Ministerie van Buitenlandse Zaken

Beantwoording Kamervragen over Oostenrijkse pleidooi om Europese Grondwet nieuw leven in te blazen

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4
Den Haag | |Directie Integratie Europa
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag | |

|Datum |27 januari 2006                     |Behand|Hilde Laffeber       |
|      |                                    |eld   |                     |
|Kenmer|DIE-92/06                           |Telefo|070-348 4211         |
|k     |                                    |on    |                     |
|Blad  |1/4                                 |Fax   |070-348 4086         |
|Bijlag|                                    |hilde.laffeber@minbuza.nl    |
|e(n)  |                                    |                             |
|Betref|Beantwoording vragen van het lid Van|                             |
|t     |Bommel over het Oostenrijkse        |                             |
|      |pleidooi om de Europese Grondwet    |                             |
|      |nieuw leven in te blazen            |                             |
Zeer geachte Voorzitter,

Graag bieden wij u hierbij, mede namens de minister-president, de antwoorden aan op schriftelijke vragen van het lid Van Bommel (SP) over het Oostenrijkse pleidooi om de Europese Grondwet nieuw leven in te blazen. Deze vragen werden ingezonden op 12 januari 2006 met kenmerk 2050606270.

De minister van Buitenlandse Zaken, De Staatssecretaris voor Europese Zaken,

Dr. B.R. Bot Mr. Drs. A. Nicolaï

Antwoord van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken en de heer Nicolaï, staatssecretaris voor Europese Zaken, mede namens de minister-president op vragen van het lid Van Bommel (SP) over het Oostenrijkse pleidooi om de Europese Grondwet nieuw leven in te blazen.

Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van de uitspraak van de Oostenrijkse leider Wolfgang Schussel dat de Europese grondwet niet dood is?

Antwoord
Ja.

Vraag 2
Staat u nog steeds achter uw eigen uitspraken dat "het verdrag van tafel is" , "de discussie over dit verdrag over en uit is" , "nee is nee" en "wat mij betreft is het verdrag dood" ?

Vraag 3
Wat is uw opvatting over het Oostenrijkse voornemen om de Europese grondwet nieuw leven in te blazen? Op welke wijze bent u voornemens het Europees voorzitterschap daarover informeren?

Antwoord
Het Oostenrijkse Voorzitterschap heeft aangegeven de reflectie over de toekomst van Europa en over het Grondwettelijk Verdrag dit half jaar voort te zetten. Dit is conform de verklaring van de Europese Raad van 16 en 17 juni 2005 waarin is gesteld dat aan het einde van de reflectieperiode, in de eerste helft van 2006, een algehele evaluatie wordt gemaakt van de nationale debatten, waarna een besluit wordt genomen over het ratificatieproces. Hierbij worden de posities van alle lidstaten bezien, zowel van de landen die instemden met het Grondwettelijk Verdrag als van de landen die er niet mee instemden of die hun ratificatieprocedures hebben opgeschort.

De regering heeft dan ook in een gesprek met de Oostenrijkse minister van Buitenlandse Zaken op 11 januari jl. aangegeven dat Nederland actief aan het debat over de toekomst van Europa zal deelnemen, maar dat het Grondwettelijk Verdrag door Nederland niet geratificeerd zal worden. De regering heeft voorts gesteld dat de nadruk in de discussie moet liggen op de uitdagingen waar de Unie voor staat en hoe antwoord kan worden gegeven op de vragen en zorgen van burgers. In verdere contacten met het voorzitterschap zal Nederland dezelfde lijn uitdragen. De in uw tweede vraag aangehaalde uitspraken vormen dan ook nog steeds een adequate beschrijving van de Nederlandse situatie met betrekking tot de Grondwet.

Vraag 4
Kunt u zich vinden in de opvatting van de voorzitter van de Europese Commissie, Barroso, die stelt dat er niet opnieuw geruzied moet worden over de Europese grondwet? Indien neen, waarom niet?

Antwoord
Ja. De regering kan zich goed vinden in de opvatting van de voorzitter van de Commissie dat het Europees debat over banen en economische groei thans belangrijker is dan de discussie over instituties.


-----------------------
http://euobserver.com/9/20642, 9-1-2006
Debat nav het referendum over de EU-grondwet, Tweede Kamer, 2 juni 2005, Handelingen nr. 86, p. 5134-5177, vergaderjaar 2004-2005 Debat nav het referendum over de EU-grondwet, Tweede Kamer, 2 juni 2005, Handelingen nr. 86, p. 5134-5177, vergaderjaar 2004-2005 Trouw 17 juni 2005
NRC, 19 september 2005
http://euobserver.com/9/20635, 9-1-2006
Zie noot 1


---- --