adviezen afwijken. In het geval van het strandbad ziet de staatssecretaris daar reden toe. In de motivering staat het volgende: 'Het aantal ingevolge van de monumentenwet 1988 beschermde zwembaden is tot een zevental beperkt. In twee gevallen betreft het openluchtzwembaden, beide uit dezelfde ontstaanstijd als het strandbad te Winterswijk. In Zwolle geniet het openluchtzwembad wettelijke bescherming, dit zwembad is in de stijl van het Nieuwe Bouwen uitgevoerd. Het andere in het register van beschermde monumenten ingeschreven openluchtzwembad bevindt zich te Haarlem en vertoont kubistische kenmerken. Het strandbad in Winterswijk beschikt over kenmerken uit het idioom van de Amsterdams School en vervolmaakt daardoor, wanneer wordt geredeneerd vanuit nationaal perspectief, het stilistisch-chronologisch overzicht in de categorie openluchtzwembaden. Daarbij komt dat het strandbad te Winterswijk als gaaf en authentiek wordt aangemerkt. Er is sprake van een volledig sport-historisch ensemble bestaande uit paviljoen, zwembad, ligweiden, kiosk voor de badmeester en een cascade voor de watervoorziening.'

Gevolgen status rijksmonument
De gemeenteraad heeft in de raadsvergadering van september 2005 definitief besloten af te zien van het behoud van de zwembadfunctie bij de herontwikkeling van het strandbadcomplex. Zij heeft het college opgedragen met een voorstel te komen voor alternatieve ontwikkelingsmogelijkheden voor het strandbadcomplex. De aanwijzing tot beschermd rijksmonument betekent niet dat ook vanzelfsprekend de bijbehorende functie behouden moet blijven. Er zijn voorbeelden genoeg van herbestemming van beschermde Rijksmonumenten bijvoorbeeld fabriekscomplexen tot woningen, kerk tot bibliotheek, gasfabriek tot theater, enzovoort. Een goed initiatief met respect voor de cultuurhistorische waarde kan zeker leiden tot een goede herbestemming van het complex. Op dit moment zijn er 7 initiatiefnemers met plannen voor de herbestemming van het strandbad. Deze initiatiefnemers kunnen hun plannen tot uiterlijk 20 februari aan de gemeente voorleggen. De initiatiefnemers zijn inmiddels geïnformeerd over de aanwijzing van het strandbadcomplex tot rijksmonument en is gevraagd hiermee rekening te houden in hun plannen.

Bezwaarmogelijkheden
Het college heeft de mogelijkheid bezwaar in te dienen tegen het besluit van de staatssecretaris. Ondanks het oorspronkelijke negatieve advies heeft het college besloten geen bezwaar in te dienen tegen het besluit. Een reden hiervoor is dat een bezwaarprocedure erg lang kan duren, soms wel twee tot drie jaar. Vanaf het moment van aanwijzing van een object gaat al een voorbescherming in werking. Als bezwaar ingediend wordt betekent dit niet dat die beschermde werking wordt opgeheven. Verder heeft het bezwaar ook gevolgen voor aanspraak op eventuele rijkssubsidies. Hiervan kan namelijk pas gebruik worden gemaakt als de aanwijzing onherroepelijk is geworden. Een andere reden ligt in het feit dat de aanwijzing niet betekent dat ook de functie behouden moet worden. Dit geeft voldoende ruimte voor een nieuwe bestemming van het strandbadcomplex. Daarnaast speelt ook nog mee dat gezien de motivering van de staatssecretaris de kans zeer klein wordt geacht dat het bezwaar tegen de aanwijzing gehonoreerd zal worden.