Ministerie van Algemene Zaken


1red16431
27-01-2006, NOS, Met het oog op morgen, Radio 1, 23.07 uur

VICE-MINISTER-PRESIDENT ZALM, NA AFLOOP VAN DE WEKELIJKSE MINISTERRAAD,

OVER DE PALESTIJNSE VERKIEZINGEN, DE MOGELIJKE MISSIE NAAR AFGHANISTAN EN

DE UITSPRAKEN VAN MINISTER PECHTOLD IN OPZIJ


- PALESTIJNSE VERKIEZINGEN -

WALLAART:
Heeft de Nederlandse regering Hamas al geluk gewenst met de klinkende verkiezingsoverwinning?


ZALM:
Nee, dat hebben we niet gedaan.

WALLAART:
Goed gebruik toch bij een verkiezingsoverwinning?


ZALM:
Ja, maar in dit geval is dat toch iets lastiger. Hamas wordt ook door de Europese Unie gezien als een terroristische organisatie. Dan kom je in een spanning terecht. De Palestijnse bevolking heeft ze de meerderheid gegeven in het parlement. Dan kom je in een moeilijke verhouding terecht. Nu moeten we echt zien wat Hamas in die nieuwe verantwoordelijkheid zal doen. Voor de Nederlandse regering is het echt niet mogelijk om zaken te doen met een regering die het terrorisme en aanslagen bevordert, de vernietiging van de staat Israël nastreeft. Er zal dus wel iets moeten gebeuren aan de andere kant.

WALLAART:
Valt er dan reëel iets te verwachten? Want Hamas heeft altijd gezegd dat de gewapende strijd gerechtvaardigd is zolang Israël het Palestijnse gebied bezet houdt. Dus verwacht u daar nou echt iets van?


ZALM:
We moeten afwachten hoe zich dat gaat ontwikkelen. Men zal zich moeten realiseren dat als men regeringsverantwoordelijkheid neemt, men zich dan ook achter dat vredesproces zal moeten stellen dat gaande is, voordat wij kunnen zeggen: met deze regering kunnen wij ook ontwikkelingssamenwerkingsrelaties hebben.

WALLAART:
Want een Nederlandse regering focust de ontwikkelingshulp aan de Palestijnen op goed bestuur, mensenrechten en vredesopbouw. Ziet u dat voor zich met Hamas?


ZALM:
Zoals de organisatie zich tot nu toe heeft opgesteld, is dat onmogelijk.

WALLAART:
Daarom pleit VVD ook voor een bevriezing van de hulprelatie. Zover bent u nog niet?


ZALM:
We moeten eerst kijken hoe zich dat verder uitkristalliseert. Maar het is duidelijk: wij kunnen natuurlijk alleen maar samenwerken met een regering die ook het vredesproces steunt. Niet met een regering die propageert dat mensen zelfmoordaanslagen doen en dat de staat Israël moet worden vernietigd. Dat is onmogelijk.


- MISSIE AFGHANISTAN -

WALLAART:
De missie naar Afghanistan, daar wordt volgende week een besluit over genomen in de Tweede Kamer. Wat denkt u? Zit het geramd of maakt u zich nog zorgen?


ZALM:
Ik heb goede hoop dat we de Kamer ervan kunnen overtuigen dat dit de moeite waard is om op die manier het Afghaanse volk te helpen. Zorgen dat dat niet weer een broeinest wordt van terrorisme dat zich over de hele wereld weer kan uitspreiden. Dus de ministers gaan de Kamer hopelijk overtuigen.

WALLAART:
Toch zei minister Pechtold deze week in Opzij: er zitten in de ministerraad veel meer twijfelaars over de missie dan alleen de D66-ministers. Was dat dan gelogen?


ZALM:
Dat is een interview van half december geloof ik. Sindsdien hebben we een heldere brief naar de Kamer gestuurd namens de ministerraad, dus alle ministers.

WALLAART:
Ik vraag het u omdat de PvdA, belangrijk voor een breed draagvlak in de Kamer, drie voorwaarden heeft gesteld aan die missie. Eén daarvan is dat ze er echt honderd procent van overtuigd zijn dat het kabinet eensgezind is. Gaat u nog iets doen om die twijfel bij die partij weg te nemen?


ZALM:
Het kabinet is eensgezind. Dat kan ik bij dezen verklaren.


- UITSPRAKEN MINISTER PECHTOLD -

WALLAART:
Ik heb begrepen dat minister Pechtold vanochtend nogal onder handen is genomen door het kabinet. Wat was zijn verweer?


ZALM:
Laat ik eerst vertellen hoe dat vanmorgen ging. Het is overigens niet gebruikelijk dat wordt verteld hoe iets in de ministerraad is gegaan. Maar ik denk dat dit wel een bijzondere aanleiding is om er iets over te zeggen. Veel ministers, bijna alle denk ik, die kennis hadden genomen van het interview of berichten daarover in de krant, voelden zich gekwetst. Die herkenden zich niet in dat beeld. Collega Pechtold heeft verteld dat hij het niet had bedoeld om collega's te kwetsen. Dat hij doelde op zakken als lekken en spinnen, zoals dat heet en die zeer ergerniswekkend zijn en waar hij ook wel eens het slachtoffer van wordt. Dat hij daar op had gedoeld.

WALLAART:
Hij had het anders bedoeld?


ZALM:
Hij heeft vervolgens wel gezien dat het doel dat hij had, dat hij dat voorbij is geschoten met het interview en de feitelijk woorden die hij heeft gebruikt.

WALLAART:
Dus hij had een andere bedoeling en het was met de beeldvorming ook anders gelopen dan hij had gedacht. Dat roept bij mij herinneringen op aan de staatssecretaris Nijs van Onderwijs die ooit hetzelfde met minister Van der Hoeven deed. Alleen met het verschil dat zij een paar dagen later moest aftreden. Wat is het verschil tussen Anette Nijs en Alexander Pechtold?


ZALM:
Ik denk dat dat echt twee verschillende zaken zijn.

WALLAART:
Waarom?


ZALM:
Mevrouw Nijs heeft zelf de conclusie getrokken dat ze moeite zou hebben om goed door te kunnen functioneren.

WALLAART:
Mede op aanraden van u.


ZALM:
Ze heeft daar overleg over gepleegd, maar het is wel haar eigen besluit geweest. Vanmorgen hebben de ministers verteld hoe het interview op hun is overgekomen. Pechtold heeft uiteen gezet wat hij eigenlijk bedoelde. Hij heeft ook begrip getoond voor het feit dat ministers zich gekwetst voelden. Hij heeft ook begrepen, en dat heeft hij ook gezegd, dat het aan hem is om de persoonlijke verstandhouding, die daardoor toch wel wat wordt geschaad, ook weer te herstellen. Die kans willen we hem geven.

WALLAART:
Mevrouw Nijs heeft in die tijd tenminste haar verontschuldigingen aangeboden. Heeft Pechtold dat ook gedaan?


ZALM:
Ik denk dat zeggen: sorry, excuses, en we gaan weer verder, dat dat onvoldoende was.

WALLAART:
Maar heeft hij het gedaan?


ZALM:
Wat hij heeft gedaan, is belangrijker.

WALLAART:
Hij heeft niet gezegd: het spijt me?


ZALM:
Gelukkig heeft hij dat niet gezegd. Want dat is te goedkoop.

WALLAART:
Maar daar begint het toch mee? Het herstel van relaties?


ZALM:
Het gaat er om dat je je ervan bewust bent wat je heb aangericht bij je collega's, onbedoeld. En dat je dat vervolgens weer probeert te herstellen. Daar gaat het om.

WALLAART:
Hij benadrukt nu overal: nee, ik heb niet mijn excuses aangeboden. Dat is toch iets van: kijk eens, ik blijf bij mijn punt.


ZALM:
Nee. Hij mag bij zijn bedoeling blijven, want die delen we ook nog wel. Want de ergernis over spinnen en lekken, die zit bij meer collega's dan alleen collega Pechtold. Maar het punt is hier dat hij aangeeft dat het een ongelukkig interview is geweest, het doel voorbij geschoten. En dat hij ook begrijpt dat collega's zich daardoor gekwetst kunnen voelen en dat het ook aan hem is, niet aan de collega's maar aan hem, om het initiatief te hebben om dat weer op orde te brengen.

WALLAART:
Hoe moet hij dat doen?


ZALM:
Dat doet hij door een aantal gesprekken te voeren met collega's. Hij heeft er al een aantal gehad.

WALLAART:
Taart, bloemen, tegen-interviews?


ZALM:
Dat laat ik verder aan hem. Dat hangt ook een beetje af van het karakter van de betreffende collega. Met de één doe je het zus, met de ander doe je het zo.

WALLAART:
Kunnen we ervan uitgaan dat het laatste keer is dat Pechtold zo uithaalt naar de bestuurscultuur in Den Haag?


ZALM:
Dit was natuurlijk wel een vrij uitzonderlijke situatie, omdat hij in één klap al zijn collega's ongeveer in de gordijnen heeft gejaagd met een beeldvorming die zij absoluut niet herkenden. Dat zie ik niet nog een keer gebeuren nee.
(Letterlijke tekst, ongecorrigeerd, RS)