Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Antwoord op de Kamervragen over Radio Kootwijk

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

ons kenmerk : DRZ. 2005/7175
datum : 26-01-2006
onderwerp : Vragen van mw. Vos (GroenLinks) over Radio Kootwijk (TRC 2005/6513) bijlagen :

Geachte Voorzitter,

Hierbij ontvangt u, mede namens de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, het antwoord op de vragen van het Tweede Kamerlid mevrouw Vos over Radio Kootwijk, ingezonden op 23 november 2005, nr. 2050603650.

Vraag 1.
Kent u de Visie Radio Kootwijk? 1)

Ja.

Vraag 2.
Hoe rijmen de uitgangspunten van de Visie - het heersen van stilte, rust (in de betekenis van weinig activiteiten) en donkerte, het prevaleren van natuurwaarden boven bereikbaarheid, het verwijderen van rasters, enzovoorts 2) - met de plannen voor commerciële voorzieningen, zoals faciliteiten voor internationale congressen, beurzen en seminars, hotelaccommodatie, een sterrenrestaurant, een volwaardig grand café, een opleidingscentrum en woningen? 3)

Vraag 3.
Zijn de commerciële activiteiten hoofdzakelijk bedoeld om de culturele functies, zoals een museum, expositieruimte en een vloer voor podiumkunsten, mogelijk te maken? Zo neen, waarvoor zijn de commerciële activiteiten dan bedoeld?

De Gebiedsvisie Radio Kootwijk geeft de bandbreedte aan voor de gewenste functies en het gebruik van de diverse monumentale gebouwen binnen het complex.

In de visie staat naast de uitgangspunten 'behoud van stilte, rust, donkerte' óók het streven op termijn naar een evenwicht in (investerings)kosten en opbrengsten, waarbij het complex bij voorkeur zonder overheidssubsidie exploitabel moet zijn. Dat betekent, dat eventueel ruimte dient te worden gelaten of gecreëerd voor een diversiteit aan functies en gebruiksvormen en voor de ontsluiting hiervan.

De visie stelt dat dit niet alleen commerciële functies zijn, maar ook in belangrijke mate culturele (non-profit) functies als museum, podium, cinema en performance center. De gedeeltelijk commerciële functies in enkele van de historische (bij)gebouwen worden daarbij als ondersteunend gezien aan de niet-commerciële functies.

Bij de ondersteunende, gedeeltelijk commerciële functies noemt de visie ook 'woningen voor degenen die werkzaam zijn in de beoogde instituten en bedrijven op het complex'. Dit betreft het voor dit doel mogelijk onderbrengen van een of meerdere wooneenheden in een (gedeelte) van de monumenten, dan wel de benodigde beheerderswoning voor het complex. Deze laatste geldt ter vervanging van drie te slopen naoorlogse noodwoningen, aangebouwd tegen het voormalige monumentale hotel. Het betreft hier géén aanvullende nieuwbouw op het complex.

Vraag 4.
Bent u ervan op de hoogte dat de gemeente Apeldoorn bij uitvoering van de Visie Radio Kootwijk rekent met 300.000 bezoekers per jaar met doorgroei tot 450.000 bezoekers, dat de gemeente uitgaat van de noodzaak voor 1000 parkeerplaatsen en dat in de visie wordt gesproken over een groot parkeerterrein met 400 plaatsen bij het hoofdgebouw, terwijl er nu minder dan 100 plaatsen verspreid over het hele complex zijn?

Ja.
Bij het opstellen van de Gebiedsvisie Radio Kootwijk is voor de ontsluiting door de overheden vooralsnog gerekend met een maximaal bezoekersaantal van circa 300.000 per jaar. Het complex wordt hierbij zodanig ontsloten dat niet-reguleerbare verkeersstromen worden vermeden en dat prioriteit wordt gegeven aan langzaam verkeer. De parkeerbehoefte voor het totale complex kan daarbij uitgroeien tot 600 parkeerplaatsen, waarvan 250 stuks nabij het Hoofdgebouw. De visie kiest voor een gefaseerde aanpak van de parkeerplaatsen, verdeeld over enkele locaties en in combinatie met een groot transferium, dat aansluit bij de groei van dit bezoekersaantal.

De gemeente Apeldoorn is momenteel in gesprek met de bewoners van het dorp Radio Kootwijk. Doel is het gezamenlijk verkennen van de gevolgen van verschillende opties bij de ontwikkeling van het complex Radio Kootwijk. In dat kader is bij wijze van verheldering gesteld dat het verband tussen verkeersbewegingen, benodigde parkeerplaatsen en functies verre van lineair is. De genoemde aantallen zijn derhalve geen eindsituatie of kaderstellend, maar bedoeld om gevolgen van diverse opties van gebruik van het complex te illustreren. Het is een handreiking om gezamenlijk concreet te maken welke gevolgen voor het dorp (on)acceptabel zijn. Op deze wijze wordt, in combinatie met het onderzoek naar randvoorwaarden vanuit verschillende Europese kaders (zie vraag 5 en 6) in feite voorwerk verricht, waardoor een effectieve beoordeling van elk plan van derden (private partijen) in termen van consequenties voor in de visie gestelde doelen mogelijk is.

Mocht het geplande transferium niet op tijd verwezenlijkt zijn dan, zo stelt de visie, kan het geplande aantal van 250 parkeerplaatsen nabij het Hoofdgebouw tijdelijk verder uitgroeien tot 400 stuks.

In de drukste periodes (Pasen en hoogseizoen van 1 juli tot 1 september) zal de verkeersdrukte door het buurtschap dan echter onacceptabel hoog worden en moet een tijdelijke alternatieve (afsluitbare) afvoerroute voor het verkeer worden gevonden. Anders is dit strijdig met het principe van handhaven van stilte en rust. Staatsbosbeheer onderzoekt momenteel de mogelijkheden die liggen binnen de gemeentelijke wettelijke kaders en de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn. Staatsbosbeheer voert hiervoor een inventarisatie uit van de Vogel- en Habitatsoorten in het gebied.

Vraag 5.
Hoe beoordeelt u deze aantallen in het licht van de status van het gebied als Speciale beschermingszone onder de Europese Habitatrichtlijn en de Vogelrichtlijn en de ligging in de Ecologische Hoofdstructuur (EHS)?

Hierover kan ik op dit moment nog geen oordeel hebben. De feitelijk te nemen maatregelen worden pas duidelijk bij het uitkomen van het Masterplan van de betrokken private partijen. Dit Masterplan wordt door de overheden getoetst aan de uitgangspunten zoals verwoord in de visie, waaronder de ligging in de Speciale beschermingszone onder de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn en de ligging in de Ecologische Hoofdstructuur.

Vraag 6.
Wanneer zal de passende beoordeling plaatsvinden, die vereist is op grond van de Vogel- en de Habitatrichtlijn, om te bezien of de beoogde activiteiten de natuurlijke kenmerken van het gebied niet aantasten?

De passende beoordeling vindt plaats bij de uiteindelijke vergunningverlening. De initiatiefnemer vraagt voor het gehele plan een vergunning aan bij GS Gelderland. Het bevoegd gezag toetst of het natuuronderzoek voldoende informatie geeft om de mogelijke ingreep op de Natura 2000-waarden te beoordelen volgens het voorzorgsprincipe. De passende beoordeling zal in eerste instantie onderdeel uitmaken van de strategische milieubeoordeling. Hiermee is de gemeente Apeldoorn inmiddels gestart.

Vraag 7.
Bent u van plan het complex Radio Kootwijk, dat u in 2003 van KPN heeft gekocht voor 8,1 miljoen euro, van de hand te doen aan een commerciële partij? Zo ja, aan wie en voor welk bedrag? Waarom kiest u er niet voor om het complex in overheidseigendom te houden?

Nee.
Het complex Radio Kootwijk is in 2003 door de Dienst Landelijk Gebied gekocht, waarbij het Hoofdgebouw, de Annexen A en B en de Watertoren overgingen voor een symbolisch bedrag van één euro, de natuurterreinen en andere gebouwen op taxatiebasis bij de vigerende bestemmingen. Inmiddels is de 440 hectare natuurgebied doorgeleverd aan Staatsbosbeheer. Daarnaast worden of zijn al enkele niet-monumentale gebouwen en loodsen gesloopt. Niet het gehele complex Radio Kootwijk maar alleen de overblijvende (monumentale) gebouwen worden voor marktconforme prijzen eventueel verkocht aan private partij. De ondergrond van de gebouwen wordt tegelijkertijd doorgeleverd aan Staatsbosbeheer.

Er ligt op dit moment één (concept) Masterplan voor van private partijen. Het is niet in het belang van het komende onderhandelingsproces om nu al mededelingen te doen over de mogelijke verkoopprijs.

Vraag 8.
Hoe worden, in het geval van verkoop aan een commerciële partij, de stilte, de rust, de donkerte en de natuurwaarden van het gebied gewaarborgd, aangezien bij een commerciële partij deze maatschappelijke waarden niet centraal staan?

Door de Gebiedsvisie is bekend welke randvoorwaarden door de overheden aan de activiteiten op het complex worden gesteld. Het is aan private partijen om in een Masterplan aan te geven welke opzet en concrete maatregelen in dit kader naar hun mening een afdoende antwoord hierop geven. De overheden toetsen het Masterplan aan de Gebiedsvisie. Daarnaast dient het Masterplan als ingang voor de bestemmingsplanherziening. Uiteindelijk neemt de gemeenteraad van Apeldoorn op basis hiervan en met gebruikmaking van het verrichte voorwerk (zie vraag 4 en 5) via de noodzakelijke bestemmingsplanprocedure, een besluit, waarop vervolgens de gebruikelijke vormen van rechtsbescherming voor derden van toepassing zijn.

Vraag 9.
Bent u bekend met het verzoek van de Gelderse gedeputeerde Peters voor een eenmalige rijkssubsidie van 23 miljoen euro 4), wat ongeveer overeenkomt met de in de Visie geraamde kosten voor restauratie en inrichting? 5) Zo ja, wat zijn uw voornemens met betrekking tot dit verzoek?

Ja.
De provincie Gelderland heeft zich op 14 november 2005 gericht tot de vaste Kamercommissie OC&W met het verzoek om zich in te zetten om EUR 23,6 miljoen beschikbaar te krijgen aan rijksmiddelen voor restauratie en inrichting van complex Radio Kootwijk. Op dinsdag 22 november 2005 heeft de provincie dit verzoek kunnen toelichten bij de vaste Kamercommissie OC&W. De Kamercommissie heeft hierop een aantal vragen gesteld richting de provincie die voor men hier verder op wil ingaan eerst beantwoord moeten worden. De provincie heeft toegezegd hiervoor een nieuw document op te stellen. Betreffend verzoek speelt momenteel tussen de provincie, Tweede Kamer en het departement van OC&W. Het is thans niet aan mij om op dit verzoek op dit moment te reageren.

Vraag 10.
Deelt u het standpunt dat wanneer het rijk een dergelijke financiële injectie zou geven, de commerciële functies niet meer nodig zouden zijn en verkoop aan een commerciële partij niet meer in de rede zou liggen? Zo neen, waarom niet?

Nee.
De inzet van de commerciële functies is immers bedoeld als financiële drager voor instandhouding en beheer van de gebouwen. De genoemde financiële injectie is bedoeld als éénmalig om de gebouwen te kunnen restaureren en de terreinen in te richten.

Vraag 11.
Acht u het realistisch om te verwachten dat er een rendabel te exploiteren transferium komt bij één van de afslagen van de A1, rekening houdend met het feit dat er sprake zal zijn van sterke fluctuaties in de bezoekersaantallen, zowel qua seizoen als qua activiteit? Zo ja, waarom?

Ja.
De gemeente Apeldoorn is inmiddels gestart is met de verkenning naar de aanleg van een groter transferium, bij een van de afslagen langs de A1/A50. Dit transferium staat ook opgenomen in het project Natuurtransferia dat wordt uitgevoerd in het kader van Veluwe 2010. Met dit transferium wordt ook een opvang voor dagrecreanten vanuit Apeldoorn verwezenlijkt. In samenwerking met een ondernemer kan van hieruit een pendeldienst worden opgezet bij eventuele grotere evenementen op het complex. Het Natuurtransferium is overigens niet volledig afhankelijk van de activiteiten op Radio Kootwijk, en daarmee de fluctuaties in de bezoekersaantallen, zowel qua seizoen als qua activiteit. Net als bij de overige Veluwe Natuurtransferia is voorzien in eigenstandige economische dragers op het transferium (horeca, fietsverhuur, recreatieve activiteiten en dergelijke).

Vraag 12.
Hoe zal voorkomen worden dat bezoekers van het hotel, het congrescentrum, het opleidingscentrum, het restaurant, het grand café, de woningen, het museum enzovoorts het transferium negeren en rechtstreeks naar het complex Radio Kootwijk rijden?

De visie voorziet in een ontsluitingssysteem waarbij meerdere parkeerlocaties zorgen voor een adequate opvang van de stroom bezoekers voor de diverse gebruiksfuncties. Alleen bij eventuele grotere evenementen is inzet van het Transferium noodzakelijk. Hiermee worden onnodige verkeersbewegingen voorkomen. Ter beperking van de overlast zal de gemeente Apeldoorn passende maatregelen overwegen.

Vraag 13.
Wat zijn de geraamde investeringskosten van de overheid voor het beoogde transferium, de uitbreiding van de parkeerplaatsen en de eventuele nieuwe rondweg?

De investeringskosten van de overheden voor het beoogde transferium, de uitbreiding van de parkeerplaatsen en een mogelijke rondweg zijn in deze fase van het proces nog niet inzichtelijk te maken. Zodra uit het definitieve Masterplan van de betrokken private partijen meer zicht ontstaat op welke maatregelen nodig zijn, onder meer voor de ontsluiting, kan ook een raming worden gemaakt van de investeringskosten. Een dergelijke raming maakt onderdeel uit van de economische uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan.

Vraag 14.
Welke overheidsinvesteringen zullen in de verkoopprijs van het complex worden verdisconteerd, gezien het feit dat de koper de economische vruchten van deze investeringen zal plukken?

Vraag 15.
Hoe wordt voorkomen dat een commerciële partij de gebouwen voor een zachte prijs koopt, restauratiesubsidies incasseert en de gebouwen later met veel winst doorverkoopt?

De gebouwen worden voor marktconforme prijzen aangeboden aan de private partij(en), op basis van het feit dat alleen de opstallen worden verkocht en dat de ondergrond van de gebouwen aan Staatsbosbeheer wordt doorgeleverd. Uiteraard wordt de verkoopprijs mede beïnvloed door de gestelde uitgangspunten in de visie, de randvoorwaarden die aan de (restauratie)subsidies zijn gekoppeld en de gebruiksfuncties zoals vastgelegd in het bestemmingsplan van de gemeente Apeldoorn. Daarnaast worden er in de privaatrechtelijke overeenkomst (de verkoopovereenkomst tussen Bureau Beheer Landbouwgronden en de nieuwe eigenaar), naast deze marktconforme verkoopprijs, allerlei bepalingen c.q. beperkingen opgelegd, die de nieuwe eigenaar bij eventuele vervreemding ook moet opnemen en laten nakomen.

Bij overeenstemming over de voorwaarden en de prijs zal een beperkt zakelijk recht van erfpacht op de grond worden gevestigd. De zakelijk gerechtigde wordt namelijk de nieuwe eigenaar van de gebouwen en in de akte van levering worden het erfpachtrecht en het recht van opstal (altijddurend) gekoppeld. Het bloot eigendom van de gronden onder de gebouwen komt bij Staatsbosbeheer te liggen, door gelijktijdige doorlevering door het Bureau Beheer Landbouwgronden. Private partijen betalen jaarlijks een af te spreken erfpachtcanon aan Staatsbosbeheer. De koper heeft in principe ná toestemming van Staatsbosbeheer het recht onderdelen van het complex in ondererfpacht uit te geven of te verhuren.

Ten aanzien van vervreemding van het zakelijk recht wordt in de koopovereenkomst opgenomen dat bloot eigenaar (Staatsbosbeheer) een voorkeursrecht heeft. Verkoop is alleen mogelijk met goedkeuring/toestemming van de bloot eigenaar.

De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,

dr. C.P. Veerman

Bronnen

1) Visie Radio Kootwijk, april 2005 vastgesteld door de Stuurgroep Radio Kootwijk, met daarin vertegenwoordigers van de provincie Gelderland, diverse ministeries, DLG, SBB, de gemeente Apeldoorn e.a.
2) Op pagina 29 van de visie.

3) Op pagina 39 van de visie.

4) NRC Handelsblad, 3 oktober jl., 'Moet je horen wat een akoestiek'.
5) Op pagina 55 van de visie
Home | Actueel | Onderwerpen | Publicaties | Organisatie | Service | Contact | International homepage © Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit - Privacy statement 7711ad.jpg
Abonneren op publicaties 7711bb.jpg